Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de kerk en de gemeenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de kerk en de gemeenten

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afscheidsdienst ds. P. den Ouden
Hemelvaartsdag 2011 was voor de Hersteld Hervormde Gemeente van Wouterswoude een dag van afscheid nemen. De gemeente die ds. P. den Ouden bijna 9 jaar geleden van de Heere gekregen had, moest hij weer aan de Heere teruggeven. De tijd die ds. Den Ouden aan onze gemeente verbonden is geweest, was geen gemakkelijke tijd. Het was een tijd van verliezen, verliezen in het kerkelijk leven, verliezen in het maatschappelijk leven en verliezen ook in het persoonlijk leven. Tegelijk was het ook een gezegende tijd. Wat was de Heere goed voor ons! We denken terug aan de zondagse erediensten, als Hij ons verkwikte onder het Woord, onder de blijde boodschap van licht voor een volk dat in duisternis wandelt, van verlossing voor hen die gebonden zaten, van genade voor de grootste der zondaren. Ook de doordeweekse winteravonden, waarop we samenkwamen om onderwijs te ontvangen uit de geschriften der vaderen, wat zijn ze voor velen uit onze gemeente tot zegen geweest. Bij de band met het Woord gaf de Heere ook een band met elkaar. Niet in het minst met onze dominee, met mevrouw en met de kinderen. Daar hebben ze zelf veel aan mogen bijdragen. Mede door hun inbreng mogen we ons verblijden in een bloeiend verenigingsleven. Alle reden om een gedenkteken op te richten: Eben-Haëzer. Tot hiertoe heeft ons de Heere geholpen.

“Tussen de vloek en de zegen ligt het offer, de verzoening”

Hemelvaartsdag 2011. De dominee bepaalde ons bij het hemelvaartsevangelie naar de beschrijving van Lukas. Bij de hemelvaart van de Heere Jezus moesten de discipelen afscheid nemen. De Heere Jezus ging heen. Was dat eigenlijk niet te vroeg? aldus de dominee. Had de Heere niet beter nog een poosje kunnen blijven? Nee, Zijn werk was klaar. ‘Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen’, zei de Heere (Joh. 17:4). Zo is het ook nu, aldus de dominee. Als ik denk aan de gesprekken die ik de laatste weken nog heb mogen voeren, ook met jonge mensen, dan zou ik denken: Mijn werk is nog niet af. Toch, als de Heere zegt: ‘Je werk is af’, dan is het af. In de preek ging het over de handen van de Heere Jezus. Zegenende handen. Hoe kunnen die handen dan zegenende handen zijn? Omdat die handen tegelijk ook doorboorde handen zijn, betalende handen, offerende handen, verzoenende handen. De Heere gaf een betaalde zegen. Tussen de vloek en de zegen ligt het offer, de verzoening. Indrukwekkend was het moment waarop de dominee voor de laatste keer als eigen herder en leraar de handen ophief en in naam van zijn Zender die rijke zegen op onze gemeente mocht leggen.
Zijn naam moet eeuwig’ eer ontvangen;
Men loov’ Hem vroeg en spâ.

Bevestiging ds. P. den Ouden
Tweede Pinksterdag 2011 was voor de Hersteld Hervormde Gemeente van Katwijk aan Zee en in het bijzonder voor wijkgemeente Adullam een speciale dag. Na ruim twee jaar mocht de gemeente in ds. P. den Ouden weer een nieuwe herder en leraar ontvangen. In de middagdienst, de bevestigingsdienst, ging de oud-predikant ds. Van Vlastuin voor. De schriftlezing was uit Handelingen 4:18-34. De tekst voor de preek was vers 31: ‘En als zij gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.’ Centraal stond in deze dienst het gebed om de vrijmoedigheid van de Heilige Geest voor Gods dienstknechten. Het boek Handelingen kunnen we wel het boek der gebeden noemen. De discipelen moesten van de overheid zwijgen van de grote werken Gods. Ze mochten niet prediken van een levende Christus, ze mochten niet vertellen Wie Jezus was. Ook nu nog actueel, als we kijken naar Nederland, maar vooral als we denken aan de vervolgde kerk. Ds. Van Vlastuin stelde de vraag: ‘Waar zit de antichrist?’ Die zit in de kerk, kijk maar naar het sanhedrin. Daarom is de gehele gemeente eendrachtiglijk bijeen om te bidden. Wat is bidden? Zou bidden niet zijn, dat God Zijn plan heeft, en wij een instrument zijn in de hand van God? Het is immers niet ónze zaak, maar Zijn zaak? De vrijmoedigheid waar om gebeden wordt, is niet de vrijmoedigheid van de retorica. Bid voor de vrijmoedigheid vanuit de lévende ontmoeting van Christus; dan zie je niemand anders dan Jezus alleen. Preken is deze levende Christus presenteren aan de gemeente. Bid dat de bediening van het Woord de bediening van de Heilige Geest mag zijn. Dat het een poort des hemels mag zijn. De discipelen waren met Pinksteren bewogen, maar de Heere beweegt! ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest.’ Zou dat eendrachtige samenzijn ook vandaag nog kunnen? Na de bevestiging sprak ds. Van Vlastuin zijn vriend en broeder ds. Den Ouden hartelijk toe. De gemeente zong hem psalm 119:9 toe.

Intrededienst ds. P. den Ouden
In een volle sporthal mocht ds. Den Ouden voor het eerst (als predikant verbonden aan de gemeente van Katwijk aan Zee) Gods Woord aan onze gemeente bedienen. Hij deed dat met de woorden uit Hooglied van Salomo hoofdstuk 4 vers 16a: ‘Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien.’ Er is hier sprake van een gebed om de uitstorting van de Heilige Geest. Wij hoorden ’s morgens al dat het werk van de Heilige Geest vaak wordt uitgebeeld als de wind. De straffe Noordenwind overtuigt ons van zonde en oordeel en werkt berouw uit in een mensenhart. Deze wind wordt gedreven vanuit de liefde Gods. De Noordenwind komt nooit alleen, maar samen en gelijk met de lieflijkheid van de Zuidenwind die ons ook tot berouw brengt. Zonder liefde komt er immers geen berouw! De Zuidenwind laat ons zien wat het Christus gekost heeft, het offer van Zijn leven tot vrijkoping van onze schuld. Zo zijn Noordenwind en Zuidenwind onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Daarom wordt er ook in deze tekst om beiden gebeden. ‘Doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien.’ De specerijen werden de gemeente voorgehouden als vruchten van het Leven, door en met de Heilige Geest. Ds. Den Ouden verklaarde verschillende van deze vruchten. Tot slot deed ds. Den Ouden een dringend appèl aan de gemeente om de woorden van de tekst als een gedurig gebed mee te nemen in de binnenkamer. Aan het einde van de dienst waren nog een drietal toespraken. Allereerst door de burgemeester drs. J. Wienen, vervolgens sprak ds. A. Vlietstra als consulent. Tot slot was het woord aan de scriba, ouderling C. de Jong. Ds. Den Ouden legde als predikant van de gemeente van Katwijk aan Zee de zegen op de gemeente.

Bevestigingsdienst ds. H. Zweistra
Op donderdag 2 juni 2011, hemelvaartsdag, mocht Nederhemert een nieuwe predikant ontvangen in de persoon van ds. H. Zweistra, gekomen van Elspeet. De gemeente was bijna vier jaar vacant na het vertrek naar Urk van ds. W.J. op ’t Hof, die de gemeente 18 jaar had mogen dienen. De bevestigingsdienst werd geleid door de consulent ds. J.L. Schreuders uit Aalst. De tekst voor de prediking was 2 Korinthe 4 vers 1 en 2: ‘Daarom, dewijl wij deze bediening hebben, naar de barmhartigheid die ons geschied is, zo vertragen wij niet; maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende bij alle consciënties der mensen, in de tegenwoordigheid Gods.’ Paulus spreekt in dit gedeelte over ‘deze bediening’. Hij bedoelt daarmee die van het Nieuwe Testament. In het hoofdstuk hiervóór heeft hij de bediening der wet (een bediening van dood en verdoemenis, omdat wij de wet niet gehouden hebben) vergeleken met die van het Evangelie, die ons de gerechtigheid aanbrengt. De eerste was al heerlijk, de tweede nog zoveel temeer. Die bediening hebben wij. Dat is barmhartigheid, medelijden van God. Het is pure ontferming om dienaar van het Evangelie te mogen zijn. Gezien de heerlijkheid daarvan en gezien het feit, dat het genade is deze bediening te hebben, past ons grote ijver: niet vertragen. Verder laat de apostel zien wat wij wel en wat wij niet moeten doen. Wij hebben ons – anders dan de dwaalleraars in Korinthe – te onthouden van alles wat zo schandelijk is, dat wij er ons voor zouden schamen als het openbaar zou komen (de bedekselen der schande). De leer moet met een godzalige wandel worden versierd. Ook heeft een dienaar de mensen niet naar de mond te praten. Meeslepende woorden, die de mensen stijven in onbekeerlijkheid en ongeloof, zijn uit den boze. Wij moeten daarentegen de waarheid van God bij de gewetens van de mensen brengen. Ieder mens, bekeerd of onbekeerd, heeft een geweten. Daarop moet hij worden aangesproken. Zo zal diep in zijn hart vriend en vijand moeten erkennen, dat je een diensknecht van God bent. Het Evangelie zal echter in een (groot) deel van je hoorders bedekt blijven. Daar zorgt de god van deze eeuw (de duivel) wel voor. Maar de Heere, Die in den beginne Zijn licht in de duisternis liet schijnen, kan en wil ook nu nog schijnen in de harten!

“De leer moet met een godzalige wandel worden versierd. Ook heeft een dienaar de mensen niet naar de mond te praten”

Intrededienst ds. H. Zweistra
Ds. H. Zweistra nam als uitgangspunt voor zijn intredepreek Matthéüs 28:18-20: ‘En Jezus bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.’ Boven de teksten werd als thema geplaatst: De herderlijke zorg van een scheidende Zaligmaker. Bij drie aandachtspunten wilde hij stilstaan: 1. Christus’ macht; 2. Christus’ opdracht en 3. Christus’ herderlijke zorg. Christus was na Zijn opstanding nog veertig dagen op de aarde. Hij zocht Zijn kinderen op om hen te vertroosten en hun onderwijs te geven. Sommigen kregen persoonlijk onderwijs, zoals Petrus en Thomas. Het uur van scheiding naderde. Zij wisten waar de Heere Jezus hen zou ontmoeten. De berg was bekend. De elf discipelen waren vol eerbied op de berg aanwezig. Sommigen baden Hem aan en anderen twijfelden. Jezus overbrugde de afstand en sprak het machtswoord uit dat we kunnen vinden in vers 18. Hij heeft alle macht in de hemel maar ook op de aarde. Hij regeert. Hij heeft die macht ontvangen. Niet gestolen. Adam wilde God van Zijn troon stoten. Hij verdroeg geen God boven zich. Jezus heeft de macht niet geroofd. Vader heeft Hem die gegeven op grond van Zijn werk op Golgotha. Daar wilde Hij aan Gods recht voldoen. Op die plaats heeft Hij de schuld en de zonden van de gegevenen des Vaders weggedragen. Op de derde dag stond Hij in alle heerlijkheid op. De dood was overwonnen. Het recht had haar loop ontvangen en Vader was in Christus met Zijn volk verenigd. Christus had macht! Dat wil zeggen: volstrekte vrijheid van handelen! Ook het recht zonder enige beperking! In de hemel bij de engelen en de triomferende kerk maar ook op de aarde. Dat laatste is voor ons zo moeilijk. Wat zien we ervan? Is het wel waar? Het ongeloof spot met die getuigenissen. Gods Kerk heeft daar ook gedurig last van. Het geloof rust in Zijn Woord en overwint in die weg de macht van het ongeloof. Zo oefent Hij Zijn macht uit in Zijn leden op de aarde.

De discipelen krijgen ook een opdracht. De opdracht luidt om te gaan en te prediken. Jezus laat Zijn discipelen niet alleen gaan. Hij steunt ze en in hen oefent Hij Zijn kracht uit opdat de mensen van dood levend gemaakt worden. Er klinken heerlijke troostwoorden dat Hij Zijn discipelen nimmer in de steek zal laten. Daar staat Hij Zelf garant voor. Zo kunnen ze de wijde wereld in. Zo kan ook een dienaar de kansel op en het Woord prediken. Hij zal ermee doen wat Hem behaagt. ‘En zie, Ik ben met ulieden al de dagen.’ Niet sommige, maar alle dagen. Hij slaat geen dag over. Wat een troost voor een volk dat gedurig moet getuigen dat zij zo trouweloos zijn. Hij zal ze ondanks alles niet begeven en niet verlaten.

Na het dankgebed spraken achtereenvolgens wethouder A.P. Bragt namens de burgelijke gemeente Zaltbommel, ds. A.C. Rijken uit Gameren namens de classis Zuid-Oost en ouderling J. van Ooijen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Uit de kerk en de gemeenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 2011

Kerkblad | 16 Pagina's