Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De refozuil en de toekomst van de kerk in Nederland I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De refozuil en de toekomst van de kerk in Nederland I

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste jaren wordt met regelmaat binnen de gereformeerde gezindte de betekenis van de zogenaamde refozuil aan de orde gesteld. De een benadrukt de waarde die deze zuil heeft. Voor anderen heeft de refozuil haar tijd gehad. Soms lijkt men het zelfs als een hinderpaal voor de roeping van de kerk en van christenen persoonlijk te zien. Wat moeten wij hiervan zeggen? Niet altijd is duidelijk wat men precies met de refozuil bedoelt. Dat moet allereerst helder worden voordat er een oordeel kan worden gegeven.

Soms lijkt men de refozuil zelfs als een hinderpaal voor de roeping van de kerk en van christenen persoonlijk te zien

Historisch gezien is de zuilvorming in Nederland begonnen in de negentiende eeuw. Chris­te­nen sloten zich aaneen in een politieke partij. Voor protestanten was dat de Antirevolutionaire Partij. Een van de speerpunten van de confessionele partijen, zo niet het speerpunt, was de be­kostiging van bijzonder onderwijs door de staat. Omdat de openbare school een school zonder de Bijbel was, richtten protestantse christenen scholen met de Bijbel op. De coalitie van rooms-katholieke en protestants-christelijke partijen had met name ten doel de gelijk­berech­tiging van openbaar en bijzonder onderwijs te realiseren. Het is met name Abraham Kuyper ge­weest die wat wij nu zuilvorming noemen, principieel heeft doordacht en bevorderd. Chris­te­lijke orga­ni­satievorming op de verschillende terreinen van het leven was voor hem het ant­woord op de secularisatie in een samenleving waar de band tussen kerk en staat was door­ge­sne­den. Niet toevallig is dat ook leden van de Gereformeerde Kerken oververtegen­woor­digd plachten te zijn in protestants-christelijke organisaties. De christelijke organisa­tie­vorming had voor Kuyper een missionaire spits. Zo moest de hele samenleving weer onder het beslag van het christelijke geloof worden gebracht. Ook zij die anders dachten over de verhouding kerk en staat dan Kuyper, of het nu hervormden waren of gereformeerden behorend tot de kleinere afgescheiden kerken, participeerden in christelijke organisaties en wel in het bijzonder in het christelijk onderwijs. Dat had te maken met het feit dat Kuypers werkwijze aansloot bij de feitelijke situatie van een scheiding tussen kerk en staat.

De vorming van de refozuil zou men kunnen zien aanvangen met het ontstaan van de SGP naast de reeds bestaande protestants-christelijke partijen. Kersten zette zich ook in voor de vorming van eigen scholen, omdat hij zich niet kon verenigen met het geestelijke klimaat van de Ge­re­formeerde Kerken en de scholen en organisaties die daaraan direct of indirect gelieerd waren. Door de toenemende verwatering en verwereldlijking van het protestants-christelijke volks­deel gekoppeld aan mogelijkheden die de overheid bood, kwam vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw de refozuil tot bloei. Daarbij is de sterke vertegenwoordiging van de Gere­for­meer­de Gemeenten in refo-organisaties niet los te zien van het streven van ds. Kersten. Op tal van plaatsen werden reformatorische basisscholen op­gericht en in een beperkter aantal plaat­sen ontstonden reformatorische middelbare scholen. Een aantal bestaande protestants-chris­te­lijke scholen werd in de zin van de wet refor­ma­to­rische school, doordat men zich aan­sloot bij de VGS. Er ontstonden instellingen op het gebied van de ge­zond­heidszorg met een re­formatorisch karakter. Je zou trouwens ook nog reforma­to­rische reis­verenigingen kunnen noemen, als je je niet beperkt tot instellingen en organisaties die over­heidssubsidie ontvangen. Zwakte is van meet af aan geweest, dat er weinig zicht was op de buitenwereld. Dat moet echter minstens zozeer de kerken en de leden van de kerken persoonlijk worden aangerekend dan de zogenaamde refozuil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 april 2013

Kerkblad | 16 Pagina's

De refozuil en de toekomst van de kerk in Nederland I

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 april 2013

Kerkblad | 16 Pagina's