Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het huisbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het huisbezoek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Broeders, aan mij is de vraag gesteld hoe je om kunt of moet gaan met een ouder iemand die met een onverwerkt probleem worstelt. Ik wil proberen daar een paar gedachten over uit te spreken.

Ze woonde nog op zichzelf in haar mooi aangeklede bejaardenwoning. ’t Kon nog met hulp van de thuiszorg en de liefdevolle nabijheid van de kinderen. Een van haar kinderen had mij benaderd met de vraag om moeder een keer op te zoeken omdat zij met een probleem worstelde. Ik zei tegen de dochter dat zodra ik de ruimte had ik haar oude moeder zou gaan opzoeken. Toen ik de telefoon had neergelegd, besloot ik om maar gelijk naar haar toe te gaan. Na een korte fietstocht stond ik voor het keurig verzorgde huisje. Toen ik mijn fiets op de standaard geplaatst had, liep ik het paadje op naar de voordeur. Ik belde aan en wachtte op reactie van de oude weduwe. Ik had niet van tevoren gebeld want ik verwachtte dat ze thuis zou zijn. Na even gewacht te hebben, ging de deur langzaam open. In het halletje stond een vrouw mij vriendelijk aan te kijken terwijl ze leunde op haar rollator. ‘O, dominee, bent u het. Komt u verder. Misschien kunt u de deur achter u dicht doen. Ik zal u even voorgaan. Wat fijn dat u me komt opzoeken. U ziet, het gaat niet zo snel, dominee. Maar ik kan me nog voortbewegen. Gaat u daar maar zitten. Ja, daar in die stoel. Doet u het kussen er maar uit als u er last van hebt. Niet iedereen vindt het fijn om met een kussen in de stoel te zitten. Zal ik voor u wat thee zetten?’ ‘Graag’, zei ik. ‘Lust u er suiker in?’ vroeg ze terwijl ze naar de keuken liep. Ik kreeg zo even de gelegenheid om in de sfeervolle kamer rond te kijken. Op het tafeltje vlak bij mij stond een foto van een man die heel ernstig het leven inzag. Aan de muur hingen foto’s van kinderen en kleinkinderen. Recht tegenover mij in een wandkast stonden een aantal foto’s van oudere mensen maar ook een foto van een jonger iemand.

Inmiddels was de thee gezet en vroeg ze enigszins verlegen aan mij of ik de kopjes die op het keukenblad stonden in de kamer wilde brengen. Toen we tegenover elkaar zaten, zei ik, terwijl ik op de foto wees die naast mij stond: ‘Wat kijkt uw man hier toch ernstig!’ ‘Ja’, zei ze, ‘maar dat was hij ook. ’t Was een ernstige man. Ook een goede man voor mij.’ Ik zag dat haar onderlip trilde toen ze dat laatste zei over haar man. ‘Hij is nu al ruim tien jaren weg en ik denk nog alle dagen aan hem.’ Ze zweeg en plotseling liepen de tranen over haar gladde wangen. Het kopje trilde in haar handen. Ik stond op en zette haar kopje op de tafel. ‘Dominee, voor mij is er geen vergeving mogelijk …’ zei de oude vrouw plotsklaps door haar tranen heen. Ik schrok van haar opmerking en keek haar onthutst aan. ‘Hoe bedoelt u dat, mevrouw?’ ‘Ach, dominee, het is allemaal zo erg. Ik denk er dag en nacht aan. Soms is het even weg maar als ik dan soms ’s nachts wakker ben, dan is het er weer en ook overdag. O, dominee, dan moet ik alleen maar huilen.’ ‘Wat is er dan gebeurd?’ vroeg ik heel voorzichtig aan haar. Ze reageerde niet direct op mijn vraag, zo werd ze overmand door haar emoties. Met neergeslagen ogen zat ze ineengedoken in haar stoel terwijl de tranen op haar zwarte schortje vielen. ’t Greep me geweldig aan vooral omdat ze had gezegd dat er voor haar geen vergeving was. Ik wilde weten waarom ze zo sprak en dacht. Daarom vroeg ik haar weer wat ze bedoelde met die uitdrukking dat er voor haar geen vergeving was. Toen vertelde ze met horten en stoten waar ze nu al bijna tien jaren vrijwel dagelijks mee werd gekweld. Op de dag van de begrafenis werd het lichaam van haar man niet door de helpers van de begrafenisondernemer gedragen maar in een karretje voortgetrokken. Op het pad naar het geopende graf was door het weggeschepte zand een bultje ontstaan. Toen het karretje over die verhoging in het pad heen schommelde, ging de kist heen en weer. ‘Toen dat gebeurde, dominee, toen dacht ik … o, wat is een mens? Wat gaan er toch een vreselijke gedachten door hem heen … o dominee, toen dacht ik ineens: Wat ligt hij nu toch te rollebollen in zijn kist. O, dat heb ik gedacht en nu is er voor mij geen vergeving meer. Nee, dominee, voor een mens die zo denkt over haar man is geen vergeving meer …’ De tranen drupten op haar verrimpelde handen en ze trilde.

Vol meedogen keek ik haar aan. ‘Is dat het nu waar u dag en nacht mee wordt achtervolgd?’ ‘Ja, dominee, en ik kan het maar niet van me afzetten. ’t Is zo erg, dominee, wat is toch een mens?’ ‘Ja, wat is een mens?’ zei ik. ‘Wat komen er een vreselijke gedachten bij ons op. Dat is waar, mevrouw. Ik wil daar niets van afdoen. Je kunt ontzaglijk schrikken voor hetgeen er allemaal rondgaat in ons hart. Dat weet de duivel ook. Die gedachte die bij u opkwam, gebruikt hij nu om u te slaan. “Zo”, zegt hij heel sluw, “zo, u hebt met uw man de spot gedreven. Hoe durft u? Nee, voor zo’n spotter is geen vergeving!”’ Met vermoeide ogen keek ze me aan terwijl ik tot haar sprak…

Wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 2012

Kerkblad | 16 Pagina's

Het huisbezoek

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 2012

Kerkblad | 16 Pagina's