Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sola Scriptura

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sola Scriptura

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd, waarin Bullinger als leraar in het Cisterciënzerklooster te Kappel am Albis woont en werkt, is tevens ook de tijd waarin de nieuwe inzichten in de leer van vrije genade ook in Zwitserland meer en meer ingang vinden. Hierbij kunnen we verwijzen naar plaatsen als Bern en Biel in het westen en noordwesten; naar Schaffhausen en Constanz in het noorden; naar Graubünden, Toggenburg, Appenzell en Sankt Gallen in het oosten en noordoosten. Aan deze plaatsen zijn ook beroemde namen verbonden, dat wil zeggen mannen van het eerste uur, die evenals Bullinger hervormers genoemd kunnen worden: Johannes Oecolampadius (1482-1531) in Bazel, Berchtold Haller (ca. 1492-1536) in Bern en met Zwingli in Zürich Leo Jud/Judae (1482-1542).

Wanneer men de reformatie in Zwitserland wil vergelijken met die in Duitsland, dan kunnen we spreken van een zekere beïnvloeding vanuit het noorden. Maar de politieke, kerkelijke en sociale omstandigheden zijn zodanig verschillend, dat de Zwitserse reformatie geen kopie is van de Duitse. Zo zegt bijvoorbeeld Volker Leppin, dat Luther de reformatorische ontwikkeling van Zwingli meer heeft versneld, dan dat hij er oorzaak van geweest is (zie Die Reformation, Darmstadt 2013, p.13). Deze zienswijze komt overeen met die van het ‘Handboek der Kerkgeschiedenis’. Daarin wordt namelijk opgemerkt, dat Luthers optreden en geschriften Zwingli grote steun en stootkracht hebben geschonken. Ter onderbouwing van deze mening, wordt daarbij verwezen naar een opmerking van Zwingli zelf, die verklaarde sinds 1516 (!) het Evangelie in reformatorische – dat is in zuivere – zin gepredikt te hebben (zie J.N. Bakhuizen van den Brink / W.F. Dankbaar, Handboek der Kerkgeschiedenis, deel III, Den Haag 1967, p. 65).

De hierboven geschetste gang van zaken geldt ook Bullinger. Onafhankelijk van Zwingli is ook hij door Gods genade tot Bijbelse inzichten gekomen met betrekking tot Gods Woord als de enige bron en norm voor het geestelijk leven, de grove dwaling van Rome als het gaat over het Heilig Avondmaal alsook het afwijken van de wederdopers van de zuivere leer. In zijn levensbeschrijving over deze vriend en opvolger van Zwingli, heeft Carl Pestalozzi een aantal brieven opgenomen, waarin deze zaken op zeer heldere wijze uiteengezet worden (zie ‘Heinrich Bullinger, Leben und ausgewählte Schriften’, Elberfeld 1858, p.27 e.v.). Zo schrijft Bullinger bijvoorbeeld in 1523 namens de abt van het klooster een brief aan diens vriend Rudolf Asper over de bijzondere betekenis van Gods Woord met betrekking tot het geloof en al wat daarbij naar voren komt. In dit schrijven benadrukt Bullinger hoe hij, na een moeizame studie van zowel kerkelijke besluiten alsook geschriften van belangrijke geleerden uit de eeuwen vóór hem, tot de vaste overtuiging was gekomen, dat in geloofszaken alleen de Heilige Schrift het opperste en beslissende gezag toekomt. Ter verdediging van zijn stelling verwijst hij hierbij niet alleen naar uitspraken van de kerkvaders, maar ook – en zelfs in de eerste plaats – naar de Heere Jezus Zelf. Als Christus Zelf alles – zelfs na Zijn opstanding – vanuit de Schriften van het Oude Testament bewijst, moet Hij daarin dan niet gevolgd worden? Zo hebben toch ook de apostelen zich steeds op de Schrift beroepen, zelfs na de uitstorting van de Heilige Geest. Lezen we niet bij Paulus, dat al de Schrift van God is ingegeven?

Eerlijk bekent Bullinger in dit schrijven, dat bij het onderzoek naar de betekenis van Gods Woord de gedachte bij hem boven kwam, dat met betrekking tot het geloof en de vragen die daarover gesteld kunnen worden, misschien toch niet alles in de Schrift terug te vinden was. Maar – zo vervolgt hij – de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen heeft hem van deze dwaling genezen. ‘Ik vond hierin alles wat tot het heil van de mens behoort: de wet, het evangelie, de zonden, de straf, de begenadiging, het geloof, de gerechtigheid; Christus, God, de goede werken, liefde, hoop, droefheid, gerechtvaardigde, zondaar; sterkte, zwakte; hoe men zich zowel tegenover vrienden als vijanden moet gedragen. Hoe kan men nu – zo vraagt Bullinger zich vervolgens af – vele leerstellingen van de huidige kerk als mondelinge uitspraken van Paulus laten uitgaan als zijnde door de overlevering tot ons gekomen? Om de ongerijmdheid van de roomse kerk in dezen nog scherper te laten zien, voegt hij eraan toe: ‘ofschoon Paulus in zake de leer nooit is veranderd, weerspreken deze leerstellingen toch zijn schriften.’ Men moet dan ook alleen de Heilige Schrift volgen én alle menselijke bijvoegselen verwerpen. Temeer daar concilies, beroemde geleerden en kerkvaders kunnen dwalen en zelfs ook gedwaald hebben (A.C.R.: zie ook artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis). Terecht dan ook de uitspraak van Augustinus: ‘Hoedt u ervoor, mijn geschriften als canoniek te vereren!’

Thans – zo vervolgt hij in zijn zeer uitvoerige brief – stootte ik op een nieuwe moeilijkheid. ‘Mag ik mij de Heilige Schrift, waarin zoveel donkere plaatsen voorkomen, alleen toevertrouwen? Weliswaar leren mij de kerkvaders die te begrijpen, maar de kerk in de eerste eeuwen had geen Thomas van Aquino, geen Dun Scotus, geen Augustinus.’ Echter, met instemming verwijst Bullinger hier naar een uitspraak van Augustinus, dat er in de Schrift geen plaats zó donker is, of zij wordt niet door een andere verklaard. Heeft – zo vraagt Bullinger zich af – de Heilige soms gewild, dat men Hem niet begrijpt? Heeft Hij alleen de rabbijnen en de geleerden tot de ware betekenis willen leiden? Christus zegt het tegendeel in Mattheüs 11:25: ‘In dienzelven tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt denzelve den kinderkens geopenbaard.’ Wie durft de gelovigen het rechte verstaan te ontzeggen? Dat is Christus tot een leugenaar te maken. Alzo dan – zo besluit Bullinger dit gedeelte – moet de Schrift uit zichzelf verklaard worden, dat wil zeggen in de betekenis, waarin ze is geschreven. Hierbij wijst Bullinger tevens op het feit, dat de Heilige Geest de beste Uitlegger is, daar Hij het geschrevene Zelf heeft ingegeven. Alzo zegt hij dan ten slotte: ik geloof mijzelf niet, ook niet de kerkvaders, maar ik blijf bij de Schrift, terwijl ik de Schrift door de Schrift verklaar en niets daarvan af- of bijdoe!

NB! Als Bullinger deze brief opstelt, is hij pas 19 jaar oud! Met andere woorden: door Gods genade mocht hij al op zeer jonge leeftijd tot het rechte inzicht komen van de fundamentele betekenis van de Heilige Schrift inzake het geloof en het geloofsleven. Hoe scherp dan ook al in die begintijd van de Reformatie – bijvoorbeeld met betrekking tot het Heilig Avondmaal – Luther tegenover Zwingli, en in hun spoor de Lutheranen tegenover de Gereformeerden, kortom de Duitsers tegenover de Zwitsers kwamen te staan, in hun visie op de Heilige Schrift waren zij een. Immers, zowel in Duitsland als in Zwitserland vormde het Sola Scriptura een van de belangrijkste grondpijlers van de Reformatie! Dit nu tot zegen van velen, ja! tot zelfs in onze tijd toe.

Gameren, ds. A.C. Rijken


Brief van Bullinger

In deze aflevering aandacht voor een brief van Bullinger waarin hij het belang van het Sola Scriptura benadrukt: ‘ik geloof mijzelf niet, ook niet de kerkvaders, maar ik blijf bij de Schrift, terwijl ik de Schrift door de Schrift verklaar en niets daarvan af- of bijdoe!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Sola Scriptura

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014

Kerkblad | 20 Pagina's