Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘De afgunstige mens’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘De afgunstige mens’

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de scherpe uitval in de richting van haar man bleef het een poosje onnatuurlijk stil in de kamer. Ik wist met mijn houding ook geen raad en keek enigszins verlegen naar de klok die zich in deze moeilijke ogenblikken geducht liet horen. De man stond van de tafel op en vroeg mij of ik misschien een kopje koffie lustte. Toen hij merkte dat ik aarzelde, zei hij om mij gerust te stemmen dat de koffie al klaarstond. ‘Nee, dominee, het is helemaal geen moeite om voor u een kopje koffie te halen. Ik had zojuist een pot verse koffie gezet en wij waren er ook aan toe om samen gezellig wat koffie te drinken. Nietwaar, vrouw?’ Bij de laatste woorden richtte hij zich lachend naar zijn vrouw. Maar ook dat gebaar werkte niets positiefs uit. Ze keek hem even vluchtig aan en zei toen met de ogen op het tafelkleed gericht: ‘Gezellig koffiedrinken … man, hoe kun je het zeggen? U ziet wel – ze keek me bij die woorden bijna wanhopig aan – dat hij er niets van begrijpt. Hij loopt overal maar langs heen.’

Na deze tweede uitval van de vrouw voelde ik me nog onzekerder worden. Ik merkte – geërgerd – dat ik niet de moed had om haar op haar gedrag aan te spreken. Daarom deed ik verward door tegenstrijdige gevoelens in mijn binnenste er maar het zwijgen toe en keek naar de punt van mijn schoenen. De stilte die ontstond na al die geladen woorden van de opstandige vrouw, voelde gewoon pijnlijk aan. Gelukkig kwam haar man binnen met de koffie. Heel vriendelijk zette hij het kopje bij zijn vrouw neer die zonder iets te zeggen het naar zich toe trok. Ik keek haar al roerend in mijn koffie een ogenblik aan en vroeg haar uiterst voorzichtig: ‘Mevrouw, mag ik u iets vragen?’

Ze richtte haar ogen op mij en zei met enig wantrouwen in haar stem: ‘Wat wilt u vragen?’ We keken elkaar wat aftastend aan en ik greep moed uit haar woorden. ‘Kunt u mij nog eens duidelijk maken waarom u de dingen om u heen en in uw leven zo negatief benadert? Zijn er dan helemaal geen lichtpunten in uw leven? Kijk eens wat u allemaal hebt! Uw man staat u trouw terzijde en doet van alles om het leven voor u draaglijk te maken. U hebt een prachtig huis en u bent gezegend met de kinderzegen. U mag zelfs kleinkinderen begroeten en ik begreep dat uw dochter een kleine mag verwachten. Velen in de gemeente en daarbuiten – denk eens aan de vervolgde kerk – hebben niet wat u allemaal hebt mogen ontvangen. U hebt reden om de Heere te erkennen voor de vele weldaden die in uw schoot geworpen zijn. Hadden u en ik daar recht op?’ Zo probeerde ik met al mijn woorden die ik enigszins gespannen uitsprak bij haar binnen te komen, wat … totaal mislukte! Ik merkte het wel onder mijn spreken dat ik de grip op haar kwijtraakte maar wilde daar in eerste instantie niet van weten. Daarom werd mijn stem al redenerende iets heftiger wat tot gevolg had dat zij wel mijn woorden hoorde maar ze niet toeliet in haar hart.
Vermoeid keek ze me aan en zei alleen maar: ‘U begrijpt het dus ook niet!’ Ontredderd keek ik van de vrouw naar de man die zenuwachtig aan het kleed zat te plukken. Met een diepe zucht bekende ik dat het gesprek kennelijk mislukt was. De vrouw deed na mijn belijdenis geen enkele moeite om mij tegemoet te komen. De man zei daarentegen dat hij het toch fijn had gevonden dat ik geweest was. Beschaamd zei ik dat ik het contact wilde afsluiten met Schriftlezing en gebed. Toen ik op huis aan fietste, heb ik lang nagedacht over die ontmoeting en mezelf steeds maar de vraag voorgehouden waar het toch mis gegaan was in het gesprek. Ik kwam na enige reflectie op het hele gebeuren tot de onthutsende conclusie dat er feitelijk helemaal geen gesprek had plaatsgevonden. Ik had na de openingszin moeten stoppen om haar de gelegenheid te geven zich uit te spreken. Wat had ik echter gedaan? Ik had me uit gebrek aan werkelijk inzicht in haar situatie gehuld in de rol van de objectiverende en analyserende pastor. Ik had niet begrepen dat deze houding de meest goedkope manier is van pastoraat bedrijven. Ik had haar met mijn gemeenplaatsen de gelegenheid ontnomen om op haar eigen leefsituatie te reflecteren. Door mijn gedrag kon zij zonder problemen de deuren van haar hart sluiten en achter die gesloten deuren haar negatieve visie op alles en iedereen blijven koesteren. Het vijandbeeld kon dankzij mijn haast om mezelf te redden, gehandhaafd blijven. Ik moest tot de weinig vleiende vaststelling komen dat ik mij in het contact met die vrouw niet op haar had gericht maar op mezelf. Dat had ze onuitgesproken bij het aanhoren van al die gemeenplaatsen gevoeld en daarom had ze geen moeite gedaan om mij toe te laten in haar leefwereld.

Broeders, u herkent ongetwijfeld deze geschetste casus. Akkoord, u hebt gelijk als u zegt dat de ‘zelfzucht’ bij deze vrouw buitenproportioneel is. Maar hebt u uzelf nooit afgevraagd hoe het zover kon komen? Waarom is die vrouw zo negatief? Waarom ziet zij de zon niet schijnen? Waarom wordt zij verteerd door jaloezie, ook al zegt ze met nadruk dat ze niet jaloers is? Ja, waarom …? U zegt: ‘Dat is niet moeilijk, dominee, dat komt door de zonde.’ Ja, u hebt gelijk en ik kan daar weinig tegen inbrengen. Toch bekruipt mij het gevoel dat u met die waarheid uzelf er toch te gemakkelijk van afmaakt. Of hebt u bij uzelf nooit die vreselijke woekerplant van de ‘zelfzucht’ ontdekt? Wat zijn we op onze eer gesteld! Of ligt dat bij u anders? Ieder mens wil gehoord en gerespecteerd worden. Wanneer dat niet gebeurt, maakt de mens rare sprongen. Nare processen komen dan op gang om de ander die ons niet zo vleit met woorden en handelingen te beschadigen. Negatief gedrag om aandacht te krijgen.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

‘De afgunstige mens’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2014

Kerkblad | 20 Pagina's