Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christenvervolging (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christenvervolging (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CHRISTENVERVOLGING KENT VELE VERSCHIJNINGSVORMEN. ZO KAN EEN OVERHEID VIA DISCRIMINERENDE WETGEVING HET VINDEN VAN EEN BAAN OF HUISVESTING BEMOEILIJKEN. ERNSTIGERE VORMEN VAN VERVOLGING DOOR OVERHEDEN ZIJN GEVANGENSCHAP, MARTELING OF ZELFS DE DOODSTRAF. DIT KOMT VEELVULDIG VOOR IN NOORD-KOREA OF IN SAOEDI-ARABIË. DAARNAAST KUNNEN OOK FAMILIELEDEN OF ANDERE BURGERS ZICH TEGEN GELOVIGEN KEREN, WAARBIJ DE OVERHEID VAAK NIET VOLDOENDE BESCHERMING KAN OF WIL BIEDEN.

Er zijn verschillende factoren aanwijsbaar die van invloed zijn op geloofsvervolging. Er kunnen politieke factoren een rol spelen. Geloofsvervolging kan gedijen in landen waar een falende overheid ertoe leidt dat extremistische groepen ongestraft hun gang kunnen gaan. Ook economische factoren hebben hun invloed. Armoede en werkloosheid kunnen gevaarlijk zijn voor de religieuze minderheden, vooral als zij gebruikt worden als zondebok. Een regelmatig voorkomend sociaal verschijnsel is dat hongerige menigten boze menigten zijn. Ook godsdienst is een bron van motieven, idealen, belangen en daden. Concreet kunnen we hierbij denken aan gewelddadige interpretaties van de islam als rechtvaardiging voor geweld jegens andersdenkenden. Het streven naar een zuiver islamitisch kalifaat impliceert vervolging van ongelovigen. De gewelddadige acties van radicale moslims tegen christenen en andere religieuze minderheden in Irak, Syrië, Nigeria, Kenia en vele andere landen hebben dit pijnlijk zichtbaar gemaakt.

Strategie

Hoewel de daden van extremistische organisaties als al-Shabaab, Boko Haram en ISIS in het oog springen, zijn dit niet de enige partijen die zich schuldig maken aan geweld tegen religieuze minderheden. Ook gematigde islamitische groepen hebben vaak als doel het creëren van een op islamitische waarden en normen gebaseerde samenleving. De strategie om dit doel te bereiken is alleen anders. Ondanks deze andere strategie zorgt deze doelstelling alsnog voor onvrijheid en onveiligheid van religieuze minderheden. Om die reden moet de Nederlandse regering niet zomaar veronderstellen dat ‘gematigde’ groepen in het Midden-Oosten en Afrika de oplossing vormen voor geloofsvervolging of andere mensenrechtenschendingen. Dit is een te simplistische voorstelling van zaken die geen recht doet aan het feit dat religieuze onvrijheid behalve door extremistische organisaties ook georganiseerd kan worden door gematigde krachten of zelfs ingebed kan zijn in de algemene religieuze, politieke en culturele structuren binnen een land.

Momenteel zijn veel christenen op de vlucht in Irak, Syrië en de omringende landen. Vanwege hun christelijke achtergrond is opvang van hen in de regio extra moeilijk en onveilig. Zelfs de door moslims gedomineerde vluchtelingenkampen van de Verenig de Naties in het Midden-Oosten zijn voor hen onveilig. Het is tragisch dat christenen nadat ze halsoverkop zijn gevlucht voor ISIS, in vluchtelingenkampen nog steeds blootstaan aan discriminatie, geweld en verkrachtingen vanwege hun geloofsovertuiging. Juist vanuit humanitair oogpunt verdienen christenen daarom bijzondere aandacht. Zij zijn de meest kwetsbare groep. De Nederlandse regering moet haar positie binnen de Verenigde Naties en binnen de Europese Unie benutten om deze kwetsbare geloofsvervolgden te beschermen. De VN heeft vaak onvoldoende oog voor de geloofsachtergrond van vluchtelingen. Tijdens hulpacties, maar ook bij internationale vredesmissies, dient meer oog te zijn voor de kwetsbaarheid van christenen.-

Daarnaast zou het Nederlandse kabinet vanwege de bijzondere kwetsbaarheid van deze christenen aan hen voorrang moeten bieden om opvang te krijgen in Nederland. Juist omdat voor hen regionale opvang in een islamitische omgeving praktisch zeer moeilijk of gevaarlijk is.

Er kan echter meer worden gedaan. De minister van Buitenlandse zaken moet het bestrijden van geloofsvervolging tot prioriteit maken van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Bovendien mag de Nederlandse mensenrechtenagenda wel wat slanker worden. Door recent verworven seculiere, westerse vrijheden actief te promoten, verspeelt Nederland broodnodig krediet bij niet-westerse regeringen. We moeten hier bijvoorbeeld denken aan het aanvaarden van homoseksuele relaties of de adoptie door homoparen.

Heel leerzaam en effectief zou het zijn als de Nederlandse overheid de ernstigste geloofsvervolging in tien landen in kaart zou brengen en daarop bij elk van deze landen een passend beleid zou formuleren. We kunnen dan denken aan onder meer Noord-Korea, Afghanistan, Irak en Nigeria. Publicaties van de EU, de VN en organisaties als Amnesty International en Open Doors kunnen gebruikt worden als informatieve en normatieve basis voor het formuleren van passend overheidsbeleid.

Nederland onderhoudt relaties met verschillende landen waarin geloofsvervolging plaatsvindt. Handelsrelaties, maar ook relaties op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Deze relaties zouden méér dan nu gebeurt, afhankelijk moeten worden gemaakt van de inzet voor geloofsvrijheid.

Netwerk

In de westerse wereld is geen sprake van ernstige christenvervolging. Maar de vrijheden van christenen dreigen wel steeds meer te worden ingeperkt. Daar mogen we ons op gepaste wijze tegen verzetten. Zo doordacht en systematisch de internationale, seculiere homobeweging is georganiseerd, zo onbeholpen en ongestructureerd zijn de internationale netwerken van christenen die actief zijn in het publieke domein. Zo heeft het COC een internationaal vertakt netwerk, dat planmatig lobbyt bij de VN, de OVSE, de Raad van Europa, maar ook bij het Amerikaanse congres en de Afrikaanse commissie. Daar steken christelijke netwerken mager bij af. Sterker: hier laten wij veel kansen onbenut.

Wie even de moeite neemt om op zoek te gaan naar de talloze doorwrochte rapporten van Amerikaanse christelijke denktanks staat versteld van de informatie die hier ligt opgeslagen op het terrein van huwelijk, gezin, levensbescherming, maar ook op het gebied van geloofsvrijheid. Nog verbazingwekkender is het, dat Europese christenpolitici hier nauwelijks uit putten. Eigenlijk is dit pas goed tot mij doorgedrongen toen christenpolitici in Nederland en andere Europese landen werden gedwongen te debatteren over de consequenties van adoptie door homoparen. In de VS is hierover veel materiaal beschikbaar, wat door ons nauwelijks ontsloten en benut wordt.

Hoewel de mogelijkheden voor kennisuitwisseling en persoonlijk contact vandaag groter zijn dan ooit, krijg je de indruk dat leidende christenen uit het negentiende-eeuwse Reveil serieuzer gebruikmaakten van hun contacten met buitenlandse geestverwanten dan wij.

Ook binnen de boezem van de SGP is deze tekortkoming gesignaleerd. Om die reden is in een recent jaarplan van deze partij opgenomen, dat er een grondige inventarisatie moet komen van bestaande relevante internationale christelijke netwerken. Vervolgens dient bezien te worden hoe aan deze netwerken vruchtbaar kan worden deelgenomen.

Gelukkig hoeven we niet bij nul te beginnen. Zo is er het ‘Transatlantic Christian Council’ (TCC) dat Europese en Amerikaanse christenen en conservatieven wil verbinden in een netwerk met als doel het overheidsbeleid in christelijk-conservatieve zin te beïnvloeden. In dat licht organiseert zij congressen waarbij politici en leiders van denktanks uit vele landen met elkaar nadenken over de vrijheid van godsdienst in samenlevingen die steeds meer worden gedomineerd door seculiere meerderheidsopvattingen.

Eliot

Nog belangrijker dan deze bezinning zijn echter de concrete voornemens om de vele christelijke denktanks in zowel de VS als in Europa te verenigen in een trans-Atlantisch netwerk. Het ideaal is om vanuit het christelijk geloof en vanuit christelijke waarden en deugden het maatschappelijk middenveld weer vitaal te maken en zo de westerse cultuur opnieuw te voorzien van een moreel fundament. Een fundament dat het seculiere liberalisme nimmer kan bieden.

Zonder twijfel een verreikend streven. Het zal niet meevallen in deze streng geseculariseerde tijd. ‘Er is enkel de strijd om te heroveren wat verloren ging, gevonden werd, en weer verloren, telkens opnieuw; en nu in omstandigheden, die ongunstig lijken’ (T.S. Eliot).

Wat deze sessies precies gaan opleveren, moet de toekomst leren. Het is het echter meer dan waard om deze strijd aan te gaan. Op hoop van zegen.

Waddinxveen, D.J.H. van Dijk

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

Christenvervolging (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2015

Kerkblad | 24 Pagina's