Kerk en school I
Aanleiding
Er wordt vanuit verschillende posities in de maatschappij gekeken naar het onderwijs. Hierbij valt te denken aan de overheid, de politiek, de opleidingsinstituten, het gezin, het bedrijfsleven en de kerk. Ieder van hen heeft er belang bij dat er kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven. De laatste tijd horen we meer en meer signalen die zorgen aangeven over de richting, die de overheid en de politiek inslaan om de grondwettelijke vrijheid van inrichting (benoemingsrecht, lesinhoud) meer en meer te bedreigen, zowel van het orthodox protestants-christelijke als het reformatorische onderwijs. De identiteit van dat onderwijs en van die scholen staat op het spel. Ook vernemen we geluiden vanuit dit onderwijsveld zelf. Geluiden die aangeven bezorgd te zijn, omdat de christelijke of Bijbelse identiteit niet altijd als een zuurdesem in de dagelijkse schoolpraktijk merkbaar is.
Van harte kunnen we hierbij de oproep ondersteunen om te leren van de tijden en de bronnen die aangeven, hoe in moeilijke, ja onmogelijke omstandigheden kerk en ouders niet anders konden, dan kiezen voor voluit Bijbels georiënteerd onderwijs. In de eerste plaats denken we dan aan de periode van de Reformatie. In de Republiek van de zeventiende eeuw, en eerder, wilde de Gereformeerde Kerk een belijdeniskerk zijn. Zij zag erop toe, dat het leven van haar leden met de zuivere calvinistische leer zou overeenkomen. Daarom had de kerk belang bij gereformeerd onderwijs door gereformeerde onderwijsgevenden. Immers, als in de kerk de ware leer verdwijnt, worden de scholen in hun bestaan bedreigd. De beweging van de Nadere Reformatie (W.Teellinck c.s.) spande zich eveneens in om in de scholen leerkrachten te benoemen die gekenmerkt werden door vreze Gods en professionaliteit. In de tweede plaats wijzen we op de invloed van het Reveil en de Afscheiding in de negentiende eeuw, toen in ons vaderland sterke politieke en kerkelijke krachten probeerden te verhinderen om ‘Scholen met de Bijbel’ te stichten. Ook die geloofsstrijd om christelijk onderwijs te geven, mag nooit en te nimmer worden vergeten. Ordinantie 5 van onze kerkorde handelt over het jeugdwerk en de educatie (opvoeding). We lezen daar over de zaken van kerk en school. De zorg van de kerk is om vooral toe te zien op het geven van Bijbelse en kerkgeschiedenis. Tevens dient de kerk de ouders ervan te doordringen dat zij (als eersten) verantwoordelijk zijn voor het schoolonderricht van hun kinderen.
Voorbeeld
Onlangs vonden we een helder, maar vermoedelijk onbekend voorbeeld hoe de kerk zorg kan hebben voor het onderwijs, in het bijzonder voor het welzijn van de leerlingen. Van de protestantse theoloog, de Duitser C. Mel (1666-1733), zijn veel preken vertaald in het Nederlands. De prekenbundel over het boek ‘Spreuken’ heeft hij zelfs opgedragen aan de godvrezende weduwe van prins Johan Willem Friso, de bekende Maria Louise van Hessen-Kassel. Toen dominee Mel in Hersfeld (deelstaat Hessen) stond, stichtte hij een gymnasium. Ja, hij was zelfs inspecteur van het onderwijs. Het meest van hem bekend is zijn gebedenboek ‘De lust der heiligen in Jehovah’. Voor allerlei situaties uit het dagelijkse leven staan er gebeden in. De twee gebeden voor leerlingen zijn wellicht bedoeld voor ‘zijn’ gymnasiasten. Maar naar onze bescheiden mening raakt hun waarde verder dan alleen voor deze leeftijdscategorie. Wellicht kunnen ouders en onderwijsgevenden met deze gebeden hun winst doen. Een gesprek hierover bevelen we hartelijk aan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 2012
Kerkblad | 16 Pagina's