Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe is de stemming? Niet bij volmacht!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe is de stemming? Niet bij volmacht!

EEN KERKENRAAD IS NOG GEEN CONSISTORIE.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET IS WEER TIJD OM EEN BLIK TE WERPEN IN DE KERKORDE, WANT ER ZIJN WAT VRAGEN BINNENGEKOMEN. OOK IS MIJ IN DE AFGELOPEN TIJD HERHAALDELIJK DE VRAAG GESTELD HOE DE VERHOUDING IS TUSSEN PREDIKANT EN OVERIGE KERKENRAADSLEDEN.

De eerste vraag gaat over de stemming op de vergadering van tot stemmen bevoegde lidmaten. Ik ga nu uit van een stemming over personen, bijvoorbeeld aan het eind van dit jaar. Vooropgesteld: over personen wordt met stembriefjes gestemd, onder leiding van het moderamen van de kerkenraad. Het zorgt ervoor dat er een lijst is van tot stemmen bevoegde lidmaten, het zorgt er ook voor dat alles ordelijk verloopt. Bijvoorbeeld dat het goed duidelijk is wie er zijn, en dat als de vergadering begonnen is er geen mensen meer binnenkomen of weggaan. Zo is precies duidelijk hoeveel ‘stemmers’ er zijn. Voor alle duidelijkheid: stemmen bij volmacht is niet geoorloofd, bij geen enkele vergadering in de kerk! Die er zijn, die zijn er. Voor de vergadering van lidmaten geldt geen quorum. Er wordt gestemd. De spanning stijgt, hoe zou de uitslag zijn? Als het goed is, is er een ‘stembureau’ uit de aanwezige lidmaten samengesteld. Nu schijnt het hier en daar voor te komen dat dat ‘bureau’ zich vervolgens achter een gesloten deur terugtrekt om te tellen. De vraag is: ‘Mag dat?’ Uit Ordinantie 1 is af te leiden dat dat niet de bedoeling is. De telling moet in alle openheid tijdens zo’n vergadering gebeuren. Ieder lid van de vergadering mag ook weten hoeveel stemmen op de één of op de ander zijn uitgebracht.

Vervolgens kwam er een vraag over ‘koude zwagers’. Wat wordt met deze enigszins aparte uitdrukking bedoeld? Stel, je hebt twee zusters. Zij zijn bloedverwant in de tweede graad. Hun echtgenoten zijn dus aanverwant in de tweede graad, de koude zwagers. Zij mogen dus niet gelijktijdig in de kerkenraad zitten.

Vervolgens een vraag die inhoudt wanneer een ambtelijke vergadering eigenlijk ‘wettig’ is … Eerst een vraag van mijn kant: Stel, in een kerkenraad zitten drie ouderlingen en drie diakenen. Hoeveel leden telt de kerkenraad? Het antwoord is natuurlijk: zeven. Nu heb ik vroeger iets aan wiskunde gedaan, en mogelijk zijn er nu aandachtige lezers die denken dat mijn rekenvaardigheden tot een minimum gedaald zijn … Als een kerkenraad wettige besluiten wil nemen, dan moet het quorum aanwezig zijn. Dat betekent: 2/3 minimaal moet er zijn. En mogelijk denkt u nu: Dan moeten in het voornoemde geval minimaal vier personen aanwezig zijn. Fout. Bij de kerkenraad hoort ook de predikant. Zodoende kwam ik aan het antwoord ‘zeven’. Voor het quorum moet dus dit getal keer 2/3 gedaan worden. Vervolgens moet naar boven afgerond worden. Zo kom je op minimaal vijf personen. Als nu de eigen predikant ziek is, dan gaat de vergadering toch door, als het quorum maar bereikt is. Is de predikant preses, dan wordt hij in dat geval vervangen door de assessor wat betreft het leiden der vergadering. Stel, de gemeente wordt vacant? Dan wordt de plaats van de predikant ingenomen door een consulent. Die moet aanwezig zijn, wil de vergadering wettig zijn. Hoewel de consulent zelf geen stemrecht heeft in die vergadering.


Mijn overtuiging is dat er in de kerk veel minder in ‘partijen’ gedacht moet worden en meer gestreefd moet worden naar eenheid.


Nog een interessante vraag bereikte mij ooit via telefonische weg. Die vraag kwam op het volgende neer: Wie is de baas over de predikant? In ieder geval niet de kerkenraad. De predikant staat ook niet onder het opzicht van de kerkenraad. Wel kun je zeggen dat de ouderlingen toezicht dienen te hebben op de predikant, op leer en leven, maar het opzicht ligt bij de commissies voor het opzicht. In de kerkenraad zijn de leden gelijkwaardig, het ene ambt heerst ook niet over het andere. Vandaar dat de kerkenraad ook niet ‘de baas’ kan zijn over de dominee, hij maakt immers zélf deel uit van die kerkenraad. Als hij onder aan de kansel een hand krijgt, dan betekent dat ook niet dat hij een soort ‘mandaat’ krijgt van de kerkenraad. De handdruk drukt wel verbondenheid uit, zoals de predikant vóór de dienst een hand krijgt van de andere kerkenraadsleden. Ik heb het ook wel meegemaakt dat de kerkenraadsleden vóór de dienst elkander een hand gaven om verbondenheid uit te drukken. Daar is veel voor te zeggen! Maar de kerkorde zegt over dit alles niets. Wel over het opzicht. Dat wordt in de gemeente uitgeoefend door het consistorie. Het bestaat uit de predikant(en) en de ouderlingen. Een tuchtzaak wordt behandeld door het consistorie. Dat doet een uitspraak, waarna in ‘hoger beroep’ gegaan kan worden bij de regionale commissie voor het opzicht. Het consistorie is dus een lichaam dat bestaat uit leden van de kerkenraad, maar de kerkenraad zélf doet geen uitspraken die met tucht te maken hebben.

Een vraag die met het bovenstaande verband houdt is: ‘Kan een kerkenraad tegen de eigen predikant zeggen: ,U mag zondag niet de preekstoel op?’’ Ook hier luidt het antwoord: ‘Neen.’ Maar als de predikant iets gedaan heeft wat echt niet kan? Dan heeft een ouderling dat bij de regionale commissie voor het opzicht te brengen die eventueel snel zo’n maatregel kan en mag nemen. Laat het echter niet zover komen! Als het goed is houdt een consistorie zich vooral bezig met huisbezoek, catechisatie, aannemingsavond! In dit verband wijs ik ook nog op de censura morum.

Wat is censura morum? Het Latijnse woord ‘censura’ betekent zoveel als ‘onderzoek’. Ook wel ‘beoordeling’. ‘Morum’ betekent ‘van de zeden’, of: ‘van de gebruiken’. Dus de censura morum is: onderzoek van de gebruiken. Historisch gezien: de ambtsdragers bespreken met elkander hun functioneren in het ambt om te zien of er iets is in de onderlinge verhouding, leer of leven wat de bediening van het Heilig Avondmaal zou kunnen schaden. Zij is dus onderling toezicht van de ambtsdragers. Ieder kerkenraadslid wordt dan ook geacht aanwezig te zijn. Ook is er in de kerkorde iets bijgevoegd wat historisch gezien van later datum is: men kan iets inbrengen bij de kerkenraad. Dit staat in de betreffende ordinantie zelfs op de eerste plaats. En het eerdergenoemde op de tweede plaats. Mijns inziens moet dat andersom zijn.

Ordinantie 10-4 luidt nu:
1. Ten dienste van de rechte viering van het Avondmaal kunnen ambtsdragers en lidmaten der gemeente bezwaren over belijdenis en wandel van lidmaten der gemeente inbrengen bij de kerkenraad, waarna deze tot behandeling daarvan overgaat.
2. In het bijzonder zullen ook de ambtsdragers der gemeente voor de bediening van het Avondmaal zichzelve en elkander beproeven en uit hun midden wegnemen, wat voor de rechte viering van het Avondmaal een beletsel zou kunnen zijn.

Let op: het gaat hier niet om opzicht, daarvoor staan andere regels in de kerkorde, het opzicht is ook veel ‘juridischer’, maar om toezicht. Dat is pastoraal. De censura morum heeft dus vooral pastorale betekenis. In ieder geval geldt altijd datgene wat in Mattheüs 18:15 en verder staat: ‘Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen.’ Deze woorden wijzen op verzoening. Mijn overtuiging is dat er in de kerk veel minder in ‘partijen’ gedacht moet worden en meer gestreefd moet worden naar eenheid. Dat de een de ander uitnemender acht dan zichzelf. Paulus schrijft in Filippenzen 2:2 en 3: ‘Zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde. Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven.’

Oosterwolde, ds. R.P. van Rooijen

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

Hoe is de stemming? Niet bij volmacht!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 2015

Kerkblad | 24 Pagina's