Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zegeningen van Jakobs God (12)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zegeningen van Jakobs God (12)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om de lieve vrede wil
‘Een bonk van een kerel’, zo zeggen wij weleens. Dat is Issaschar ook. We moeten die uitdrukking, dat hij een sterk gebeende ezel is, dan ook zeker niet opvatten als een scheldwoord. Nee, dat wordt positief bedoeld. Issaschar is sterk en goed in staat om zware lasten te dragen. ‘Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken.’ Onder de ‘pakken’ kunnen wij ook zadeltassen of manden verstaan. Immers, de lasten werden vaak in zadeltassen of manden aan de ezel gehangen. Issaschar heeft in zichzelf een mooie eigenschap. Wellicht ziet Jakobs zoon er robuust uit. Breedgeschouderd en gespierd. Issaschar kan een schone gave hebben, maar we vragen ons af hoe hij die gave heeft gebruikt. Zijn kracht was trouwens niet de enige schone gave die hij bezat. Zijn erfenis was nog schoner. In het vijftiende vers wordt gesproken van een heerlijk erfdeel. Zijn land wordt aangeduid als een rustoord en als een lustig land. Zo vinden we in Issaschar het dal van Jizreël. Dat betekent: ‘God zaait’. Het lieflijke rustoord van Issaschar is een vruchtbaar gebied, want als God zaait, dan zal er zeker genoeg groeien. Issaschar is gezegend met kracht en met een van de vruchtbaarste oorden. Groot, maar wie zou met zulke gaven om kunnen gaan? Issaschar niet, zo lijkt het.

Laten we eens zien met welke ogen Issaschar naar zijn zegeningen blikt. ‘Toen hij de rust zag, dat zij goed was, en het land, dat het lustig was, zo boog hij zijn schouder om te dragen, en was dienende onder tribuut’ (Gen. 49:15). Jakob ziet het in de verte al gebeuren. Issaschar neemt zijn schone erfenis in en neemt zijn erfenis eens goed op. Hij ziet het genot en de heerlijkheid van zijn land en gaat rekenen. Wat berekent Issaschar? Hoe rekent hij? Issaschar gaat voor het maximale genot voor de minste prijs.

Wie wil er nu niet van een rustoord genieten en in vrede ongestoord liggen in een lustig land? Echter, Issaschar rekent verkeerd. Hij rekent naar zijn eigen lust. Er zal immers strijd tegen de heidenen moeten worden gevoerd. Deze moeten geheel verdreven worden, eer dat de rust genoten kan worden. Maar wat lezen we van Issaschar? ‘Hij boog zijn schouder om te dragen en was dienende onder tribuut.’ Om alles zo gerieflijk mogelijk te houden en het maximale levensgenot te verkrijgen, gaat hij liever de strijd uit de weg. Issaschar zal zich blijkbaar snel overgeven in een dienstbare houding onder de Filistijnen. Zelfs zo dat hij belasting (tribuut) betaalt. Het kost wat, maar het levert Issaschar meer op, zo meent hij. Om de lieve vrede wil, maar het is wel een valse vrede. Het was niet de aangewezen weg om rust te verkrijgen zonder strijd te leveren. Het is de naamchristen ten voeten uit. We gaan de strijd liever uit de weg om het maximale genot te genieten en zelfs Gods kind komt van deze boze karaktertrek niet geheel af.

Zo moeder, zo zoon
We zien deze karaktertrek ook in zijn godvrezende moeder in de geschiedenis die voorafgaat aan zijn geboorte. We lezen in Genesis 30 vers 14 tot 18 dat Lea en Rachel een bittere strijd voeren. Het grieft Lea dat Jakob meer in Rachels tent te vinden is. Daar weet Rachel wel misbruik van te maken. Als Ruben op een dag met dudaïm uit het veld komt, vraagt Rachel aan Lea of zij er ook wat van mag hebben, dan zal zij ervoor zorgen dat Jakob weer eens in Lea’s tent verkeert. Als Jakob dan thuiskomt, spreekt Lea hem erop aan dat zij recht op hem heeft, want ze had van haar dudaïm gegeven aan Rachel. ‘Want ik heb u om loon zekerlijk gehuurd’, zo zegt zij tegen Jakob. Ze gaf aan Rachel toe en ging de strijd uit de weg om loon te ontvangen. Ze liet het misbruik van Rachel toe. Ze boog haar schouder om te dragen. Feitelijk had zij zichzelf verhuurd aan Rachel. Ze gaf toe, om Jakob maar in haar tent te krijgen. Daar was de geboorte van Issaschar het gevolg van. Er zijn uitleggers die menen een verband te zien tussen dit gedrag van Lea en de karaktertrek in haar zoon Issaschar. We zijn hen daarin gevolgd. Issaschar verhuurt zich om loon. Dat ligt enigszins in zijn naam opgesloten en het komt in zijn karakter naar buiten. Hij is ten diepste niet vrij. Dat Issaschar de strijd uit de weg gaat, komt pijnlijk openbaar als David manschappen nodig heeft. Toen David na zijn erkenning in Hebron vele strijdbare mannen uit de stam van Zebulon kreeg, leverde Issaschar er maar 200. Opvallend genoeg zijn dat geen echte soldaten, maar raadsmannen, diplomaten. Nu kon David zeker wijze mannen gebruiken, maar dat er geen strijdbare helden uit Issaschar geleverd werden, laat mogelijk zien dat zij niet gewend waren aan de strijd. Als u God vreest is uw grootste strijd misschien wel, dat u geen strijd wilt. Echter, geestelijke luiheid of gemakzucht, brengt onder tribuut. ‘Gij zijt duur gekocht; wordt geen dienstknecht der mensen’ (1 Kor. 7:23).


Lezen: Genesis 30:14-18; 49:14-15
Zingen: Psalm 105:2 en 3

Poederoijen, ds. M. van Sligtenhorst

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 2015

Kerkblad | 20 Pagina's

De zegeningen van Jakobs God (12)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 2015

Kerkblad | 20 Pagina's