Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moeder in Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moeder in Israël

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Godsdienstige opvoeding is een verantwoordelijkheid voor vader en moeder. Beiden hebben het kind uit Gods hand ontvangen, beiden worden geroepen het kind te onderwijzen in de christelijke leer. Dit heeft als doel dat de kinderen hun hoop op God zouden stellen (Ps. 78:7). Komt deze oproep in de Bijbel vooral tot vaders, uit Gods Woord is ook af te leiden dat moeders betrokken zijn bij de zorg voor het geestelijk welzijn van hun kinderen. Bij deze vorm van onderwijs zijn twee specifieke vragen direct van belang: leven de ouders door genade zelf uit dat geloof, en op welke manier geven ze gestalte aan het onderwijs?

Leesbare brief
Kinderen zien scherp. Ze merken op of leer en leven in overeenstemming zijn. Vooral jonge kinderen, die een groot deel van de dag bij moeder zijn, zien wat moeder doet, hoe moeder leeft, wat voor haar belangrijk is. Ook al zijn moeders zich hier vaak niet bewust van, ze zijn leesbare brieven. Van wie? Rachel kan de terafim wel voor haar vader verborgen houden, maar het is bijna uitgesloten dat de directe gezinsleden van Rachel nooit iets gemerkt zullen hebben van het feit dat die afgod zo belangrijk voor haar was. Wat gaat er op die manier van Rachel uit? Zolang die terafim zich in haar tent bevindt, en zij niet los is van de dienst aan die afgod, is zij geen leesbare brief van de HEERE. Hanna laat een totaal ander beeld zien. Zij is toegewijd aan de dienst van de HEERE; de woorden en daden, die van haar opgeschreven staan (1 Sam. 1-2:10), getuigen van een persoonlijke geloofsband met de HEERE. Zij is een richtingwijzer naar de HEERE. Zo heeft zij Samuël in zijn jonge jaren, waarin hij bij haar was, de juiste weg gewezen.

Huisgodsdienst
Godsdienstige opvoeding vindt niet alleen plaats door het voorleven, maar komt ook tot uiting in het bewust doorgeven van het Evangelie. Als het goed is, staan deze twee in één lijn met elkaar. Timotheüs is een duidelijk voorbeeld van een (klein)kind, dat bewust Bijbels onderwijs gekregen heeft van zijn (groot)moeder. Hij heeft van kinds af de heilige Schriften geweten, die hem wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is (zie 2 Tim. 3:15). Oma Loïs en moeder Eunice (zie 2 Tim. 1:5 en ook de kanttekeningen op die tekst) hebben de jonge Timotheüs onderwezen in de Schriften. Moeders worden nog steeds ingeschakeld bij deze Bijbelse opdracht. Op eenvoudige en ongedwongen manier mogen ze spreken over zonde en genade en getuigend vertellen over de Heere Jezus Christus, de enige Naam ter zaligheid. Ze brengen de kinderen eerbied bij voor de Heere en Zijn dienst. Hoe druk moeders ook zijn, ze zullen hun best doen tijd in te ruimen om samen voor en met de kinderen te lezen in de (kinder)Bijbel, te bidden en te zingen. Uit hun hart zal steeds de bede opklimmen of de HEERE Zijn zegen wil schenken; dat de kinderen Hem persoonlijk mogen leren kennen en voor Hem mogen leven.

Vragen
Hoe zijn moeders in staat deze belangrijke opdracht te vervullen? Als een moeder zelf door genade mag leven in afhankelijkheid van de HEERE, weet ze ook Wie haar wil helpen en bijstaan bij deze dingen. Ze hoeft van zichzelf dan ook niet te eisen dat ze zelf altijd pasklare antwoorden moet hebben op alle kwesties, waar haar kinderen mee komen. Het moet niet gaan om de oplossingen, waar zij mee komt; ze mag heenwijzen naar de verlossing, die God wil schenken. En als er vragen bovenkomen, zal zij die vragen Boven laten komen. Ze mag ze biddend brengen bij de Overste Leidsman en Voleinder des Geloofs (Hebr. 13:1), Die ook de grote Hogepriester is (Hebr. 4:14-16). Bij Hem kan ze altijd terecht, ook als ze tot haar grote verdriet ziet dat haar kinderen voor haar onbereikbaar zijn geworden.

Aanhoudend gebed
In de tijd van de Heere Jezus was er zo’n moeder in het gebied van Tyrus en Sidon (Matth. 15:21-28; Mark. 7:24-30). Haar dochter is door de duivel bezeten. Smekend om hulp voor haar kind komt deze moeder bij de Heere. Als de Heere in eerste instantie zwijgt, en haar vervolgens duidelijk maakt waarom Hij niet naar haar hoort, zijn dat voor die moeder geen redenen met haar smeekbede te stoppen. Integendeel, ze houdt aan, blijft pleiten, en voert met een zekere hardnekkigheid de strijd (aldus Calvijn). Zij gelooft en vertrouwt dat Hij haar zal horen; daarom houdt zij standvastig aan in haar gebed voor haar dochter. Dan gebeurt het genadewonder: ter wille van haar geloof verhoort de Heere het aanhoudend gebed van deze moeder voor haar kind. Moeders, die biddend worstelen voor het zielenheil van hun kind, mogen in deze geschiedenis een aanmoediging vinden om te blijven bedelen aan de troon van Gods genade.

Verkeerd verlangen
In het Nieuwe Testament komen we nog een vrouw tegen, die ter wille van haar kinderen naar de Heere Jezus gaat (Matth. 20:20); het is Salome, de vrouw van Zebedeüs. Zij aanbidt de Heere en vraagt Hem of haar zonen mogen zitten aan Zijn rechterhand en linkerhand als Hij Koning zal zijn. Zij vraagt om deze ereplaatsen in de veronderstelling dat ze zo het goede voor haar kinderen zoekt. Zij vergist zich, want ze meet met aardse maatstaven. In het Koninkrijk van de Heere draait het niet om ‘belangrijk-zijn’; ‘dienen’ is het ke(r)nwoord van Zijn Rijk. Het gaat niet om ereplaatsen, maar om dienstknecht en dienstmaagd te mogen zijn. Dit is een moeilijke les voor moeders en kinderen, die willen klimmen op de trap van eer naar ‘hoger’ en ‘meer’. Niet heersen, maar (mogen) dienen; dat gaat helemaal in tegen de verlangens van ons hart. Maar het is wel de weg van het leven met de Heere.

Moeder in Israël
In de Bijbel zijn ook voorbeelden te vinden van vrouwen, die ingeschakeld werden voor het geestelijk welzijn van een kring, die groter is dan het eigen gezin. Eén zo’n vrouw was Debora. Zij leefde in een donkere periode van het volk Israël. In die tijd heeft het volk de dienst aan de HEERE verlaten. Als gevolg hiervan krijgt het te maken met onderdrukking door vijanden. In deze moeilijke tijd mag Debora dienstbaar zijn in de dienst van de HEERE en zo mag zij een bijzondere plaats innemen in en voor het volk Israël. Als een profetes heeft zij het volk onderwezen aangaande Gods wil en als een richteres heeft zij de ellende van de onderdanen met moederlijk medelijden ter harte genomen en afgewend (zie kanttekening 14 bij Richteren 5). Ze heeft als een moeder gevochten voor het welzijn van de kinderen Israëls. Dit deed ze niet in eigen kracht en naar eigen inzicht. Uit haar lofzang is af te leiden dat ze vertrouwde op de HEERE. Daarom schrijft ze de overwinning op de vijand ook aan Hem toe en eert ze Hem in haar lied. Hieruit wordt duidelijk, dat ze waarlijk een ‘moeder in Israël’ is, en dat ze deze belangrijke titel terecht heeft gedragen. Hoewel ze misschien zelf kinderloos was, mocht ze een bewogen, liefdevolle, toegewijde moeder zijn voor het volk Israël.

Geestelijk moederschap
Vrouwen, die in afhankelijkheid van de HEERE zich dienstbaar opstellen in en voor de christelijke gemeente, worden ook weleens ‘moeders in Israël’ genoemd. Sommigen verwijzen in dit verband naar Priscilla, die samen met haar man onderwijs heeft gegeven aan Apollos en hem de weg van God nauwkeuriger heeft uitgelegd (Hand. 18:26; vergelijk ook de vrouwen in Rom. 16). Anderen denken aan de oudere vrouwen, die de jongere vrouwen in de gemeente leren hoe ze christelijk moeten leven (vergelijk Tit. 2:3-4). Geestelijke moeders zijn ook die vrouwen, die in hun binnenkamer biddend strijden voor het geestelijk welzijn van de gemeente in het algemeen en voor de jongeren in het bijzonder. Op deze manier kunnen vrouwen voor anderen tot zegen zijn. Wie door genade op deze manier moeder mag zijn, is in de huidige maatschappij misschien niet in tel. Maar dat deert haar niet; het is haar hoogste goed een dienstmaagd te zijn van de Heere. En zo dienend bezig te zijn tot Zijn eer.

Ede, mevr. drs. M.A. Buitink-Heijblom

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

Moeder in Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2015

Kerkblad | 24 Pagina's