De verschijning aan Simon

Als de Emmaüsgangers na de openbaring van de Heere Jezus als de Levensvorst terugkeren naar Jeruzalem, is het eerste wat zij horen: ‘De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien.’ Simon, dat is de oude naam voor Petrus. Hij is door zijn broer Andreas tot de Heere Jezus gebracht. Andreas heeft samen met Johannes de onvergetelijke tiende ure in zijn leven leren kennen. Door genade heeft ook Petrus de Heere Jezus leren kennen. Toen heeft Simon ook een andere naam gekregen. Toen heeft de Heere Jezus gezegd: ‘Gij zult genaamd worden Céfas, hetwelk overgezet wordt: Petrus.’ Petrus betekent: Rotsman. Dat is Petrus geworden door een diepe weg. Hij heeft de Heere Jezus tot driemaal toe verloochend in de zaal van Kajafas. Petrus was gewaarschuwd, maar hij meende in eigen kracht wel staande te kunnen blijven. Wat is Petrus met zichzelf beschaamd uitgekomen. Petrus verbeeldde zich heel wat, maar wat was hij zwak. Wij zijn zwak geworden door de zonde. Wij kunnen in eigen kracht geen ogenblik staande blijven. Gods kinderen leren hun zwakheid kennen. Gods kracht wordt alleen in onze zwakheid volbracht.

Petrus moest leren om zijn eigen krachten te verachten om zo de Rotsman te worden. Petrus moest leren in zichzelf zwak te zijn. Petrus is gevallen en toen werd het voor hem een verloren zaak. Het was nacht en het zou eeuwig recht geweest zijn als het nacht zou zijn gebleven. Maar nu is het door Gods genade ook weer dag geworden. Het is Pasen geworden. De Heere Jezus kon van de dood niet gehouden worden. Hij is opgestaan. Was Petrus vóór die tijd onbekeerd? Kende hij het leven der genade niet? Dat te beweren is niet naar Gods Woord. De Heere Jezus heeft hem zelfs zaliggesproken (Matth. 16:17).

Petrus kende de Heere Jezus in Zijn profetische bediening, maar hij was zo blind voor Zijn priesterlijke bediening. Hij was zo blind voor de noodzakelijkheid van het lijden en sterven van de Heere Jezus. Het was voor Petrus zo’n onbegrepen weg. Hij moest met alles de dood in. Die weg is voor Gods kinderen nog steeds een onbegrepen weg. Dat hadden ze nu nooit gedacht en verwacht. Zij moeten met Petrus met alles de dood in om een rijkere Jezus terug te mogen ontvangen. Want Petrus heeft Hem na Zijn verloochening leren kennen als de Levensvorst, Die de dood heeft verslonden tot overwinning. En Petrus had de dood verdiend. Maar nu is Christus in het verderf nedergedaald, opdat Petrus en al Gods kinderen niet in het verderf zouden komen. Dat hebben ze wel verdiend en dat leren ze ook verstaan, maar juist zij komen er niet in, omdat Christus voor hen is nedergedaald in het verderf.

Petrus heeft de opgestane Christus mogen ontmoeten. De discipelen roepen het de Emmaüsgangers toe: ‘En is van Simon gezien’. De discipelen hebben het niet over Petrus, maar over Simon en dat is niet zonder reden. Simon, dat is zijn oude naam. Dat wijst op zijn oude leven. En dat is niet als een verwijt, maar wel als een herinnering aan Gods genade. Het is enkel genade, dat Christus aan hem verschenen is. Als Hij Petrus had laten liggen, dan was dat eeuwig rechtvaardig geweest. Zo heeft Petrus dat ook beleefd. Het is enkel genade, dat de boodschap van de opstanding nog gebracht mag worden. Is dat voor ons werkelijk een wonder geworden? Of vinden wij het eigenlijk de gewoonste zaak van de wereld, dat wij weer Pasen mogen beleven? Een keer zal het ook voor ons voor het laatst Pasen worden. De Heere Jezus heeft ook Petrus opgezocht na Zijn opstanding. Wat is Petrus toch diep gevallen! Petrus is in de schuld gekomen.

Het kraaien van de haan en de liefdesblik van de Heere Jezus hebben hem diep getroffen. Eerst kreeg hij die boodschap van de vrouwen, maar hij heeft ook zelf de Heere Jezus als de Opgestane mogen ontmoeten. Wat zal dat een wonderlijke ontmoeting zijn geweest. Nu mocht hij Hem ontmoeten als de opgestane Zaligmaker. Hij gestorven ook voor de zonden van Simon. Ook voor die zonde van de verloochening. Dat leert de Heere nu ook aan Zijn volk als ze geleid worden in die richterlijke gangen. Hij moest de dood sterven, want Hij wilde immers van eeuwigheid Borg worden. En Hij is ook gestorven, maar Hij is ook opgewekt. Hij heeft voor al de zonden betaald. Als Hij voor één zonde niet zou hebben betaald, dan zou Hij nu nog in het graf liggen. Dan zou er geen hoop zijn geweest voor de toekomst. Maar nu Hij is opgewekt, nu is er toekomst voor een volk, dat het moet belijden dat hun toekomst zou moeten zijn het eeuwig verderf.

Zo is Simon de Rotsman geworden. Hij mocht zakken en zinken op het enige fundament der zaligheid en dat is Christus. Hij mocht met Job weten, dat zijn Verlosser leeft. Hij wilde de dood ingaan ook voor Petrus en voor al de Zijnen. Zij hebben de dood en de hel verdiend. Maar nu is Hij de Borg en nu schenkt Hij ze het leven uit enkel genade en dan krijgt God alleen de eer.

Staphorst, ds. B. Reinders

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen