Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God in het midden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God in het midden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONS SPREKEN OVER GOD IS STAMELEN. DE DICHTER JOOST VAN DEN VONDEL (1587-1679) DICHTTE: ONZE SPRAAK IS ZWAK EN ONBEKWAAM, KAN ZONDER SCHENNIS U NIET ROEMEN. WANNEER WE OVER GOD SPREKEN IS HET ALTIJD TEKORT. WIE KAN ZEGGEN WIE GOD IS? ALS WE OVER GOD NADENKEN EN OVER ZIJN AANDEEL IN HET OPLEGGEN VAN KRUIZEN, MOETEN WE STEEDS HET WOORD VAN PAULUS IN GEDACHTEN HOUDEN: ZAL OOK HET MAAKSEL TOT DEGENE DIE HET GEMAAKT HEEFT ZEGGEN: WAAROM HEBT GIJ MIJ ALZO GEMAAKT? (ROM. 9:20) WAT GOD DOET, KAN NIET BEOORDEELD WORDEN DOOR ONZE KWALIFICATIES VAN GOED OF KWAAD. GOD BEPAALT WAT GOED IS EN AL WAT HIJ DOET IS GOED OMDAT HIJ ALLEEN MAAR GOED KAN DOEN. AAN TIMOTHEÜS SCHRIJFT PAULUS DAT GOD DE ALLEEN-WIJZE GOD IS (1 TIM. 1:17). MET PSALM 147 ZINGEN WE: ONPEILBAAR DIEP ZIJN GODS GEDACHTEN, NAAR ZIJN VERSTAND NOOIT AF TE METEN, VER OVERTREFT AL WAT WIJ WETEN.

Gelovig nadenken over God moet ons stil maken en brengen tot aanbidden. We hebben daar de Heilige Geest voor nodig. Het is vrucht van Zijn werk als we in de grootste smarten in de Heere gerust zijn. God heeft met ieder mensenleven Zijn plan dat Hij uitvoert. Dwars door onze keuzes en beslissingen gaat God Zijn gang. Alle grote en kleine gebeurtenissen hebben daarin een plaats. Met wat wij klein en onbetekenend noemen kan God grote dingen doen. Dit zo te schrijven is wel een geloofsuitspraak. De dichter William Cowper (1731-1800) beleed:

Hoe blind vanuit zichzelve is
het menselijk gezicht.
Godzelf vertaalt de duisternis
in eind’lijk eeuwig licht.

Alleen vanuit het zaligmakend geloof kan deze belijdenis worden gedaan. Want vaak krijgen wij geen antwoorden op onze vragen betreffende Gods weg met ons. We kennen Job, de grote lijder van het Oude Testament. God gaat met hem diepe wegen. Onvoorstelbaar. Job belijdt dat het niet buiten God is om gegaan. De Heere heeft gegeven en de Heere heeft genomen (1:21). Job heeft vragen aan God; hij begrijpt God niet. Je houdt je hart soms vast bij wat Job soms durft te zeggen, lees bijvoorbeeld Job 10 en 14. Als eindelijk in Job 39 God gaat spreken denk je dat God nu gaat uitleggen waar het allemaal goed voor is geweest. Maar dat doet God nu net niet. Hij neemt Job in de geest mee op een tocht door het universum. God laat Job zien hoe geweldig de schepping in elkaar zit. En Hij beantwoordt Job met een tegenvraag: Job, waar was jij eigenlijk toen Ik alles uitdacht en tot aanzijn riep? (38:4) Als je dit allemaal zo ziet, hoe Ik alles gemaakt hebt, niets aan het toeval overlatend, heb je dan nog vragen over?

Het is Gods almacht die alle dingen regeert en Gods wijsheid waardoor Hij alle dingen (ook wat wij een kruis noemen) laat meewerken ten goede. In Romeinen 8 vers 28 houdt Paulus de christenen in Rome voor dat voor degenen die God liefhebben alle (!) dingen moeten meewerken ten goede. Er kan geen gebeurtenis gemist worden. We moeten Gods daden niet zien als losse van elkaar afzonderlijke daden. De puriteinen gebruikten graag het beeld van het uurwerk in een oude klok. Dat uurwerk bestaat uit tientallen radertjes en veren. Niet alleen grote maar ook heel kleine. Het kleinste radertje heeft een functie; zou het gemist worden, dan staat het uurwerk stil. De radertjes draaien tegen elkaar in, maar zo bewegen ze de wijzers van de klok vooruit. Het leven van Jozef is hierbij een duidelijke illustratie. Jozef werd door de boosheid van zijn broers in de put gegooid, naar Egypte verkocht. Hij kwam ten slotte onterecht in de gevangenis terecht. Jaren gingen voorbij waarin Jozef niets begreep van Gods weg. Dan droomt de schenker een droom en er gaan weer twee jaren voorbij. Dan droomt de farao. God gebruikte deze dromen om Zijn plan uit te voeren om Jozef onderkoning te maken van Egypte en het gezin van Jakob in leven te houden. Alle dingen moeten meewerken ten goede (Gen. 50:20).


Zoals God handelde met Zijn Zoon, zo handelt Hij, zij het op afstand, met Zijn kinderen. Het kruis dat Hij hun oplegt is niet tot betaling van hun zonden, maar is een Vaderlijke kastijding uit liefde.


Het duidelijkste voorbeeld is wel hoe God is omgegaan met Zijn Zoon. Wat een kwaad en onrecht. Judas speelt er een rol in, en Kajafas en Pilatus en het volk. Maar bovenal God Zelf Die Zijn Zoon de drinkbeker te drinken geeft en onzer aller ongerechtigheden op Hem heeft doen aanlopen (Jes. 53:6). Wat is er onuitsprekelijk veel goeds uit dat lijden voortgekomen! Zoals God handelde met Zijn Zoon, zo handelt Hij, zij het op afstand, met Zijn kinderen. Het kruis dat Hij hun oplegt is niet tot betaling van hun zonden, maar is een Vaderlijke kastijding uit liefde. Gods goedheid is niet in strijd met het geven van tegenspoed. In Hebreeën 12 vers 5 en 6 staat dat God juist degenen die Hij liefheeft kastijdt. De Engelse prediker Thomas Brooks (1608-1680) merkt op dat God de hand van Zijn barmhartigheid kan openen terwijl Zijn hart tegen is. Hij wijst op de gelijkenis van Lazarus en de rijke man. De rijke man deelt in voorspoed maar Gods hart is tegen hem. Daarentegen lijdt Lazarus gebrek maar Gods hart ging naar hem uit.

Ik sluit het artikel af met wat ik las van mevrouw Van de Loosdrecht, die in 1913 samen met haar man, namens de GZB, vertrok naar Indonesië. Ze was toen 26 jaar. Ver van huis verloor ze haar moeder van wie ze veel hield. Ze waren vier jaar in Indonesië werkzaam toen haar man door inboorlingen werd vermoord. Kort daarop verloor ze haar vader. Het hield echter niet op. Ze bleef in Indonesië om het werk in een hospitaal voort te zetten. En toen stierf haar enig zoontje. Deze klap kon ze niet meer verwerken, ze was verslagen, sprakeloos en ontroostbaar. Zoveel verdriet kon ze niet dragen. De bange vraag kwam op in haar hart: Heeft God mij verlaten? Ze had toch haar best gedaan als christen te leven, geprobeerd een goede zendelinge te zijn, altijd klaargestaan om anderen met moeilijkheden te helpen. Op een vroege zondagmorgen na een slapeloze nacht ging ze naar buiten de bergen in. Ze liep uren tot ze niet verder kon. Een diepe afgrond versperde de weg. Urenlang zat ze op een rots, wetend dat een paar stappen aan alles een eind zou kunnen maken. Ze werd heen en weer geslingerd en verkeerde in grote strijd. Toen was het alsof ze een stem hoorde die sprak: ‘Ik heb u niet verlaten. En Ik zal u nooit verlaten. Uw geloof is beproefd maar uw taak in de wereld is nog niet af.’ Het was of iemand haar vastgreep. Ze stond op en ging terug. In het hospitaal was alles in rep en roer, niemand wist waar ze was. Toen ze binnenstapte kon ze niets zeggen maar liep naar het harmonium dat in de eetkamer stond en begon te spelen:

De Heer is mijn Herder
’k Heb al wat mij lust
Hij zal mij geleiden
Naar grazige weiden
Hij voert mij al zachtkens
Naar waat’ren der rust
.

De Heer is mijn Herder!
Al dreigt ook het graf
Geen kwaad zal ik vrezen,
Gij zult bij mij wezen;
O Heer, mij vertroosten
Uw stok en Uw staf!

Opheusden, ds. J.C. den Ouden

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 2015

Kerkblad | 28 Pagina's

God in het midden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 2015

Kerkblad | 28 Pagina's