Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (98)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (98)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om der waarheid wil, die in ons blijft, en met ons zal zijn in der eeuwigheid.
2 Johannes 2

Johannes is duidelijk nog niet klaar. Gebleken is dat niet alleen hij de vrouw en haar kinderen liefheeft, maar dat er meer zijn, namelijk ‘allen die de waarheid gekend hebben’. Ik heb de vrouw en haar kindertal lief, zegt Johannes, maar anderen hebben dat ook. Ze zijn geïdentificeerd en nader gepreciseerd: wie in waarheid liefheeft, staat zelf in de waarheid. De geesten worden door Johannes onderscheiden! Hij onderkent de Geest der liefde en der eenheid! Over liefhebben in combinatie met de waarheid is hij nog niet klaar. De waarheid houdt hem bezig. Zijn lezers trouwens ook. Met de waarheid zet hij ieder die de brief ter hand neemt aan het denken en aan het werk. Noem de schrijver en zoveel anderen met hem kortweg: Waarheidlievend. Wat beweegt hem en anderen de vrouw en haar kinderen lief te hebben? Wat schept de band tussen Johannes en de geadresseerden, alsook tussen degenen die de waarheid hebben gekend en de ontvangers van de brief? Kort en krachtig: de waarheid. De apostel handelt over een liefdesband, een zeer specifieke. Die conclusie moet worden getrokken als we doorlezen. Degenen die de waarheid kennen, hebben namelijk lief om der waarheid wil. Dat is heel wezenlijk en het is een werkelijkheid die waarheidsvrienden zich bewust zijn. De briefschrijver laat in vers 2 een toespitsing volgen, hij moet kennelijk nog iets over de liefde kwijt. Nu de liefdesverklaring is gedaan, nu is er de behoefte om daar nog wat dieper op in te gaan. Wat wil Johannes nog toevoegen? Wat betekenen de woorden ‘om der waarheid wil’?

De opdracht
Het mes snijdt weer eens aan twee kanten. Er bestaat zoiets als een opdracht en bevel, en de goddelijke gave klinkt erin door, ‘Uw waarheid dat die mij leide’ (Ps. 43:3). We beginnen met dat eerste: met de woorden zegt Johannes kort en krachtig dat gelovigen elkaar een warm hart toedragen en dat zij elkaar liefhebben omdat het een christelijke opdracht is en een Meesterlijk bevel. Aan de bevelen en geboden van de Heere mag en kan niet één leerling en volgeling zich onttrekken. Johannes beschouwt dus zijn liefde tot de uitverkoren vrouw en haar kinderen als de gewoonste zaak in Gods Koninkrijk. Dat wordt gevraagd, dat is eis en niets anders is te verwachten. Verderop, in vers 6, wordt het wandelen naar Gods geboden genoemd en regelrecht in verband gebracht met de liefde. De geopenbaarde waarheid is dat wij elkaar lief zullen hebben. Het is omwille van die waarheid, het is een christelijke opdracht en gelovigen weten het maar al te goed. De apostel Paulus schrijft daarover: ‘Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft tot de heerlijkheid Gods’ (Rom. 15:7). En eveneens wordt dit beschreven door de apostel Petrus: ‘Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vurig lief uit een rein hart’ (1 Petr. 1:22). Met de waarheid valt niet te marchanderen. Eisen worden gesteld. De waarheid moet gezegd en gepraktiseerd worden: ‘Hebt elkander hartelijk lief’, want de gelovige heeft de HEERE hartelijk lief (Ps. 18:2). Wie de waarheid is toegedaan, kan niet volstaan met mooie woorden, maar die wordt geacht de daad bij het woord te voegen en lief te hebben met daad en in waarheid. Ja, hij die het Avondmaalsformulier schreef, zag het scherp: ‘Alzo zullen wij allen die door het waarachtig geloof Christus ingelijfd zijn, door broederlijke liefde, om Christus onzes lieven Zaligmakers wil, Die ons tevoren zo uitnemend heeft liefgehad, altezamen één lichaam zijn, en zulks niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen.’ De opdracht staat, het gebed volgt: ‘Daartoe helpe ons de almachtige, barmhartige God en Vader van onze Heere Jezus Christus door Zijn Heilige Geest. Amen.’ Het is één kant van de zaak: ik heb lief, met anderen die de waarheid met mij kennen, omdat de waarheid het gebiedt en eist. De goede verstaander weet wat het betekent om de oude waarheid lief te hebben en daar het hart op te zetten.

De Leidinggevende
Nu de andere kant, het tweede dat in de woorden van de apostel schuilt. Johannes weet meer en schrijft meer. Hij weet ook dat kinderen Gods uit de Waarheid zijn en in de Waarheid wandelen. Waarheid is bij de evangelist en de briefschrijver Johannes geen kwestie van louter verstandelijk redeneren, als zou het slechts om een intellectueel begrip gaan. Neen, hoe Persoonlijk kan waarheid bij Johannes zijn. Jawel, God in eigen Persoon. Christus Zelf is de Waarheid (Joh. 14:6). De Heilige Geest is de Geest der waarheid (Joh. 14:16-17; 1 Joh. 5:6). Met het volste Bijbelse recht is te zeggen dat waarheid voluit een rationeel begrip is en zeer diepzinnig volkomen relationeel. De liefde waarover Johannes schrijft en die tastbaar is, heeft een Oorsprong. De Vader heeft lief: Zie maar eens hoe diep Hij Zijn Zoon zendt en doet gaan om Zijn Kerk rechtmatig naar het Vaderhuis te halen. De Zoon heeft lief: Zie hoe Hij de Zijnen liefgehad heeft tot het einde, Hij neemt hun vloekhout op Zijn bebloede rug om Zich daaraan te laten wegvloeken van hemel en aarde. De Geest heeft lief: Zie hoe grote liefde Hij in de kinderharten heeft uitgestort. Het moet dus gezegd en mag niet verzwegen worden dat de Waarheid ook niemand minder dan God Zelf is. Het ‘om der waarheid wil’ heeft hier ook de betekenis ‘om Gods wil’ in de zin dat de onderlinge liefde in Hem wortelt. Ze is in Hem gegrond. De betekenis is: Hij is de Bron van liefde. Zijn liefdegeur doordringt de Gemeente: Zie eens, hoe lief zij elkander hebben.

Als geschreven staat dat ‘ik, samen met anderen, heb lief … om der waarheid wil’, dan moet in een eerlijke verantwoording gezegd worden: Met dank aan God. ‘Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad’ (1 Joh. 4:10). Hij is Getrouw. Hij is de Amen. Door de Waarheid Zelf geleerd is er slechts het kennen van de waarheid. Door Hoger Onderwijs is er kennis met hoofd en hart! Het persoonlijk kennen van de Waarheid heeft Zijn uitwerking. Zijn liefde dringt, Hij zet met Zijn liefde het van zichzelf liefdeloze kind in lichterlaaie en in vuur en vlam. De vonken springen eraf. God zal Zijn waarheid nimmer krenken maar eeuwig Zijn verbond gedenken! (Ps. 105:5, ber.) De gevolgen blijven niet uit. Het mist Zijn uitwerking niet: Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht tot in het laatste nageslacht.

Heden en in der eeuwigheid
Van die waarheid getuigt de apostel krachtig: die blijft in ons en die zal met ons zijn in der eeuwigheid. Die waarheid blijft in ons. Bekijken we de zaak vanuit de goede zijde. En vooral niet vanaf de verkeerde kant. We zeggen veel te vaak en te gemakkelijk dat we voor de zuivere waarheid staan, dat we de waarheid zullen verdedigen en dat we voor de waarheid zullen strijden. Uiteindelijk val je ermee om. Hier staat het heel anders. Wat God doet, dat is welgedaan. De Heere doet geen onbegonnen werk, Hij begint en voleindigt. Hoe groot, Heere, zijn Uw werken! Die waarheid blijft in ons. De waarheid houdt de Kerk staande. Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en ‘Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld’ (Matth. 28:20). Het is alsof de apostel met deze stevige uitspraak de vrouw en haar kinderen wil verzekeren dat de onderlinge liefde blijvend is en dat louter en alleen omdat de inwendige waarheid blijvend is. De waarheid kan en zal niet worden verloren. Het is niet van korte duur. De waarheid zal eeuwig met ons blijven, schrijft Johannes. Onveranderlijke en onaantastbare duurzaamheid. Geen uitverkoren vrouw en geen van haar kinderen mag eraan twijfelen of de waarheid die God in het binnenste geeft, van blijvende waarde en betekenis is. Dat is zij. Een gemeenschappelijke kennis. Kennis van de waarheid. De Heere verzekert en God maakt Zijn verzekering niet ongedaan. Gods kind is zeker van Zijn zaak.

Gelet op het feit dat Johannes zegt dat de waarheid ‘in ons blijft’ en ‘met ons zal zijn in der eeuwigheid’ is bij waarheid ook beslist aan Jezus Christus en de Heilige Geest te denken. De Heere Jezus Christus heeft gezegd dat Zijn vertrek voor de Zijnen niet zonder betekenis was, Zijn heengaan was zeer nuttig. Hij beloofde een andere Trooster te zenden Die woning in de Zijnen zou maken en Die nimmermeer van hen zal wijken. Hij beschermt Zijn Kerk. Hij is en blijft aldoor met haar bezig. En bovendien zullen de Zijnen bij en met Hem mogen zijn in heerlijkheid als hun plaatsen bereid zijn. Het is alles bij elkaar genomen wel een zeer hecht bouwwerk. Met eigen woorden en heel bijzonder vertelt Johannes wat Petrus in andere woorden duidelijk maakt: ‘Zo wordt gij ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren die God aangenaam zijn door Jezus Christus’ (1 Petr. 2:5). Hij werkt oprechte liefde. Die liefde komt bij geen mens vandaan, maar is altijd van Hem afkomstig: Hij heeft ons eerst liefgehad’ (1 Joh. 4:19). Bij de Kunstenaar en Bouwmeester is het alles in goede handen. Blijvend bewaakt, bewaard, geleid en onderhouden. De Waarheid zal tot in eeuwigheid met ons allen zijn die de waarheid hebben leren kennen. Wat van Boven komt is duurzaam, zij blijft tot in eeuwigheid bij ons. Nemen we als slot van de tekstbehandeling voor de Waarheid naar Johannes’ beste weten de betekenis van de Geest der waarheid: ‘Niet door kracht noch door geweld, maar door Zijn Geest zal het geschieden’ (Zach. 4:6). Op de rechte wijze gaat het dan eeuwig goed.

Vragen
1. Wat zijn de gevolgen als wij voor ‘de waarheid’ opkomen zonder dat de waarheid in ons is?
2. Welke troost putten de vrouw en haar kinderen samen met Johannes uit de wetenschap dat de waarheid ‘in ons blijft en met ons zal zijn in der eeuwigheid’?
3. Wat leert Johannes in zijn beginwoorden over de echte liefde?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2011

Kerkblad | 12 Pagina's

Johannes’ brieven (98)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2011

Kerkblad | 12 Pagina's