Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods bewogenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods bewogenheid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de HEERE, zo zal Hij Zich over hem ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldig.
Jesaja 55:7

Jesaja roept ons op om onze weg te verlaten. Tenminste, als wij ons kunnen herkennen in de naam ‘goddeloze’. Anders gezegd: als wij door Gods genade onszelf als die man of als die vrouw van ongerechtigheid hebben leren kennen. Onze weg verlaten, onze zondige praktijken opgeven, dat zal soms nog wel gaan. Soms zal het ons ook bar zwaar vallen, en zonder hulp onmogelijk zijn. Maar onze gedachten verlaten, onze gezindheid opgeven … dat is een heel ander verhaal. Wie kan dat? Wie kan zichzelf, zijn diepste ik, veranderen? Toch worden we daartoe uitgenodigd, opgeroepen. Tenminste volgens de gangbare vertalingen, zowel de Statenvertaling als allerlei nieuwe vertalingen geven onze tekstwoorden weer als een oproep, een bevel, een aansporing. En dat terecht! En toch, er staat in de grondtaal niet een bevelvorm, maar een beloftevorm: de goddeloze zal zijn weg verlaten, en de man van ongerechtigheid zal zijn gedachten verlaten, en hij zal zich tot de HEERE onze God bekeren …

Wat wonderlijk, dat de profeet juist die vorm moet en mag gebruiken, waarin én een oproep klinkt: O goddeloos meisje, verlaat toch je weg! O jongen vol van ongerechtigheid, verlaat toch je zondige en vuile gedachten! Én waarin een belofte doorklinkt: Jij, al ben je nóg zo goddeloos, al ben je bij het opgroeien naar volwassenheid nóg zo zondig, al bent u nadat u de middelbare leeftijd of de ouderdom hebt bereikt, nóg zo verdorven … God zal er door Zijn wederbarende genade voor zorgen, dat jij/u tot deze vergevingsgezinde God terugkeert! Ja, zo mag ik God wel noemen: vergevingsgezinde God. Zo noemt Hij immers Zichzelf in de woorden van onze meditatietekst: want Hij vergeeft menigvuldig. Dat betekent: Hij vergeeft graag, en Hij vergeeft veel, en Hij vergeeft vaak, Hij vergeeft ruimhartig.

Wat is ‘vergeven’? Letterlijk betekent het Nederlandse woord: weggeven. En drukt dat niet treffend uit wat vergeven ten diepste betekent? Hij geeft uw zonden weg. Aan Wie? Och, aan wie anders dan aan Zijn Zoon, Die Zijn ziel tot een schuldoffer stelde?! Het geheim van de vergevingsgezindheid van God ligt niet verklaard in de offerdood van Zijn Zoon, maar wordt er wel in geopenbaard. Het ligt verborgen in Zijn vrije welbehagen: het behaagde de HEERE Zijn Zoon te verbrijzelen … Deze God wordt de Ontfermende genoemd: Hij zal Zich over die terugkerende zondaar ontfermen. Het Hebreeuwse woord doet denken aan de tere band tussen een moeder en haar pasgeboren kindje. Dit kind huilt, moeder snelt toe. Dit kind, o, wat vertroetelt moeder het, wat koestert zij het! Zo is de HEERE, volgens Jesaja: ‘Zoals een moeder haar kind troost met haar warme liefde, zo zal Ik u troosten.’ ‘Maar’, zegt u, ‘dat beeld klopt helemaal niet! Ik kan mij absoluut niet vergelijken met zo’n lief en afhankelijk kind. Ik ben een misdadiger, een booswicht, een crimineel …!’

Klopt. En toch! En toch mag de profeet een woord gebruiken dat dit tere en aandoenlijke beeld op uw netvlies brengt: een moeder die haar zieke kindje verzorgt en zich vol ontfermende liefde buigt over haar klagende zuigeling. Nee, u bent echt niet zo, en ik ook niet. Maar Gód is wél zo! Ondanks dat wij ons gruwelijk hebben misdragen, en nog zo vaak in herhaling vallen. O, tóch is God zó ontfermend, zó teer, zó met uw en jouw heil bewogen. Nee, we kunnen dat niet gewoon vinden. Dat is ook niet de bedoeling. Laat het altijd maar een onbegrijpelijk wonder zijn en laat het ons keer op keer maar tot verwondering en aanbidding brengen!

En als iemand onder de lezers meent dat dit voor hem of haar écht onmogelijk waar kan zijn en ook nooit waar kan worden, dan kan Jesaja u goed begrijpen en wil hij u graag tegemoet treden in uw aanvechting en moedbenemende bestrijding. Hij schrijft namelijk in het volgende vers dat de HEERE uw ongeloof de pas afsnijdt met deze woorden: Als u het niet voor waar kunt houden dat Ik, de HEERE, uw God – Die zó door u beledigd werd en zó tot toorn verwekt ben – al uw goddeloze ongerechtigheid in ontferming wil vergeven, dan zeg Ik u: ‘Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen.’ U denkt dat Ik nooit zó genadig kan zijn, maar u vergist zich: Mijn gedachten zijn heel anders dan u denkt: Ik ben wél genadig, zelfs ú mag ondanks alles op Mijn vergevende liefde tóch hopen! Gelooft u het nóg niet? Dan zegt erbij: ‘spreekt de HEERE!’ Dat is: ‘O, voeg toch bij al uw zonden niet ook deze zonde dat u Mijn vergevingsgezindheid voor u wantrouwt!’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Gods bewogenheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2011

Kerkblad | 16 Pagina's