Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Bijbelse bezinning op homoseksualiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Bijbelse bezinning op homoseksualiteit

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Homoseksualiteit is de laatste decennia een veelbesproken onderwerp. De overheid rekent acceptatie van homoseksueel gedrag en homoseksuele relaties tot een van haar kerntaken. Ook in kerkelijke kring is er aandacht voor deze zaak. In de aanloop naar de vorming van de PKN werd duidelijk dat het opnemen van de mogelijkheid van het zegenen van homoseksuele relaties in de kerkorde van de nieuwe kerk en in het verlengde daarvan in het dienstboek een onopgeefbaar punt was. Waar ook concessies mogelijk waren, hier in geen geval. De PKN zou hier in haar kerkorde expliciet breken zowel met de gereformeerde als met de lutherse belijdenis. Uit eigen waarneming weet ik hoe daarmee binnen meerdere kerkenraden de balans omsloeg om niet mee te gaan in de PKN. Ook binnen een aantal kerken, dat formeel zich nog gebonden weet aan de gereformeerde belijdenis, is er de ruimte voor samenlevende homoseksuelen tot het Heilig Avondmaal te gaan of ook ambtsdrager te worden. Het laatste geldt voor de Nederlands Gereformeerde Kerken en het eerste voor de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ook binnen de kring van de Gereformeerde Bond zijn er gemeenten waar homoseksuelen met een vaste relatie toegelaten worden aan het Heilig Avondmaal. Ten aanzien van de Christelijke Gereformeerde Kerken moet dan wel worden opgemerkt dat deze op hun laatste synode een rapport hebben aangenomen waarin zij hebben uitgesproken dat homoseksueel gedrag en homoseksuele relaties op grond van de Schrift zonde moeten worden genoemd, al is er helaas tegelijkertijd aan kerkenraden de mogelijkheid gegeven om pastorale redenen mensen die een homoseksuele relatie hebben tot aan het Avondmaal toe te laten. Zelfs die in het licht van de Schrift ongeoorloofde uitzondering gaat blijkens reacties een aantal christelijke gereformeerden niet ver genoeg. Zij willen dat er zonder meer ruimte komt voor hen die een vaste homoseksuele relatie hebben. Onder anderen dr. B. Loonstra die op dit punt al eerder van zich liet horen, heeft dat op zijn weblog naar voren gebracht.

Een studie die echt iets toevoegt
Net rond de tijd dat de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken uitkwam met haar rapport werd in de Artiosreeks, een serie die verschijnt onder verantwoordelijkheid van de Gereformeerde Bond, een uitvoerige studie over dit beladen onderwerp gepubliceerd. De auteur is dr. A.A.A. Prosman. Het doel van deze studie is om Bijbelse gegevens recht te doen met daaraan gekoppeld de vraag hoe op grond van de Bijbelse gegevens de lijn naar het heden moet worden doorgetrokken. In dat kader wordt aandacht gegeven aan hermeneutiek. Niemand leest de Bijbel zonder vooronderstellingen. Eigen vooronderstellingen zijn medebepalend voor het Schriftverstaan. Dat inzicht wordt nogal eens gebruikt om de Bijbel naar eigen hand te zetten of om elk beroep op de Schrift te relativeren. Die kant wil Prosman beslist niet op. Hij brengt naar voren dat de ene leesbril beslist beter is dan de andere. Een goede hermeneutiek neemt het vocht weg dat onze bril bij het lezen van de Bijbel beslaat. Daarom eindigt de studie aansluitend bij de bespreking van de Bijbelse gegevens en aangeboden historische informatie met een aantal praktische overwegingen en een pastorale bezinning. Deze studie voegt echt iets toe aan de reeds verschenen literatuur vanwege haar uitvoerigheid en vooral ook door de grondige wijze waarop de relevante Schriftgegevens zijn geanalyseerd en dat in combinatie met een analyse van het huidige culturele klimaat. Prosman geeft zelf aan dat hij zijn studie vooral geschreven heeft naar kerkenraden en ambtsdragers toe. Hij heeft een bijdrage willen leveren aan een Bijbelse meningsvorming en daarmee aan een Bijbelse verantwoording in omgang met homoseksualiteit maar ook met de mens die homoseksueel gericht is. Hij geeft zelf aan dat een boek gericht op homoseksuele christenen een andere spits zou hebben. Dan zouden hun problemen veel uitvoeriger worden belicht. Met dat woord ‘uitvoeriger’ geef ik al aan dat de auteur er bepaald niet geheel aan voorbijgaat.

Homoseksualiteit is niet alleen een probleem binnen de kerk
Prosman brengt naar voren dat over de gehele linie meer openheid is gekomen voor het thema homoseksualiteit. Dat geldt ook kerken en kringen die homoseksueel gedrag volledig aanvaarden. Toch is er in de praktijk veel verlegenheid. Ik onderstreep dat hij ook naar voren brengt dat onder hen die met homoseksueel gedrag geen enkele moeite hebben, het besef leeft dat er problemen zullen blijven. Hij maakt dat duidelijk aan de hand van interviewuitspraken van de in 2012 overleden dichter en schrijver Gerrit Komrij die zelf homoseksueel was. Komrij wijst op een leven zonder (eigen) kinderen en op de verschrikking van het ouder worden voor homoseksuelen. Prosman legt er de vinger bij dat het beeld dat de kerk de eeuwen door homoseksuelen zwaar heeft vervolgd, niet klopt. Homoseksueel gedrag werd als strijd met de natuur/scheppingsorde gezien, maar veelal niet zwaarder aangerekend dan andere seksuele overtredingen. Nooit heeft de kerk gedaan wat het bewust antichristelijke nazisme deed, namelijk iedereen die homoseksueel gericht is naar de dood verwijzen. Voor de nazi’s was homoseksualiteit een deviatie van het evolutieproces. Ik zou daar nog aan willen toevoegen dat voor de nazi’s het ombrengen van homoseksuelen op één lijn stond met het ombrengen van verstandelijk gehandicapten. Een goed functionerend lichaam was voor de nazi’s uitgangspunt. Homoseksualiteit als vorm van seksualiteit die niet aansluit bij de biologische functie van geslachtsorganen hoorde daar niet bij.

Zowel het Oude als Nieuwe Testament wijzen alle vormen van homoseksueel gedrag af
Prosman laat duidelijk zien dat zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament homoseksueel gedrag in welke vorm ook van de hand wijzen. De poging de afwijzing van de Schrift te beperken tot homoseksuele prostitutie of tot homoseksueel gedrag met wisselende contacten is onhoudbaar. Wel waarschuwt de auteur ervoor – en daarin val ik hem bij – om homoseksueel gedrag te isoleren van andere vormen van seksueel gedrag die in de Schrift worden veroordeeld. De Schrift ziet uiteindelijk alle seksuele omgang buiten het huwelijk als hoererij. Vaak wordt als het gaat om homoseksualiteit naar Genesis 19 verwezen. Het woord ‘sodomie’ als het gaat om homoseksueel gedrag is daarvan afgeleid. Prosman laat zien dat Genesis 19 maar van zeer beperkte betekenis is, als het gaat om Bijbelse bezinning over homoseksualiteit. Een gehele samengestroomde menigte wenst twee vreemdelingen op homoseksuele wijze te verkrachten en negeert daarmee ook nog het zo fundamentele recht van de vreemdeling en de plicht tot gastvrijheid. Dan komt de HEERE met Zijn oordeel. Veel belangrijker is Genesis 1:27. Daar lezen we dat God de mens mannelijk en vrouwelijk schiep. Dat is, zo wijst de auteur aan, een meer letterlijke en ook betere vertaling dan man en vrouw. Het gaat niet om maatschappelijke positie, maar om sekse. Daarnaast komen Leviticus 18 en 20 aan de orde. Het liggen van mannen bij mannen wordt afgewezen. De reden is dat alle seksualiteit die het huwelijk ondergraaft, onder Gods oordeel valt.

Nu is de vraag hoe wij ons op Leviticus 18 en 20 kunnen beroepen als het gaat om afwijzing van homoseksualiteit. Immers in het tussenliggende hoofdstuk lezen we ook over het zaaien met tweeërlei zaad en het niet afscheren van de hoeken van de baard. Bij het geven van een antwoord wijst Prosman op de blijvende betekenis van het in Handelingen 15 vermelde apostelconvent. Het besluit van het apostelconvent houdt in dat christenen uit de heidenen zich moeten houden aan de geboden die onder de oude bedeling voor vreemdelingen in Israël golden. Uiteraard komt ook Romeinen 1 ter sprake. Met een beroep op de natuur veroordeelt Paulus daar homoseksualiteit. Hier plaats ik een kanttekening bij het betoog van Prosman. Sterker dan hij doet zou ik willen aangeven dat Paulus met natuur bedoelt, de natuur zoals God die van de schepping heeft bedoeld. Van die bedoeling heeft de mens ook na de zondeval nog enig besef, al is dat besef in onze samenleving erg afgesleten. Daarom zeg ik de auteur niet na, ook in zijn bespreking van Calvijn, dat wij niet meer zoals hij dat deed een beroep op de natuur kunnen doen om homoseksualiteit af te wijzen, maar de route via Handelingen 15 moeten bewandelen. Ik zou willen zeggen dat beide routes elkaar aanvullen. Daarbij is de route via Handelingen 15 wel een heel belangrijke pijler. Met Thiselton, die een zeer uitgebreid commentaar op 1 Korinthe schreef, stelt Prosman dat Paulus in 1 Korinthe 6:9 ook homoseksuele relaties afwees waarin liefde een rol speelt. Wanneer de NBV hier vertaalt met schandjongens en knapenschenders is dat een voorbeeld van eigen opvattingen inlezen in de vertaling. Het woord dat de SV met ‘ontuchtigen’ vertaalt, slaat wellicht op travestieten. Het volgende woord gaat in het algemeen over mensen die zich homoseksueel gedragen en moet niet tot een bepaalde categorie van homoseksueel gedrag worden beperkt.

Liefde, trouw en gebod
De auteur bestrijdt met historische argumenten dat stabiele homoseksuele relaties in de oudheid onbekend waren. Zo’n relatie kon zelfs met rituelen omkranst worden. Dat er geen gelijkstelling met het huwelijk plaatsvond, had er eenvoudig mee te maken dat het huwelijk onlosmakelijk verbonden werd gezien met het doorgeven van leven. Homoseksuele relaties en ook pedoseksuele relaties waren in de oudheid volkomen geaccepteerd. Nam men in zo’n relatie een ondergeschikte positie in, dan riep dat spot op, maar dat stond los van het homoseksuele gedrag. Een veelgehoord argument is dat liefde voorrang moet hebben boven het gebod. Daarbij wordt gebod vooral als regel gezien. Onder anderen bij Loonstra vinden we deze gedachtegang. Terecht brengt Prosman naar voren dat niet alleen liefde de inhoud van het gebod is, maar ook het gebod de inhoud van de liefde. Zonder het gebod wordt liefde een lege huls. Heel belangrijk is de constatering dat het Bijbelse gebod geen willekeurige regel is, maar dat in het gebod God Zelf aanwezig is. Wie de Bijbelse gegevens met betrekking tot homoseksualiteit relativeert, relativeert daarmee ook wat de Bijbel over liefde en trouw betuigt.

Praktische overwegingen en pastorale bezinning
Bij de praktische overwegingen wijst Prosman erop dat wie ruimte ziet voor de toelating van praktiserende homoseksuelen tot het Heilig Avondmaal, in het verlengde daarvan niet heen kan om aan een stabiele homoseksuele relatie een kerkelijk kader te geven. Echter wie homoseksualiteit aanvaardt, heeft geen reden meer om tegen biseksualiteit nee te zeggen. Moeten relaties die in dat kader staan ook aanvaard worden, ook al zijn er meer dan twee personen bij betrokken?! Hier en daar klinken al stemmen in de samenleving in die richting. Door deze vragen op te werpen wil Prosman de lezer ervan bewust maken dat het opgeven van het Bijbelse getuigenis aangaande homoseksualiteit geen zelfstandige factor kan en zal zijn. Heel duidelijk is dat Prosman geen enkele ruimte ziet voor homoseksuele relaties. Daarin wijkt zijn studie af van het rapport van de Christelijke Gereformeerde Kerken dat kerkenraden de ruimte geeft op zijn minst tijdelijk homoseksuele relaties te tolereren. Ik noteer dat met dankbaarheid. Prosman had bij het schrijven van zijn boek nog niet van dit rapport kennisgenomen. Hij geeft echter aan dat het creëren van dispensaties Bijbels niet gefundeerd kan worden en praktisch toch de weg naar acceptatie baant. Hoe kan men praktiserende homoseksuelen wel aan het Heilig Avondmaal toelaten en vervolgens weigeren op die relatie een kerkelijk stempel te zetten?! Wel meen ik dat de auteur richting kerkenraden dat standpunt robuuster had mogen verwoorden. Kerkenraden die hier anders handelen, hebben bekering nodig. Ik val de auteur ten volle bij dat richting gemeenteleden die homoseksueel gericht zijn, een pastorale insteek van groot belang is. Het feit dat een homoseksuele relatie wordt afgewezen, mag niet betekenen dat de mens die homoseksueel gericht is, in de kou wordt gelaten.

Wie homoseksueel gericht is, moet tegen zichzelf strijden en dat gaat heel diep. Vanuit een seculiere visie is de strijd tegen jezelf destructief. Prosman onderstreept dat de Bijbel hier een ander geluid laat horen. Strijd tegen je eigen zondige aard, waarin die zich ook uit, is wezenlijk voor het christelijke geloof. Als het gaat om seksualiteit kan die strijd ook voor hen die heteroseksueel zijn, maar niet (meer) gehuwd zijn, zwaar zijn. Het verschil blijft dat een homoseksueel die naar de Schrift wil leven, weet dat hij levenslang een groot stuk eenzaamheid zal moeten dragen. Prosman brengt naar voren dat tucht met betrekking tot homoseksueel gedrag niet een op zichzelf staand gegeven mag zijn. Ook andere vormen van seksueel (wan)gedrag zijn tuchtwaardig. Dat wil ik zeer nadrukkelijk onderstrepen. Ik denk niet alleen aan pornoverslaving maar ook aan ongehuwd samenwonen en vooruitgrijpen op het huwelijk. Over de brede linie van het kerkelijke leven onderscheidt de Kerk van Nederland zich in deze zaken al te weinig van de wereld en is het beleid van veel kerkenraden er meer op gericht mensen vast te houden maar dan zonder hen te confronteren met de oproep van de Heere Jezus Christus: ‘Die achter Mij wil komen, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij’ (*). De auteur zal het wel met mij eens zijn dat een zonde hoe ernstig ook, als hij niet in het openbaar is bedreven, in zijn algemeenheid althans ook niet in het openbaar moet worden bestraft. Van die regel mag alleen om heel dwingende redenen worden afgeweken.

Ten slotte: ik kan iedereen die zich in de problematiek van homoseksualiteit wil verdiepen, deze studie aanbevelen. Wie hem leest zal merken dat in deze bespreking niet alle aspecten ervan aangeroerd konden worden. Ik ken in de Nederlandse taal geen andere studie waarin de Bijbelse gegevens zo grondig worden geanalyseerd en tegelijkertijd in een breder kader gezet. Ik wil de auteur daarvoor van harte bedanken. Met de keuze die het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond destijds rond de vorming van de PKN deed, kon en kan ik mij niet verenigen. Daarom verheugt het mij des temeer dat het hoofdbestuur niet alleen als het gaat om de positie van de vrouw – dan denk ik aan de door dr. Bouter geschreven brochure Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen – maar ook met betrekking tot homoseksualiteit, tegen ook geluiden in een deel van de eigen achterban in, een Bijbelse lijn wil vasthouden.

Dr. A. Prosman | Homoseksualiteit tussen Bijbel en actualiteit. Een poging tot verheldering | Groen, Heerenveen 2013 | ISBN 978-90-8897-084-9 | paperback | 283 pagina's | prijs € 12,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Een Bijbelse bezinning op homoseksualiteit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2014

Kerkblad | 20 Pagina's