Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De blijvende actualiteit van de Heidelbergse Catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De blijvende actualiteit van de Heidelbergse Catechismus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOK IN DE PERIODE VAN BEZETTING TOT BEVRIJDING (1940-1945) WERD GEPREEKT EN GECATECHISEERD. IN DIE VIJF BANGE OORLOGSJAREN GEBEURDEN IN ONS LAND DE VOLGENDE FEITEN: EEN LATER IN CONCENTRATIEKAMP DACHAU OMGEKOMEN PREDIKANT WERD DOOR DE DUITSERS GEARRESTEERD, TOEN HIJ CATECHISATIE GAF; EEN ANDERE PREDIKANT GAF TIJDENS ZIJN GEVANGENSCHAP IN CONCENTRATIEKAMP VUGHT CATECHISATIE AAN EEN AANTAL JONGENS; EEN DOMINEE HEEFT HET MEEGEMAAKT, DAT KINDEREN VAN NSB-OUDERS ALS SPIONNEN NAAR DE CATECHISATIE WERDEN GESTUURD; IN ZUIDLAREN WERD AAN ONDERDUIKERS DIE IN EEN HOL LEEFDEN, CATECHISATIE GEGEVEN.

In het informatieboekje van de Nederlandse Gereformeerde Kerken staat in haar jaaroverzicht over 2014 te lezen, dat het preken vanuit de Heidelbergse Catechismus in deze kerken bijna tot het verleden behoort. Echter, op de dit jaar gehouden Leicesterconferentie klonk een ander geluid. De Amerikaanse predikant K. de Young, een van de sprekers, had een boek geschreven over de waarde van de Heidelbergse Catechismus. De titel luidt: ‘The Good News We Almost Forget’ (Het bijna vergeten goede nieuws). Ds De Young zei over dit kerkelijke leerboek: ‘In dit boek uit 1563 met Nederlandse wortels is het goud van het Evangelie te vinden. Ik wil de rijke confessionele erfenis uit het verleden bewaren en actualiseren.’ We willen van dat ‘bewaren en actualiseren’ een indrukwekkend voorbeeld geven van de Duitse predikant Paul Schneider (1897-1939), die in concentratiekamp Buchenwald is vermoord om het Woord van God.

Schneider

Vanuit de levensgeschiedenis van ds. Schneider blijkt duidelijk hoe de Heidelbergse Catechismus voor hem van bijzondere betekenis is geweest. In het bijzonder wel in de confrontatie met de totalitaire nationaalsocialistische ideologie. Na zijn overlijden gaf zijn vrouw, die weduwe was geworden en met zes kinderen achterbleef, een interview. Ze zei: ‘Mijn man heeft de vragen en antwoorden van de Heidelberger met grote inspanning van buiten geleerd. Tijdens zijn drieënhalf-jarig verblijf in de Hunsrück heeft hij zich intensief met haar inhoud beziggehouden. Met instemming, bewogenheid en dankbaarheid wist hij zich eensgeestes met wat in dit belangrijke belijdenisgeschrift op grond van Gods Woord werd beleden.’

Brief

In een brief uit de gevangenis te Koblenz vraagt Paul Schneider aan zijn vrouw om hem de Catechismus te sturen, opdat hij daarin kan lezen en studeren. Verder schreef hij: ‘Met het oog op mijn vervanging in de gemeente is het nodig dat de zuivere leer, zoals in de Heidelberger verwoord, blijft klinken. Met het oog daarop kan alleen een gereformeerde hulpprediker ons helpen. Ook is het van groot belang om de kinderen al jong aan het onderwijs uit de Catechismus te wennen. Voor de belijdeniscatechisanten is de Bijbelse leer van de Heidelberger het enige kompas.’

Preek

In een preek van 27 september 1936 over Daniël 6, waarin hij ook spreekt over Daniëls gebed, herinnert dominee Schneider aan de hoofdindeling van de Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. ‘Deze zomer hebben wij tijdens de leerdiensten van de Catechismus gesproken over het gebed. Toen hebben we bij de behandeling hiervan gezegd, dat slechts hij een christelijke man is die geleerd heeft om te bidden met zijn hart. Ja, deze mens buigt zich onvoorwaardelijk en ootmoedig voor de levende God. Oprecht heeft hij zijn zonden, nood en ellende voor God leren kennen en belijden. Diep heeft hij zich vernederd voor Gods majesteit. En door zondennood gedreven vlucht hij om hulp. Hij vindt die alleen in de genade van Jezus Christus, onze Heiland. Door die genade wordt hij getroost en vrolijk.’

In de tijd waarin de nazistaat met haar on- en antichristelijke wereldbeschouwing het christelijk geloof naar de rand van de samenleving wilde drukken, zegt de predikant van Dickenschied in een preek over Handelingen 16 (stokbewaarder) op 2 augustus 1936 met verwijzing naar vr./antw.1: ‘De cipier van Filippi, de eerste man in Europa die christen werd, wil ons vandaag in alle oprechtheid deze vraag stellen om het juiste antwoord vinden: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden?’ Gemeente, let goed op. Deze vraag is de belangrijkste van alle vragen! Deze vraag is ons allen bekend. We hebben hem wel meer aan u voorgelegd. We hebben deze vraag geleerd en ook het antwoord: ‘Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?’ Geliefden, heeft deze levensvraag bij u ook een soortgelijke intens diepe indruk veroorzaakt, zoals bij de cipier, zodat u existentieel genoodzaakt werd om naar uw eeuwige heil te vragen? Hij heeft dat heil ontvangen en u?’

Een ernstig verschil van mening met de dorpsonderwijzer over zijn nieuwe heidense (nazi) ideeën resoneert in een preek van 24 januari 1937 over de twaalfjarige Jezus in de tempel (Lukas 2). Naar aanleiding van Zondag 38 van de Heidelberger wijst ds. Schneider erop, dat het predikambt een onopgeefbare relatie heeft met het onderwijs op de (dorps) school: ‘Er zijn tegenwoordig mensen die iedere moderne gedachte van een nieuwe tijdgeest toejuichen en tegelijk christen willen zijn. Echter, zij verachten het vierde gebod dat ons duidelijk de onlosmakelijke verbinding aanwijst tussen het predikambt en de scholen. Hoe zullen de kinderen zuiver christelijk onderwijs kunnen ontvangen als de school zich, zowel in- als uitwendig, van de kerk losmaakt? Hoe kunnen de kinderen liefde voor de kerk krijgen als hun onderwijzer daar nooit wordt gezien?’

Kanselboodschap

Omdat Schneider toch een kanselboodschap voorleest, moet hij naar de gevangenis in het naburige Kirchberg. Aan zijn vrouw Margaretha schrijft hij dan: ‘We willen de ernst van de relatie, waarin kerk en staat zich nu bevinden, niet ontkennen, maar toch getroost zijn door ons geloofsoog te richten op de God en Vader van Jezus Christus, ‘want zonder Zijn wil zal er geen haar van ons hoofd vallen (Zondag 1).’’ In de gevangeniscel schrijft hij bij Jesaja 1:24 op de rand van de bladzij: ‘Het gericht van God geeft troost (Zondag 5).’ Bij Jesaja 1:27 waar staat: ‘Sion zal door recht verlost worden en haar wederkerenden door gerechtigheid’, noteert hij: ‘die rechtspraak is maatgevend voor de godzalige’ (HC vr./antw.12).

Wordt vervolgd

Leerbroek, A.B. Goedhart

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

De blijvende actualiteit van de Heidelbergse Catechismus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 2015

Kerkblad | 24 Pagina's