Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Heilig Avondmaal (13c)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Heilig Avondmaal (13c)

(1 Korinthe 11:17-34)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar de mens beproeve zichzelf en ete alzo van het brood, en drinke van de drinkbeker.
(1 Korinthe 11:28)

Zelfbeproeving is noodzakelijk en geboden. De vraag is wel: Waarover dient deze zelfbeproeving dan te gaan? In het Avondmaalsformulier worden dan drie dingen genoemd. Als eerste staat er: ‘Ten eerste bedenke een ieder bij zichzelf zijn zonden en vervloeking, opdat hij zichzelf mishage en zich voor God verootmoedige; aangezien de toorn van God tegen de zonde zo groot is, dat Hij die (eer Hij ze ongestraft liet blijven) aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus met de bittere en smadelijke dood des kruises gestraft heeft.’
Als eerste valt op dat er staat ‘een ieder’. Niemand van de gemeente wordt blijkbaar uitgezonderd. En ook is het niet de vraag of we ooit lang geleden onze zonden hebben leren kennen. Of wat we ooit daarvan beleefd hebben. Nee, wij worden opgeroepen om in het heden onze zonden en vervloeking te bedenken. En dat ‘bedenken’ raakt ons hele leven. Het formulier spreekt van ‘zonden’ en niet van ‘zonde’ in zijn algemeenheid. Het gaat om concrete zonden in onze gedachten, woorden en werken. Die te bedenken! En dat niet even vluchtig, maar in een grondig onderzoek. In het brengen van het geweten voor de rechterstoel van God en onder de tucht van Zijn heilige wet. Zo wordt de spiegel van Gods wet ons voorgehouden, opdat wij zouden zien: vervloekt is eenieder die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. Zo kunnen we ook begrijpen dat het formulier in één adem spreekt van ‘zonden en vervloeking’.

Vervloeking
De zaak is namelijk hoogst ernstig. Het woord ‘zonde’ heeft in de Schrift een groot gewicht. Zonden zijn geen zaken voor een christenmens om met een grote stap overheen te gaan of eromheen te gaan. Nee, zonden zijn bij God vervloekt. En onder die vloek liggen wij. Is voor Gods kinderen die vloek dan niet weggenomen? Zeker, en toch hebben wij ónze vervloeking te bedenken. Als kinderen van Adam liggen wij onder de vloek en zijn we kinderen des toorns, maar als kinderen van God zijn we geheiligd en gezegend in Jezus Christus. Net als bij Luther, die immers sprak van een tegelijk rechtvaardige én zondaar zijn (simul iustus et peccator). Het hebben van zonden en dus ook het klagen over de zonden en de verootmoediging voor God, het verdienen van Gods toorn en het liggen onder de vloek is in het christenleven nooit een geheel gepasseerd stadium. In Christus (Romeinen 8:1) hebben de gelovigen geen zonden meer, weten zij niet meer van toorn en vloek. Maar ‘in zichzelf’ zijn en blijven zij kinderen des toorns, zodat zij, zoals ons formulier zegt, hun zonden en vervloeking te bedenken hebben.

Mishagen
Het doel van dat bedenken is dat wij onszelf mishagen en verootmoedigen. Nu dienen we wel goed te onderscheiden en niet het psychologische met het geestelijke te verwarren, om vervolgens in verwarring te raken. Want, er zijn mensen, die een hekel aan zichzelf hebben, aan hun uiterlijk, aan hun innerlijk, aan hun afkomst, aan al hun eigenaardigheden. Dat is een psychisch zelfmishagen. Hier is het echter geestelijk. Zo, dat ik een hekel aan mezelf heb, vanwege mijn zonden. Dat ik een mens ben die altijd zonden doet en zonde is. Natuurlijk niet in de zin van dat we onszelf gaan verachten, eventueel tot in de zelfdoding toe. Mishagen, verootmoediging voor God, staat in tegenstelling tot ‘zichzelf behagen’, een houding van hoogmoed. Onze ingenomenheid met onszelf en onze hoogmoed worden dan verbroken. Verbroken van hart en verslagen van geest, dat is de gestalte waarin God ons zien wil, als wij naderen tot Zijn heilige Dis. Dan heb je zelf niets meer en dan zoek je het leven en de reinigmaking buiten jezelf in Jezus Christus.

Bij het kruis
Dat wordt in het bijzonder geleerd bij het kruis, waar Christus een vloek is geworden voor de Zijnen. Maar waar blijft dan de wet? Nergens komt de wet méér tot zijn recht dan op Golgotha in het offer van Christus. Olevianus heeft dat heel scherp gezien door ons in het eerste deel van de zelfbeproeving niet terug te werpen op onszelf. Hij wijst ons rechtstreeks op Jezus, de Gekruisigde. Wie wil weten hoe zwaar God de zonden straft, hoe ernstig Hij de overtreding van Zijn wet opneemt, die moet op Golgotha zijn. Wij moeten noodzakelijk leren ‘hoe groot onze zonden en ellenden’ zijn. Daarvoor neemt het formulier ons mee naar Golgotha, waar God de zonde (eer dat Hij ze ongestraft liet blijven), aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus met de bittere en smadelijke dood des kruises gestraft heeft. Zo wordt hier al de vinger uitgestoken naar het Lam van God.
In het leren kennen van onze zonden heeft het kruis dus een wezenlijke functie. Daar mogen we niet aan voorbijgaan, want de volle verschrikking van de zonden, de ware evangelische boetvaardigheid is alleen aan de voet van het kruis van Christus te beleven. Luther heeft in Zijn lijdenspreken laten zien dat nergens Wet en Evangelie elkaar zo dicht naderen als in het kruis van Christus. Op Golgotha ziet men Gods straf in haar volle maat. Daar ziet men niets dan dood en oordeel van God. Daar ziet men wat wij verdiend hebben. Dat alles is de Wet! Maar men ziet tegelijk dat een Ander dan wijzelf deze straf heeft gedragen, deze toorn en dit oordeel van God heeft ondergaan. Dat het Gods eigen Zoon was, Die uit enkel liefde en barmhartigheid het oordeel onderging en leed voor de Zijnen. Dat is het Evangelie! Dat verootmoedigt het hart én doet ook vluchten tot de Borggerechtigheid van de Gekruisigde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Het Heilig Avondmaal (13c)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 2014

Kerkblad | 20 Pagina's