Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (113)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (113)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde, vóór alle dingen wens ik dat gij welvaart en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. Want ik ben zeer verblijd geweest als de broeders kwamen en getuigden van uw waarheid, gelijk gij in de waarheid wandelt.
3 Johannes 2 en 3

De briefschrijver heeft zich met ‘de oudste’ voorgesteld en adresseerde zijn brief aan Gajus. Naar goed gebruik in de wereld van de briefschrijverij of correspondentie zal dan de groet volgen, maar niets is minder waar. De gebruikelijke groet blijft achterwege. De schrijver gaat meteen verder. Gajus wordt rechtstreeks aangesproken. Met de hartelijke aanspraak ‘geliefde’, waaraan tijdens de behandeling van de vorige tekst woorden zijn gewijd, steekt de apostel van wal.

Een apostolische bede
Geen groet. Hij schrijft meteen een goede wens die eveneens in brieven gangbaar is, maar die wens is beslist bijzonder te noemen. Het is normaal om naar iemands welstand te vragen. Normaal is ook om iemand het beste en een goede gezondheid toe te wensen. Johannes wenst vóór alle dingen dat Gajus welvaart en dat hij gezond is, zoals zijn ziel welvaart. Deze hartelijke wens behoeft nadere bestudering en vraagt wat uitleg.

‘De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden’ (Spr. 11:25)

De vertaling suggereert dat de briefschrijver de ontvanger van de brief boven alles toewenst dat het hem goed gaat naar menselijke maatstaven: zakelijk en met een goede gezondheid. Zijn voorspoed en gezondheid zet hij af tegen een bepaalde zijde van Gajus’ leven waarvan hij kennelijk genoeg weet: zijn ziel. De tekst bevat dan eigenlijk zoiets als: ‘Ik wens bovenal dat het u stoffelijk en lichamelijk evenzo goed mag gaan als het u geestelijk gaat.’
Met zo’n boodschap kan iemand voor de dag komen. Het zal maar van je gezegd worden: ‘Geestelijk gaat het u erg goed.’ Uit het briefvervolg zal blijken dat Johannes daar goede gronden voor heeft. Deze beoordeling komt niet uit de lucht vallen. Gajus’ manier van doen en leven bezorgt hem een goede naam. De adressant is in staat dingen te delen. Hij bewijst mensen zijn diensten. Hij is geen egoïst die de helpende hand niet biedt en mensen bij de deur afscheept. Iemand schreef terecht bij deze wens van de apostel de tekst uit Spreuken: ‘De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden’ (Spr. 11:25). Op Gajus lijkt het woord van toepassing wat enkele verzen verder staat: ‘Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof’ (Spr. 11:28). Het zou een eenvoudige onderneming zijn om gezegden uit de Spreuken op te vissen die één op één naast het leven van Gajus kunnen worden gelegd.

Er zijn in de tekst zaken die afweging verdienen. Ten eerste is er het werkwoord ‘wensen’. ‘Ik wens’, luidt Johannes’ mededeling volgens de Statenvertaling. Het Griekse werkwoord ‘euchomai’, hier vertaald met ‘wensen’, is ook met ‘bidden’ te vertalen. De reden dat bij het vertalen voor het werkwoord ‘wensen’ is gekozen, is gemakkelijk verklaarbaar. Veel vaker werd dit woord aan het begin van brieven gebruikt om bepaalde wensen uit te drukken. Het zal echter niemand verbazen wanneer de denker Johannes dieper heeft gedacht en hier aan Gajus heeft verklaard dat hij deze wens Hoger tilde en niet minder voor Gods troon bracht. De woorden klinken als een gebed. Van deze oude dienstknecht kunnen we niet anders denken. Bidden voor het goede voor de naaste is overigens geen apostel vreemd. Paulus meldt aan de Kolossenzen zijn voorbede voor hen (Kol. 1:3). Dr. Floor is dan ook zeer beslist in zijn oordeel: ‘eigenlijk is het meer dan een wens … volgens het oorspronkelijke woord is het een gebed’.

Ten tweede moet iets gezegd worden over de woorden ‘voor alle dingen’ die in onze vertaling staan. Deze weergave verdient niet de voorkeur. In de kanttekeningen van de Statenvertaling is opgemerkt: ‘Of: in alles’. Die woorden zijn beter. De zin, mét de gedachte dat Johannes zijn geliefde broeder biddend draagt, luidt dan: Geliefde, in alle dingen wens ik dat gij welvaart en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. Het is dus Johannes’ wens en gebed dat het zijn ‘geliefde’ in alle opzichten, dat is op alle levensterreinen goed gaat.
Ten derde is het werkwoord markant dat we vertalen met ‘welvaart’. Het is een samengesteld werkwoord. Het woord ‘goed’ is erin te vinden en het woord ‘weg’. Letterlijk betekent het werkwoord: ‘op of over een goede weg geleid worden’. Johannes vraagt dus in de geloofswerkelijkheid niets anders dan het enige dat God hem op alle terreinen van het leven over de Weg leidt, zoals Hij hem ook geestelijk daarover leidt! ‘Al de weg leidt mij mijn Heiland’. ‘Maak mij bekend de weg die ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op … Uw goede Geest geleide mij in een effen land’ (Ps. 143:8-10). Gajus, wat de toekomst ook zal zijn, ik bid dat de hand van de Heere u geleidt! ‘Zonder Mij kunt u niets doen’, heeft Jezus gezegd (Joh. 15:5b). Gods kinderen worden door Gods Geest geleid! Dát is welvaart, dán alleen vaart iemand wel. Al het goede komt van Boven.

Een bijzondere vergelijking
Het is een beetje de omgekeerde wereld van wat we gewend zijn, wanneer we het apostolisch gebed lezen. Gebruikelijk en vrij algemeen is het om de zicht-bare omstandigheden tot maatstaf te nemen voor de verborgen zaken. Geniet iemand voor het oog een blakende gezondheid en gaat het hem maatschappelijk voor de wind, dan is het naar het oordeel van de overgrote meerderheid wenselijk dat het geestelijk ook zo goed mag gaan. Maar dát schrijft Johannes niet. Hij zegt het omgekeerde. Hij weet dat het met de ziel van Gajus goed gaat, dat hij zogezegd geestelijk goed gezond is, en nu bidt de apostel dat het hem in het alledaagse bestaan eveneens goed mag gaan. In aardse zin, voor wat betreft zijn stoffelijke belangen, wenst hij hem niet minder het beste toe. Dat met Hem alle dingen geschonken worden (Rom. 8:32)! Het is een punt van aandacht: geestelijk welzijn en stoffelijke welstand gaan hand in hand. Een schitterende uitwerking van de tekst: Zoekt eerst het Koninkrijk van God en al het andere zal, al die dingen op alle levensterreinen zullen u toegeworpen worden (Matth. 6:33). Een krachtig bewijs voor het feit dat degenen die Christus ontvangen, zoals Paulus het schrijft, in al het andere, in al het nodige niets tekort zullen komen. Overigens, al zou er een tekort zijn, dan nog is Hij genoeg (Fil. 4:11-13).

‘Geestelijk welzijn en stoffelijke welstand gaan hand in hand’

Voor Johannes staat het vast: Gajus is op de goede weg! Na wat hierboven is geschreven: hij gaat aan de goede Hand. Liefdes- en levensgemeenschap. Gajus leeft uit God en hij leeft met God. Hij lééft als christen. Nu het er geestelijk goed voorstaat, mag het de bede zijn dat de uiterlijke omstandigheden daarbij niet achterblijven. De gezondheid is nog apart vermeld. De vraag rijst of Gajus misschien kwakkelde met zijn gezondheid. Al kunnen we daarover niets met zekerheid zeggen, zeker is wel dat Johannes blijk geeft een goede gezondheid hoog in te schatten en dat hij als ‘vader’ voor zijn ‘kind’ Gajus het goede, zowel geestelijk als lichamelijk, zoekt. Met lichaam en ziel eigendom van Jezus Christus!

Een christen genáámd
Gajus loopt niet met zichzelf te koop. Hij hoeft zich niet te profileren en naar voren te schuiven. Dat doen anderen wel. Zij spreken over hem. Waarom wordt gij een christen genaamd? (H.C. 12, vr. en antw. 32) De Zijnen worden gesignaleerd, in kerk en wereld (Hand. 11:26). Juist door wat anderen zeggen, weet Johannes hoe het er met Gajus geestelijk voorstaat. Goede en gunstige berichten over Gajus hebben hem bereikt. Meer dan eens. De tijd waarin de werkwoorden staan wijst erop dat het herhaaldelijk voorkomt. Steeds weer als broeders aankomen, komt het Johannes ter ore. Telkens komt Gajus in positieve zin ter sprake.

Johannes deelt het mee: Ik ben zeer verblijd geweest als de broeders kwamen en getuigden van uw waarheid, gelijk gij in de waarheid wandelt. Broeders uit de gemeente, broeders die de gemeente bezocht hebben of broeders die op de een of andere manier met Gajus in contact zijn geweest, hebben van hem een goed getuigenis gegeven. Welk? Waarmee zijn de broeders voor de dag gekomen? Het heilsbericht gaat over Gajus’ waarheid! De broeders getuigen nota bene van zijn waarheid. Een opmerkelijke manier van schrijven. Heeft Gajus soms het patent op waarheid? Is hij iemand die de waarheid in pacht heeft? Want er staat echt: ‘uw’ waarheid. Wat bedoelt de apostel? De briefschrijver drukt hiermee kernachtig uit dat Christus in Gajus’ leven heerschappij voert en dat dát in de daden uitkomt! Waarheid met een dubbele lading. Zijn hele leven is wáár. Johannes steekt de loftrompet omhoog om krachtig te bazuinen dat Gajus’ leven Zijn waarheid en zijn Waarheid is. Ronduit een Groot-Meesterlijk bestaan. Wie roemt, roeme de Heere! Roeme ín de Heere. Johannes weet zeer goed dat Christus de Waarheid is, door Wie de christen waarheid in zijn binnenste bevat. De briefschrijver erkent dat de broeders hebben gemeld dat het leven van Gajus voor rekening van Christus komt. De Waarheid bepaalt Gajus’ leven en de waarheid daarvan komt in zijn leven uit. Gajus’ gehele bestaan is betrouwbaar in diepe verbondenheid met de Waarheid. Gods waarheid is in hem. Met Paulus zouden we kunnen zeggen: Gajus is met Christus gekruist; en hij leeft, niet meer hij, maar Christus leeft in hem (zie Gal. 2:20). De broeders hebben het gezien! Ze hebben het niet verzwegen. Ze hebben van Gods daden getuigd.

‘In Gajus’ leven voert Christus heerschappij en dát komt uit in de daden!’

De apostel voegt toe: Gajus wandelt in waarheid. Hier betekent het dat in woord en daad Gajus’ met Christus verbonden leven openbaar komt. Zijn leven is een leven dat in Christus verborgen is bij God (Kol. 3:3). Johannes’ geliefde kind is ín Christus, Die Zelf in nood en dood Zijn liefde bewees aan mensen, Die Zelf met innerlijke ontferming over de mensen bewogen was. Gajus ként die Waarheid en leeft in waarheid. Hij gelooft en wandelt in Hem. Hij staat met Hem op en gaat met Hem rusten. Hij ontwaakt met Hem en legt zich in vrede met Hem neer (zoals David in Psalm 3 en 4). Het leven van Gajus wordt aldus gekenmerkt door zijn verbondenheid-met-God.
Gajus’ leven wordt dus beheerst door het begrip ‘waarheid’. Zoals in 2 Johannes 2 gezegd werd dat de waarheid in ons is en blijft, zo geldt het ook hier. De manier van vergelijkend zeggen in het slot van vers 3 komt overeen met die van vers 2. In vers 2 eindigt de apostel met ‘gelijk uw ziel welvaart’, in vers 3 besluit hij met ‘gelijk gij in de waarheid wandelt’. De apostel is zeer verblijd over Gajus’ waarheid zoals die inderdaad in zijn waarachtig wandelen blijkt. Hij wandelt werkelijk overeenkomstig Gods wil. Het getuigenis van de broeders lijdt geen twijfel want Gájus’ manier van doen, door de apostel benadrukt, bewijst het. Zijn manier van doen en laten geeft de broeders aanleiding om van Gajus te getuigen dat hij van de Waarheid is! In woord en daad is Gajus trouw aan de Waarheid en Zijn waarheid. De aan een gelovige voorgeschreven levenswandel brengt hij in praktijk. Een gelovige heeft duidelijk andere waarden en normen, andere gewoonten en regels, een christelijke ethiek. Een gelovige is van de Ander Wiens openbaring is: ‘Ik ben de Waarheid’.

Vragen
1. Wat leert u uit deze brief over de verhouding tussen de geestelijke en de stoffelijke belangen van ons mensen?
2. In de uitlegging is over ‘welvaart’ geschreven. Hoe zou u dit woord definiëren en wat is de kern van ‘welvaart’?
3. De broeders getuigden van ‘de waarheid van Gajus’. Wat vindt u van zo’n getuigenis? Hoe zou u die waarheid omschrijven? Zou u aan de hand van uw omschrijving ook vandaag de dag personen met ‘hun waarheid’ kunnen aanwijzen die u voor kerkelijke zaken warm zou aanbevelen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Johannes’ brieven (113)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 2011

Kerkblad | 16 Pagina's