Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zegeningen van Jakobs God (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zegeningen van Jakobs God (11)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Issaschar dan?
Een voor een werden ze geroepen, de zonen van Jakob. Als Ruben, Simeon, Levi en Juda een zegen hebben ontvangen, dan zal Issaschar wel geroepen worden. Hij is de vijfde zoon. We kunnen ons voorstellen dat Issaschar verwachtte dat hij nu geroepen zou worden. Echter, dan gaat het anders. Niet Issaschar maar Zebulon wordt geroepen. Opnieuw blijkt dat de HEERE anders rekent dan wij. Dat bleek ook al bij de zegening van Efraïm en Manasse. God is vrij. Hij is vrij in de plaats die Hij beschikt voor elk van Zijn kinderen. Zebulon betekent ‘verhoogd’. Hier lijkt het alsof hij inderdaad verhoogd wordt boven Issaschar. De HEERE heeft bepaald dat Zebulon eerder dan zijn oudere broer gezegend werd. Wellicht worden al zijn broers even bewogen als zij dit zien, want dit hadden ze niet verwacht. We horen niemand spreken, die meent dat de volgorde verkeerd is. Dat mag ook niet, want God is vrijmachtig. God is rechtvaardig. Hij kan het niet verkeerd doen. Bovendien zal Issaschar straks ook geroepen worden. Wat moet Issaschar doen met het feit dat zijn jongere broer als het ware boven hem geplaatst wordt? Zal hij er moeite mee hebben? Het staat er niet, maar het zou kunnen. Hij moet en mag leren verblijd te zijn met het plaatsje dat God hem onder de zonen van Jakob geeft. Al zou hij als laatste van allen geroepen worden om de zegen te ontvangen en de minste plaats krijgen, dan had hij nog reden om te zwijgen. Ondertussen is het wel wonderlijk dat Zebulon vooraf mag gaan aan Issaschar. Hij heeft dan ook alle reden om zich te verwonderen. Waar heeft hij het immers aan verdiend?

Zebulon, een uitdeler van vele gaven
Wat wordt er van Zebulon gezegd? ‘Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon.’ Zebulon heeft duidelijk iets met de zee. Hij zal aan de kust wonen. Overigens is dat wonderlijk genoeg, want als we zien hoe het land Kanaän verdeeld is, dan is het de stam van Aser die echt aan de zee woont en niet Zebulon. Toch staat er dat Zebulon aan de zee zal wonen. Dat betekent dat deze stam veel aan de zee te vinden zal zijn en van de zee zal leven. Als Mozes vóór zijn heengaan de zegen mag leggen op de stammen Israëls, dan wordt duidelijk hoe wij de woorden van ons vers moeten verstaan. ‘En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht, en Issaschar! over uw hutten. Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den overvloed der zeeën zuigen, en de bedekte verborgen dingen des zands’ (Deut. 33:18-19). Zebulon zal leven van de overvloed der zeeën. Dat zal hij overigens doen met de broederstam Issaschar.
Ziet u dat Mozes overigens dezelfde volgorde aanhoudt? Eerst Zebulon, dan Issaschar. Zebulon is vissersvolk, handelsvolk, zoekersvolk en vindersvolk. De meest kostbare dingen, die verborgen liggen onder het zand, mogen zij opgraven en gaan verhandelen. Zebulon mag veel rijkdom brengen aan en voor het volk. Het is alsof de verwondering van Lea straks voortleeft onder dit volk. Toen Zebulon geboren werd, heeft zij gezegd: ‘God heeft mij, mij heeft Hij begiftigd met een goede gift’ (Gen. 30:20). Uit de woorden van Mozes blijkt dat Zebulon volken zal roepen tot de berg Gods. Zebulon mag vanwege die oceaan van de liefde Gods putten uit de zee en anderen tot jaloersheid verwekken. Zebulon zal een voorbeeld zijn onder zijn broeders. Een voorbeeld in het leven van overvloed. Zij zoeken het niet in hun eigen stamgebied. Nee, ze moeten ervoor uittrekken naar de zee en hun netten uitwerpen. Zij zullen niet beschaamd worden. Hun rijkdom komt niet zozeer van eigen bodem, maar van God Die van deze stam een uitdeler maakt. Zij waren ook gul als het gaat om manvolk voor de strijd. Deze stam leverde eens 50.000 soldaten met een onwankelbaar hart aan koning David (1 Kron. 12:33). Door genade mocht deze stam grote zegeningen ontvangen om een zegen te zijn. Laten we erop letten dat Zebulon van overvloed heeft geleefd. Kent u die genade? Leeft u eruit?

Met de rug naar Sidon
Er staat van Zebulon dat ‘zijn zijde zal zijn naar Sidon’. Wij mogen het woord ‘zijde’ ook vertalen met ‘rug’. Deze stam leeft dicht bij de heidenen, maar is wel genoodzaakt met de rug naar de heidenen toe te leven. Zebulon zal wellicht handel hebben gedreven met Sidon, maar moest dat doen met gepaste afstand. De stam mocht geen verbond sluiten met de heidenen. Zolang de stam heeft geleefd met de rug naar Sidon en het gezicht naar Jeruzalem ging het goed. Zo is het echter niet gebleven. Het is donker geworden in het land van Naftali en Zebulon. Ja, die gezegende stam is ook in het donker terechtgekomen, maar dat volk mocht een groot licht zien (Jes. 9:1-2). Jezus heeft er gewoond en gepredikt. Ze mochten uit Hem opnieuw schatten en gaven opdelven en met moeder Lea uitroepen: ‘God heeft mij, mij heeft Hij begiftigd met een goede gift.’


Lezen: Genesis 49:13; Deuteronomium 33:18-19
Zingen: Psalm 107:12 en 22

Poederoijen, ds. M. van Sligtenhorst

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 2015

Kerkblad | 20 Pagina's

De zegeningen van Jakobs God (11)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 2015

Kerkblad | 20 Pagina's