Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei roem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei roem

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet in zijn sterkheid, een rijke beroeme zich niet in zijn rijkdom, maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat en Mij kent …
Jeremia 9 : 23, 24a

Wij leven in een tijd, waarin de wijsheid geroemd wordt. Het verlichtingsdenken is ook onder ons doorgedrongen. Het is een bedreiging voor ons kerkelijk leven. Als iemand maar wijs is en een goede positie in dit leven heeft verworven, dan is het wel goed. Wij moeten echter niet vergeten, dat de wijsheid van deze wereld niet anders is dan dwaasheid voor God. Als de dood komt, dan kan de wijsheid van deze wereld ons echt niet helpen. Dan kunnen wij met onze wijsheid niet sterven. Al hebben wij het nog zo ver gebracht in deze wereld. Al worden wij door de mensen geroemd vanwege onze wijsheid. Als wij gaan sterven, dan komt het er maar op aan of wij wijs gemaakt zijn tot zaligheid. Dat is een andere wijsheid. Zulke mensen gaan hun eigen dwaasheid leren kennen. Dat zijn mensen, die hebben steeds maar weer onderwijs nodig. Ze weten het immers niet. Ze gaan verstaan, dat ze zo dwaas zijn in geestelijk opzicht. Ze zijn discipelen en ze blijven discipelen. Ze raken hier nooit uitgeleerd. Ze worden in eigen oog steeds dommer en dwazer.

Er zijn er ook die zich beroemen in de sterkheid van hun lichaam. De dood is echter sterker dan de sterkste mens. Wij kunnen wel menen, dat wij sterk zijn en misschien wel uit een sterk geslacht komen, maar tegenover de dood moet ieder mens het afleggen. Dat is een ongelijke strijd. De dood kunnen wij met al onze kracht niet overwinnen. De sterkste mens is enkel ijdelheid. Wij kunnen sterk zijn, maar als de bijl van de dood wordt opgeheven, dan valt de sterkste met één slag. Niet alle sterke mensen sterven op hoge leeftijd. Soms worden mensen met een zwakke gezondheid toch nog oud. Alleen Christus is sterker dan de dood. Hij heeft de dood in Zijn dood voor al de Zijnen voor eeuwig gedood. Alleen als wij in Hem geborgen zijn, is de dood voor ons geen betaling, maar een doorgang tot het eeuwige leven. Er zijn volgens de tekst ook mensen, die op hun rijkdom roemen. Met geld valt in dit leven heel veel te bereiken. Alleen de dood valt met geld niet af te kopen. Wat zijn wij toch arme mensen als wij onszelf hier schatten vergaderen en niet rijk zijn in God. Dan zal ons bij de dood toch alles ontvallen. Het gaat niet om de schatten van deze aarde, maar het gaat om de hemelse schatten. Die schatten zullen ons nooit ontvallen. Daar kan de hel en de dood niet bij. Die worden veilig bewaard in de hemel.

Misschien beroemen wij ons niet op onze wijsheid, op onze kracht of op onze rijkdom. En toch geldt dit woord van de profeet Jeremía ook ons. Van nature beroemen wij ons altijd op iets waar wij de eeuwigheid niet mee aan kunnen doen. Wij kunnen ons beroemen op onze ijver voor de waarheid of op onze nette levenswandel. Goede zaken op zich, maar geen zaken waarop wij ons mogen beroemen. Dat is verkeerd. Er zijn zoveel dingen waarop wij ons kunnen beroemen, maar waarmee wij voor God niet kunnen bestaan. Die roem is een verkeerde roem, omdat wij in die roem onszelf zoeken. Dat heeft alles te maken met onze val in Adam. Toen wij mensen in Adam zijn gevallen, zijn wij gaan roemen in onszelf. Wij zijn zelfbedoelers geworden. De grootste afgod is altijd nog het eigen ‘ik’. Dan zeggen wij tegen onszelf: Ik ben wijs, ik ben sterk, ik ben rijk en vult u het zelf verder maar in. Dan zijn er zoveel dingen waar wij ons op beroemen. Dat heeft nu alles te maken met ons hoogmoedig hart.

Weet u wat nu nodig is? Ons hart moet worden doorstoken door het scherpe zwaard van Gods Woord. Wij moeten een stervend leven gaan leren kennen. Die oude hoogmoedige mens moet gaan sterven. Hebben wij al last gekregen van ons hoogmoedig roemen? Hebben wij wel eens gewalgd van onszelf? Als de Heere ons gaat ontdekken aan onszelf, dan blijft er van onze kant geen roemensstof meer over. Dan gaan wij het verstaan, dat alle roem van onze kant uitgesloten is. Dan roemen wij niet langer in onszelf. Dan komt er een ander roemen. Over dat roemen gaat het ook in de tekst. Wij lezen immers: ‘Maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat en Mij kent.’ Dat is geen roemen in het vlees, maar dat is een roemen in God. Daar worden wij niet iets mee, maar daar worden wij nu juist niets mee. Dat roemen is niet een hoogmoedig roemen. Dat is het roemen van het vlees. Daarin komt onze hoogmoed openbaar. Dat hebben wij meegenomen uit het paradijs. Dat roemen is echter een ootmoedig roemen. Als er zo geroemd mag worden, dan zijn wij niets en dan is God alles. Dat roemen is het aanbidden van God. Dan blijft er niets anders over dan verwondering en aanbidding. Dan wordt het zo’n wonder, dat God wilde omzien naar zo’n hoogmoedig mens, die Hem naar kroon en troon heeft gestaan. Dan wordt er een roemen in God gevonden. Dan krijgt niet de mens maar God de eer, vanwege die vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog. Het is één van tweeën, een tussenweg is er niet. Of wij roemen in onszelf en dat betekent dat wij als wij zo sterven voor eeuwig ten onder gaan. Dan zullen wij ons leven voor eeuwig verliezen. Een leven waarin wij niets anders gedaan hebben, dan geroemd in onszelf. Wat is het echter een eeuwig wonder als wij door genade hebben geleerd om te roemen in God. Dat is eeuwigheidswerk, dat is hemelwerk. Dat begint gebrekkig op de aarde en dat zal volmaakt worden voortgezet in de hemel. Daar blijft geen roem over voor de mens, maar daar krijgt God alleen de eer. Daar zal God zijn alles en in allen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Tweeërlei roem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011

Kerkblad | 16 Pagina's