Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Brief van de apostel Paulus aan Titus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Brief van de apostel Paulus aan Titus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEZEN: TITUS 1:10-16

TUCHT TOEPASSEN

In vers 9 vermaant Paulus dat de opzieners die aangesteld worden, moeten vasthouden aan het getrouwe woord, dat naar de leer is om zo in staat te zijn te vermanen door de gezonde leer en de tegensprekers te weerleggen. En tegensprekers waren er genoeg op Kreta.

Vs. 10. Vele ongeregelden, mensen die weigeren zich te onderwerpen aan de leer die naar de godzaligheid is en brutaal hun eigen godsdienstige weg gaan en anderen daarbij proberen op sleeptouw te nemen. IJdelheidsprekers, praatjesmakers die de lasten van de wet willen opleggen die niemand kan dragen en verleiders van zinnen, die zelfs in staat zijn om de eenvoudige kinderen Gods te verleiden als de Heere het niet verhoedt. Het eigenmachtig heersen over het Woord Gods is altijd kenmerkend voor dwalingen en ketterijen. Veel van deze verleiders kwamen uit de besnijdenis. Leden uit de christelijke gemeente beïnvloed door het joodse gedachtegoed, maar ook die van Joodse afkomst waren.

Vs. 11. Deze tegensprekers moet Titus de mond stoppen, door niet in discussie met hen te gaan, maar door hen te weerleggen. Want er gaat een verderfelijke invloed van hen uit zelfs op hele gezinnen. Wat leerden zij? Een mengelmoes van Christendom en Jodendom waardoor de leer die naar de godzaligheid is werd verduisterd en de geboden Gods verdraaid werden omdat alle nadruk gelegd werd op het uitwendige in het leven. Een leven waarin de liefde tot God en de naaste ontbrak. Deze verleiders verkondigden hun leer op een overgeestelijke wijze waardoor men veel aanhang kreeg en er dik voor betaald werd, om vuil gewins wil. Aan de godsdienst valt veel te verdienen terwijl je zelf een lui en goddeloos leven leidt.

Vs. 12. Zulke verleiders moeten hardhandig worden aangepakt. Paulus citeert één van hun dichters, die in die tijd als profeten werden beschouwd, een zekere Epimenides (ong. 600 v.Chr.). Altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. Zo stonden de Kretenzen alom bekend. Paulus valt dit oordeel bij. Daarmee laat de apostel ten diepste zien wat er in ieders hart van nature leeft. Alleen bij de een komt het vroom-goddeloos zijn voor de dag en bij de ander het goddeloos-vroom zijn.

Vs. 12. Zulke verleiders moeten hardhandig worden aangepakt. Paulus citeert één van hun dichters, die in die tijd als profeten werden beschouwd, een zekere Epimenides (ong. 600 v.Chr.). Altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. Zo stonden de Kretenzen alom bekend. Paulus valt dit oordeel bij. Daarmee laat de apostel ten diepste zien wat er in ieders hart van nature leeft. Alleen bij de een komt het vroom-goddeloos zijn voor de dag en bij de ander het goddeloos-vroom zijn.

Vs. 13. Wat Epimenides getuigde van de Kretenzen is dus waar volgens de apostel. Daarom moet kort en krachtig met hen afgerekend worden. Niet alleen moet dwaalleraars worden verboden hun leringen te verbreiden maar zij moeten ook scherpelijk worden bestraft. Scherpelijk, d.i. afgesneden worden zoals een arts een kankergezwel uit het lichaam wegsnijdt. En dat doet hij ter genezing van het hele lichaam. Dat is in de christelijke gemeente de bedoeling van de tucht, namelijk opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. Afsnijden is de uiterste maatregel van tucht. Tucht is immers trekken. Gezegend wie door de tucht weer terecht komt en zich niet afkeert van de gemeente.

Vs. 14. De tucht is bedoeld om te komen tot een gezond geloof, maar ook opdat zij voortaan zich niet meer begeven tot Joodse fabelen en geboden van mensen, die zich van de waarheid afkeren. Wellicht moeten we hier denken aan verhalen waarin er uitgeweid wordt over figuren uit de Bijbel waar de Joodse rabbijnen bedreven in waren. Daardoor werd de eigenlijke boodschap van de Schrift verduisterd. Dan was er de invloed van de Judaïsten die meer geboden bedacht hadden dan de Heere had voorgeschreven, geboden die alleen maar uitwendige zaken betroffen en niets hadden te maken met de vervulling van de wet, namelijk de liefde tot God en de naaste.

Vs. 15. De Farizeeën en Schriftgeleerden maakten de wet Gods krachteloos waarbij het vaak ging om het onderscheid tussen rein en onrein. Zij wilden de oudtestamentische wetgeving en ceremoniën ook laten gelden voor de heidenen. Maar al is een mens uiterlijk gezien rein, reine handen, reine spijzen, dat alles maakt hem niet inwendig rein, want alleen het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Maar wie door Zijn bloed niet gereinigd is, beide verstand en geweten zijn bevlekt al doet men er alles aan om uiterlijk te willen leven naar de geboden Gods.

Vs. 16. In dit vers rekent Paulus af met allen die beweren dat zij God kennen, maar intussen door hun vrome en goddeloze werken openlijk laten zien dat zij de Heere Jezus Christus verloochenen. Als we alleen maar mondbelijders zijn en niet doen wat de Heere van ons vraagt, is onze godsdienst iets wat eenmaal tegen ons zal getuigen. Want dan zijn we als de dwaze bouwer die het Woord Gods wel hoort maar niet doet. Het geloof wordt immers gekend door de liefde tot de Heere en de naaste. Door een leven waarin wij alles willen doen ter ere van de Heere Die het zo waard is om geloofd en geprezen te worden. Al wat niet uit het geloof is, is gruwelijk voor de Heere. Het is een bewijs van ongehoorzaamheid aan het Woord van de Heere en tot alle goed werk is men niet geschikt. Het deugt nergens toe dan alleen door de hoogste Rechter veroordeeld te worden. Zo moet Titus opzieners aanstellen die in de middellijke weg moeten weren al wat het belijden van de kerk weerspreekt. Het is tot heil voor allen die zich voegen onder de herderlijke zorg van de grote Herder der schapen.

Lunteren, ds. A.J. Schalkoort

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

De Brief van de apostel Paulus aan Titus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2015

Kerkblad | 24 Pagina's