Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet uit de werken maar uit de Roepende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet uit de werken maar uit de Roepende

Over de roeping (2): de inwendige roeping

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is terecht om enige voorzichtigheid te betrachten bij het benoemen van het wezenlijk onderscheid tussen de inwendige en uitwendige roeping. Toen ik mij als achttienjarige aanmeldde bij een reformatorische studentenvereniging, maakte ik wel te veel bezwaar, maar niet helemaal zonder reden. In het vorige artikel heb ik dat benoemd: als dit onderscheid te sterk benadrukt wordt, kan het lijken alsof de inwendige roeping losstaat van de uitwendige roeping. Dat heeft als dodelijk gevolg, dat de kracht uit de uitwendige roeping gehaald wordt. Toch is het wel belangrijk om dit onderscheid te maken. In dit artikel wil ik daar met u op letten, waarbij we ook behandelen de wijze waarop de Heere inwendig roept.

De noodzaak van inwendige roeping
De uitwendige roeping blijft in de praktijk helaas vaak zonder de zo nodige uitwerking: geloof en bekering: ‘Wie heeft onze prediking geloofd? (Jes. 53:1; vergelijk Spr. 1:24, Matth. 22:14, Rom. 10:16 en vele andere). De vorige keer hoorden we, dat dit gebrek aan uitwerking niet ligt aan de prediking van het Evangelie zelf. Het is onbijbels om te spreken in de trant van: ‘Dit woord is alleen maar uitwendig.’ Nee, ‘het Woord Gods is levend en krachtig’ (Hebr. 4:12). Echter een mensenhart is daarvoor van nature ongevoelig: ‘De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn.’

Hoe komt het, dat de kracht van het ongeloof als het ware sterker is dan de kracht van het Woord van God? Door de radicaliteit van dat ongeloof, die de mens niet slechts ‘geestelijk gehandicapt’ doet zijn, maar geestelijk dood. Het meest krachtige medicijn is zinloos voor een gestorvene … En zo zijn wij: ‘dood in de misdaden en de zonden’ (Ef. 2:3). Dit is de duidelijke leer van Gods Woord en de doorleving van iedere ware gelovige. Wie geestelijk leven heeft leren kennen, zal zijn geestelijke dood hebben leren zien. Nee, daarmee kunt u niet onder de roepstem van het Woord uit, om met een ‘ik kan mij niet bekeren’ u weer onder de klem uit te wurmen. Maar wie zichzelf leert kennen, gaat wel voelen: er is meer nodig dan de uitwendige prediking alleen, de Heere Zelf moet er aan te pas komen om het Woord via mijn oren, via mijn verstand, te brengen in mijn hart. Dit is wat Lydia ondervond: ‘welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd’ (Hand. 16:14). Hier ziet u dus, waarom we de inwendige roeping van de uitwendige moeten onderscheiden. Wij hebben nodig, niet alleen dat de Heere Zijn Woord ons verkondigt, maar ook dat Hij het hoogstpersoonlijk in ons hart indraagt.

De inwendige roeping
Onder ‘inwendige roeping’ verstaan we dus dat werk van God waarmee Hij ervoor zorgt dat Zijn Woord tot in het diepst van het hart gehoord wordt. De uitwerking is, dat de ziel gewillig wordt, en niet meer anders kan dan dat Woord in geloof be-amen (hier zal ik nog iets meer over zeggen in het derde artikel). Overigens, de Engelsen spreken van effectual calling (‘effectieve roeping’), wat wel heel duidelijk aangeeft waar het hier om gaat. Goed om te weten is nog, dat als in het Nieuwe Testament gesproken wordt over de roeping van Godswege, het woord ‘roepen’ of ‘roeping’ weliswaar enkele keren gebruikt wordt voor de uitwendige roeping (zoals Matth. 22:14), maar meestentijds voor de inwendige: ‘Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht’ (1 Petr. 2:9; vergelijk Rom. 1:7, 8:30, 9:11; 1 Kor. 1:9; Ef. 1:11; 2 Petr. 1:10; Openb. 19:9 etc.).

Inwendige en uitwendige roeping
Hoe voltrekt zich nu deze inwendige roeping? Hoe doet de Heere dat, Zijn Woord in het hart brengen? Wel, dat is een verborgen werk van de Heilige Geest, waar wij geen grip op hebben. Wij hebben er geen verstand van en de Heere is ons geen verantwoording schuldig over de vraag waarom en hoe Hij bij sommige hoorders (en bij anderen niet) tot de ziel gaat spreken. Toch kunnen wij er wel iets van zeggen. Het is namelijk zo, dat Hij de inwendige roeping altijd paart aan de uitwendige. De Heere werkt door Woord en Geest. Als het uitwendige woord klinkt, wil de Geest zorgen dat dat inwendig weerklank vindt. Het geloof heeft geen extra’s nodig naast het gepredikte Woord, nee, het geloof leert juist in dat gepredikte Woord het leven vinden. Hoe komt dat? Doordat de Heilige Geest zó in het hart werkt, dat wij het Woord eindelijk gaan verstaan zoals het is: levend, krachtig, vol van waarheid en zaligheid. Dit te zien bewaart ons voor twee gevaren. Aan de ene kant, alsof er naast het gepredikte Woord nog iets anders nodig is dat de Heilige Geest moet toepassen, een bijzondere openbaring, los van de verkondiging. Nee, het ware geloof heeft genoeg aan het gehoorde Woord.

Aan de andere kant moeten we ook bewaard worden voor het gevaar, alsof er geen werk van de Heilige Geest is, en wijzelf met het Woord aan de slag moeten; God heeft alles voor ons neergelegd en nu hangt het van onze keuze af of wij er ook nut van hebben. Nee, wij moeten het hebben van de Heilige Geest, die inwendige Leermeester, Die het verstand verlicht en de wil vernieuwt. De Heilige Geest gebruikt voor Zijn werk niets anders dan Zijn Eigen Woord. ‘De doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven’ (Joh. 5:25). En: ‘Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen’ (Openb. 3:20). Hier ziet u de uitwendige en inwendige roeping samenkomen. De uitwendige, want Hij klopt aan de hartendeur van ieder die het Woord hoort. En de inwendige, want hoe komt Hij binnen, hoe doen wij open? Als wij Zijn stem (echt) horen! Die levenwekkende stem, waarvan David zingt: ‘Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbaar Woord; ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord.

Oldebroek, ds. M. van Reenen


De wijze waarop

Om Zijn milde goedheid in deze schitterende gave [van het geloof] nog duidelijker in het licht te stellen, keurt God het niet allen zonder onderscheid waardig haar te ontvangen, maar verleent Hij haar als een bijzonder voorrecht aan wie Hij wil. (…) Als een getrouw vertolker daarvan roept Augustinus uit: ‘De Zaligmaker wil ons leren dat ook het geloof een geschenk en geen zaak van verdienste is (Joh. 6:44, 65) (…). Vreemd is dat: twee zijn er die horen; de één gaat er achteloos aan voorbij, de ander spitst zijn oren. Die er geen aandacht aan schenkt, moet dat zichzelf aanrekenen, en die de oren spitst, mag dat niet als eigen verdienste aanmerken.’

(…)

Dan blijft daarna nog over in het hart te laten stromen wat het verstand ingedronken heeft. Gods Woord wordt immers niet in geloof aanvaard wanneer het hoog in de hersens rondwaart, maar wanneer het diep in het hart geworteld is (…). De Geest doet daarom dienst als een zegel om dezelfde belofte in het hart te verzegelen waarvan Hij de zekerheid eerst in het verstand heeft afgedrukt, en Hij functioneert als onderpand om die beloften te bevestigen en te bestendigen.

J. Calvijn, Institutie III.2.35-36

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

Niet uit de werken maar uit de Roepende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2015

Kerkblad | 24 Pagina's