Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bewogenheid van Christus met zondaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bewogenheid van Christus met zondaren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De puriteinen behoren tot de groten uit de geschiedenis van de christelijke kerk. Theologisch gaan zij in het spoor van de gereformeerde reformatie. Daarbij moet worden opgemerkt dat voor de lutheranen Calvijn geen geestelijke vader is maar voor de gereformeerden is Luther dat wel. Bij meerdere puriteinen is er sprake van een heel directe oriëntatie op Luther met diens boodschap van wet en evangelie. Meer dan de reformatoren waren de puriteinen artsen van de ziel. Zij hebben de vragen rond de toe-eigening van Christus en de door Hem verworven schatten en weldaden op ongeëvenaarde wijze behandeld. Daarbij moeten we in dit verband bij de toe-eigening van Christus niet alleen aan het begin maar ook aan de voortgang van het geestelijke leven denken. De Nederlandse Nadere Reformatie is diepgaand door het puritanisme beïnvloed. Niet dan tot onze schade kunnen wij voorbijgaan aan de schatten die te vinden zijn in de nagelaten geschriften van hen die door Jim Packer als geestelijke reuzen zijn getypeerd.

Eén daarvan is Thomas Goodwin (1600-1680), een iets oudere tijdgenoot en geestverwant van John Owen (1616-1683). Tijdens de regering van Cromwell werd Owen benoemd tot deken van Christ Church in Oxford en Goodwin tot president van Magdalen College. In onderscheid met Owen was Goodwin een lid van de synode van Westminster. Op deze vergadering was een commissie ingesteld door het Engelse parlement om haar in theologische en kerkelijke zaken van advies te dienen. In de zin van het gereformeerde kerkrecht was het daarom geen synode. Op de synode van Westminster behoorde Goodwin tot de zogenaamde ‘broeders met een afwijkende mening’ (dissenting bretheren), omdat hij in tegenstelling tot de meerderheid voorstander was van het congregationalisme. Samen met Owen maakte hij deel uit van de zogenaamde Savoy Conference die in 1658 in het Savoy-paleis bijeenkwam. Daar werd de Savoy Declaration of Faith and Order opgesteld. Dit is een in congregationalistische geest gemaakte revisie van de Geloofsbelijdenis van Westminster. Voor het overgrote deel nam men de Geloofsbelijdenis van Westminster. Verschillen zijn er vooral in de hoofdstukken over de kerk en de kerkregering.

Het totale oeuvre van Goodwin is minder omvangrijk en veelzijdig dan dat van Owen. Terwijl de door William H. Goold verzorgde uitgave van de werken van Owen vierentwintig delen telt, bestaat de uitgave van al de werken van Owen door James Nicholl uit twaalf delen. Echter, wat Goodwin heeft geschreven is zeer de moeite waard. Als persoon was Goodwin emotioneler dan Owen. Dat blijkt uit meerdere plaatsen in zijn geschriften.

In de serie Puritan Paperbacks van de Banner of Truth verscheen vorig jaar een geredigeerde heruitgave van ‘The Heart of Christ’. Dit was van meet af aan Goodwins populairste geschrift. In de door de Banner of Truth verzorgde heruitgave is de spelling aangepast en zijn totaal verouderde woorden vervangen. Ook zijn tussenkopjes geplaatst, zodat de tekst veel leesbaarder is dan oorspronkelijk. Het bewuste boekje, dat voor het eerst in 1651 het licht zag, bestaat uit drie delen. Allereerst geeft Goodwin uiterlijke bewijzen voor de gevoelens van ontferming van Christus ten opzichte van zondaren. Het meest kennelijke bewijs dat Christus na Zijn hemelvaart nog even begerig is zondaren te bekeren, is de bekering van Paulus. Goodwin aarzelt niet om zijn hoorders ervan te verzekeren dat Christus veel begeriger is hen te ontvangen dan dat zij begerig zijn tot Hem te komen. Toen Hij op aarde was, heeft Christus nooit iemand afgewezen die om verlossing tot Hem kwam. Als Hij niet direct antwoord geeft, is het slechts om te beproeven. We mogen weten dat Hij niet veranderd is.

Vervolgens stelt Goodwin de innerlijke bewijzen van de gevoelens van ontferming van Christus aan de orde. Hij brengt dan naar voren dat Christus brandt van liefde voor zondaren. Hij zal niet rusten voordat Hij al de Zijnen in het Vaderhuis mag zien. Wat hier opvalt, is dat Goodwin geen spanning voelt tussen het soevereine welbehagen van God in het toebrengen van de uitverkorenen en het bevel van geloof en bekering. Duidelijk is dat God Zijn welbehagen realiseert door middel van de verkondiging van het Evangelie. Zeer indringend verwoordt Goodwin het appèl om tot Christus te komen. Daaraan kan elke prediker een voorbeeld nemen. Voor Goodwin is de leer van de soevereiniteit van God geen verhindering het Evangelie zeer nodigend te verkondigen, maar een bron van troost die de gelovigen de zekerheid schenkt van hun zaligheid. De Heere zal de werken van Zijn handen nooit laten varen.

Het laatste deel van ‘The Heart of Christ’ gaat Goodwin in op het medelijden van Christus met zondaren in hun zwakheden. Hij wijst op de grote betekenis van de vleeswording van Christus. Als God is Christus vol ontferming en goedertierenheid. Echter, door Zijn menswording heeft Hij als mens dezelfde gevoelens en zwakheden gekend als elk mens, met uitzondering van de zonde. Hij weet wat honger, dorst, verdriet en leed is. Voor orthodoxe christenen is er het gevaar dat de godheid van Christus zozeer wordt benadrukt, dat Zijn mensheid niet dat accent krijgt dat het behoort te hebben. Moderne theologen plegen de noodzaak van de vleeswording te ondergraven in hun zienswijze dat lijden tot het wezen van God Zelf behoort. Zo wordt aan de ene kant de grens tussen Schepper en schepsel uitgewist en de godheid van God miskend en aan de andere kant het wonder van de vleeswording ontkend. De Schepper werd schepsel allereerst om plaatsvervangend de toorn van God over de zonden met Zijn lijden en sterven als Middelaar te stillen, maar ook om echt te kunnen meeleven met de Zijnen in al hun noden.

laat zien dat Christus, ook al is Hij verhoogd en verheerlijkt, bewogen is met de zondaren in al hun noden. Hun zonden zijn geen reden Zich van hen af te keren, maar Zich over hen te ontfermen. Wie door geloof deze Middelaar nodig heeft, behoort tot de Zijnen en mag weten dat Christus nog veel meer naar hem verlangt, dan hij naar Christus. Ik hoop dat lezers van ‘The Heart of Christ’ met Goodwin leren zeggen: ‘Christus kan mij niet beter liefhebben dan Hij doet. Ik denk dat ik Christus niet beter kan liefhebben dan ik doe.’ Bij dit laatste denken we aan de woorden van de psalmist: ‘Daar strekt zich al mijn lust en liefde heen’ en: ‘Wie heb ik nevens U omhoog?’

Mede naar aanleiding van: Thomas Goodwin, The Heart of Christ in Heaven Towards Sinners on Earth, 1651, herdruk in Puritan Paperbacks, The Banner of Truth, Edinburgh 2011; ISBN 9781848711464; pb. 158 pag.; prijs £5,-.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 2012

Kerkblad | 16 Pagina's

De bewogenheid van Christus met zondaren

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 2012

Kerkblad | 16 Pagina's