Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verootmoedigend onderwijs van Gods Paaslam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verootmoedigend onderwijs van Gods Paaslam

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: ben ik het, Heere?
Mattheüs 26:21-22

In het eerste boek van de Institutie wijst Johannes Calvijn ons erop dat het ware geloof bestaat uit de kennis van God (in Christus) én de kennis van onszelf. Daarbij is het Christus Zelf Die in Zijn profetisch ambt door de Heilige Geest al Zijn gelovigen onderwijst in deze kennis. De Bijbelse waarheid van deze woorden zien wij in het Schriftgedeelte dat we overdenken. Kijk, daar zit de Heere Jezus met Zijn twaalf discipelen. Ze zitten samen aan de paasmaaltijd. Het paaslam is geslacht, en het wordt nu gegeten met ongezuurde broden en bittere saus. Als herinnering aan de verlossende daden van de HEERE in het verleden van Zijn volk Israël. Maar, wat wijst die oude geschiedenis in deze nacht ook vooruit naar het werk van Christus! Want over enkele uren zal Hij immers als Gods Paaslam uit eeuwige liefde Zich overgeven, om de vervloekte kruisdood te sterven op Golgotha. Opdat God met Zijn oordeel over de zonde voorbij zal gaan bij allen, die door het geloof leren schuilen achter Zijn dierbaar bloed.

Zo zit de Meester met Zijn twaalf discipelen aan het laatste Pascha ... En dan gebeurt het opeens. Daar klinkt opeens de stem van Christus: ‘Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden.’ Nee, dit is geen mensenwoord. Het is het onfeilbare Woord van de alwetende Zoon van God! Want Hij spreekt immers: ‘Voorwaar (amen!), Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden.’ Het is een laatste waarschuwing voor Judas, opdat hij zich bekeren zal van zijn boze plannen. ‘Judas, Ik weet wat je van plan bent! Bekeer je toch van je duivels plan, want er is vergeving!’’Zeker, Judas zal naar Gods raad de verrader van de Heere Jezus zijn. Maar dat betekent niet dat Judas gedwongen wordt dat te doen. Ook Judas wordt hier nog opgeroepen tot bekering. Maar Judas legt dit Woord naast zich neer en gaat vrijwillig verder op het pad van de zonde, dat hem straks zal brengen in de eeuwige nacht. Wat een waarschuwing, ook voor u en mij. Wie Gods indringende oproep tot bekering naast zich neerlegt, komt straks ook eeuwig om.
Tegelijkertijd is het opvallend dat Christus hier Zijn woorden in het algemeen uitspreekt: ‘Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden.’ Stel u zich eens voor, dat u daar ook tussen de twaalf discipelen aan de paasmaaltijd zit ... Wat zou uw reactie op Zijn Woord zijn? Zou u misschien verontwaardigd opspringen? Zou u misschien zelfs boos worden? ‘Heere, hoe kunt U dat toch van mij denken?’ Van nature zijn wij als gevallen zondaren zo blind voor de verdorvenheid van ons hart. We hebben hoogmoedig grote gedachten van onszelf, en kleine gedachten van de HEERE. Maar waar de Geest van Christus een zondaarshart vernieuwt, wordt dat precies andersom. Kijk maar naar Christus’ discipelen: ‘En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere?’

Dit is de reactie van elf discipelen. Want in vers 25 staat de reactie van Judas apart vermeld. Maar wat komen hier de heerlijke vruchten van Christus’ Geest in de elf discipelen openbaar! We zien de vrucht van waar geloof, want de discipelen geloven blijkbaar dit Woord van Hem. Zoals elk waar geloof onvoorwaardelijk amen zegt op Gods Woord. Dat geloof buigt onder de aanklacht van Gods wet, wanneer God in Zijn wet ons leven aanklaagt en veroordeelt. Maar dat geloof omhelst ook de Heere Jezus Christus als Borg en Middelaar, Die ons in de belofte van het Evangelie welmenend en onvoorwaardelijk wordt aangeboden door de Vader. We zien de vrucht van liefde tot Christus, die blijkt uit de diepe droefheid van de discipelen. De gedachte dat één van hen Jezus verraden zal, vinden ze onverdraaglijk, omdat ze Hem zo hartelijk hebben lief gekregen. Zo is ook vandaag elk waar geloof werkzaam door de liefde. Het is Christus Zelf Die dat vuur van de liefde ontsteekt in het hart van de Zijnen, en het is ook Christus Zelf Die dat vuur brandend houdt. Zodat ze telkens in diepe verwondering belijden: Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.

We zien tot slot de vrucht van ootmoedige zelfkennis, want de discipelen vragen Hem immers: ‘Ben ik het, Heere?’ Ook al zijn ze zich niet bewust van plannen om de Heere Jezus te verraden, toch achten ze zich er niet te goed voor. Ze achten zich er allemaal toe in staat, een iegelijk ... Zo leren al Gods kinderen vrezen voor de arglistigheid van hun eigen hart. We leren dat we nergens te goed voor zijn, en we worden bang voor onszelf. En toch, juist deze ootmoedige zelfkennis brengt alle oprechten van hart aan de voeten van Christus. Om het Hem te vragen: ‘Ben ik het, Heere?’ Om Hem te smeken: ‘Beproef Mij, en zie of bij mij een schadelijke weg is ...’

Bent u door Gods genade ook al leerling van Christus geworden, op de school van Zijn Geest? Er is nog steeds plaats aan Zijn voeten. Zelfs de grootste van de zondaren is welkom bij Hem. Hoor, Hij nodigt ook u! Hartelijk, en indringend roept Hij u toe: ‘Komt herwaarts tot Mij ...’ Wat een wonder, als deze grote Profeet ook u onderwijst in de kennis van God en van uzelf. Zodat u steeds dieper verstaat dat de enige grond van uw zaligheid alléén ligt in Zijn offer. Want voor al Zijn leerlingen gaat Hij straks de dood in, als Gods Paaslam Dat geslacht wordt. Opdat Zijn discipelen, met al Gods kinderen, straks zullen zitten aan Zijn tafel in de hemel. Om daar het nieuwe lied te zingen: ‘Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Verootmoedigend onderwijs van Gods Paaslam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2014

Kerkblad | 20 Pagina's