Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie zoekt gij? En waarom?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie zoekt gij? En waarom?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Wie zoekt gij? En zij zeiden: Jezus de Nazarener. Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd dat Ik het ben. Indien dan gij Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.’
Johannes 18:7b en 8

Van een overrompeling was geen sprake in Gethsémané. Jezus ging naar een bekende plek en Hij wist dat Judas ook onderweg was. Onderweg om Hem te verraden. En als Judas met de bende arriveert, dan treedt Jezus het arrestatieteam als een Held tegemoet, terwijl Hij een vraag stelt: ‘Wie zoekt gij?’ De Heere Jezus neemt het initiatief door een vraag te stellen. In ieder geval voor Judas moet het toch ook een ontdekkende vraag geweest zijn! Stel je voor! Wie zocht hij eigenlijk? En waarom? Wat wilde hij met Jezus doen? Het staat er zelfs apart bij dat Judas er ook bij stond, toen Jezus vroeg: ‘Wie zoekt gij?’ Deze vraag moest hij horen! En verachtelijk klonk het antwoord: ‘Jezus de Nazarener.’ Ze zochten de Man uit Nazareth. En dan de reactie van de Heere Jezus: ‘Ik ben het.’ Hij maakt Zich bekend! Ook nu! Nu het er echt op aan kwam.

Toen Adam door God gezocht werd, toen verborg hij zich in de hof van Eden en hij verwees naar zijn vrouw. Adam stond schuldig, maar verborg zich en schoof de schuld op zijn vrouw. Jezus was volkomen onschuldig, maar verborg Zich niet. Hij verborg Zich niet, toen het uur van Zijn kruisdood naderde. Integendeel! Hij vestigde de volle aandacht op Zichzelf door te zeggen: ‘Ik ben het!’ Hier mag geen enkele onduidelijkheid over bestaan. Hij is het Lam van God. Hij zal de vervloekte kruisdood sterven! Daarom: ‘Ik ben het!’ Jezus heeft vaker gezegd: ‘Ik ben het.’ Denk maar aan de ontmoeting bij de waterput met de Samaritaanse vrouw, of denk aan Zijn discipelen in die bange nacht op het meer van Galilea, toen Jezus tot hen kwam en zei: ‘Zijt goedsmoeds, Ik ben het!’ Hij maakte Zichzelf bekend, toen in Galilea en ook nu in Gethsémané. Hij maakt Zichzelf bekend, als het erop aan komt. Hij maakt Zichzelf bekend, ook vandaag onder de prediking van het Evangelie. Zelfs Zijn vijanden moeten het weten: ‘Ik ben het!’ Want zo zal het Evangelie voor u en mij zijn, of een reuke des levens ten leven, of een reuke des doods ten dode. Wat is het voor u?

‘Ik ben het!’ Iedere zondag laat Hij het u en jou ook weten. ‘Ik ben het!’ Ik ben het Lam! Ik ben de Zaligmaker! En … hebt u Hem nodig gekregen? Is Hij u dierbaar geworden? Belijden wij met de bruid van het Hooglied al: ‘Zulk Eén is mijn Liefste, zulk Eén is mijn Vriend?’ Vallen we in aanbidding voor Hem neer en dus naar Hem toe, of slaan we steil achterover, en dus van Hem af? We lezen in Psalm 35: ‘Laat hen beschaamd en te schande worden die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven worden en schaamrood worden, die kwaad tegen mij bedenken.’ Ook bij Zijn arrestatie wordt duidelijk dat Hij alle macht heeft in hemel en op aarde en toch zal Hij gebonden afgevoerd worden. Vrijwillig zal Hij Zich immers overgeven en als een lam zal Hij ter slachting geleid worden. Tot twee keer toe werd de vraag gesteld: ‘Wie zoekt gij?’ en tot twee keer toe antwoordden ze: ‘Jezus de Nazarener.’ Maar ook tot twee keer toe antwoordde Jezus: ‘Ik ben het!’ Hoe vaak heeft Hij tegen u al gezegd: ‘Ik ben het’?

Maar let dan ook op wat Jezus vervolgens zegt. Want als Hij in het uur van de dood zegt: ‘Ik ben het’, dan volgt daar onlosmakelijk op: ‘Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.’ Wat een wonder dat Jezus zei: ‘Ik ben het!’ Hier zien wij wat het Evangelie van de plaatsvervanging inhoudt. Want als Hij in het uur van de dood gebonden wordt, dan zullen zondaars losgemaakt worden uit de banden van de dood. Als Hij gekruisigd zal worden, dan zullen zondaren vrijuit gaan. Hij is de Borg en daarom: als Hij sterft, dan zullen zondaren leven.
Eens wilde Mozes borg staan voor zijn volk, maar dat was onmogelijk. Mozes kon geen borg zijn. Maar nu zal Christus doen wat onmogelijk was voor Mozes. De Heere Jezus treedt hier als Borg naar voren en Hij is volkomen bereid om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Die handen die Hij zo teer en zo liefdevol op kinderen gelegd had, ze werden gebonden. Het gaat om die handen die Hij zo vaak liefdevol op zieken gelegd had. Hij werd gebonden om zondaren los te maken. Gebonden werd Jezus afgevoerd, terwijl Zijn woorden ons nooit meer loslaten: ‘Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.’ Zoekt u Hem? Niet als een Judas, maar wel om het ook te mogen weten: Hij voor mij daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Wie zoekt gij? En waarom?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 2014

Kerkblad | 20 Pagina's