Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De diaconale roeping (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De diaconale roeping (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DIACONALE ROEPING GELDT DE HELE GEMEENTE, MAAR DEZE ROEPING GELDT OOK IEDERE DAG. IN HET TWEEDE ARTIKEL ZIJN WE INGEGAAN OP WAT DEZE ROEPING INHOUDT OP DE EERSTE DAG VAN DE WEEK ALS DE GEMEENTE SAMENKOMT. OP DE ZONDAG WORDEN WE IN GODS HUIS TOEGERUST OM ONZE DIACONALE ROEPING TE KUNNEN VERVULLEN. MET NAME IN DE REST VAN DE WEEK MOET DE OPDRACHT VAN DE HEERE JEZUS NA DE GELIJKENIS VAN DE BARMHARTIGE SAMARITAAN UIT LUKAS 10 IN PRAKTIJK WORDEN GEBRACHT: 'GA HEEN, EN DOE GIJ DESGELIJKS.' IN DIT DERDE EN LAATSTE ARTIKEL STAAN WE STIL BIJ ONZE DIACONALE ROEPING VOOR DE ANDERE DAGEN VAN DE WEEK.

De naaste zien

Een belangrijk onderdeel van de diaconale roeping is het zien van de naaste. Zien in de betekenis van werkelijk aandacht hebben voor de naaste. Niet zoals de priester en de Leviet uit de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan de gewonde man zien. Ze zien hem, maar eigenlijk liever niet en gaan met een grote boog om hem heen. Bij de Samaritaan is het totaal anders. Hij ziet de man en wordt met innerlijke ontferming over hem bewogen. Dat ontbreekt bij de priester en de Leviet. In de 38 jaren dat de verlamde man in Bethesda lag, hebben velen hem gezien. Maar niemand ziet hem echt in zijn nood. Hij klaagt dan ook in Johannes 5:7 tegen Jezus: ‘Heere, ik heb geen mens, om mij te werpen in het badwater…’ Jezus ziet hem echter wel en kent zijn nood.

Het zien van de naaste en omzien naar elkaar past niet bij het moderne levensgevoel. De afwijzende houding van Kaïn (‘ben ik mijns broeders hoeder’) is heel herkenbaar. Hij is de voorloper van het huidige individualisme. Ik heb met mijn broer niets te maken. Hij heeft zijn eigen leven en ik het mijne. Het elkaar vrij laten lijkt sympathiek, maar het kan zo gemakkelijk overgaan in onverschilligheid en dat staat haaks op onze diaconale roeping. Ook vooroordelen ten aanzien van onze naasten werken nadelig in op diaconale bewogenheid. Hebben we werkelijk oog voor onze naaste? Tonen we ons medeleven als mensen het moeilijk hebben? Wat kan een vriendelijk knikje, een bemoedigende kaart, een mailtje of telefoontje veel voor hen betekenen. Laten we niet denken dat een ander dit wel doet, want als iedereen dit denkt, ontvangen ze geen medeleven. Laten we in een kerkelijke gemeente ook aan de alleenstaanden niet voorbijgaan. Wat kan het moeilijk zijn om als single tot een gemeente te behoren met veel getrouwden, echtparen en gezinnen. Hierbij noemen we ook de ongewild kinderloze echtparen. Wat kunnen zij bijvoorbeeld bij de afkondiging van de geboorte van een kind of tijdens een doopdienst het moeilijk hebben. Aandacht voor pleegouders, pleegkinderen en gebroken gezinnen is ook van belang.

Een diaconie heeft de gemeente nodig om de nood in de gemeente te signaleren. Het is belangrijk voor de diakenen om bijvoorbeeld te weten dat er iemand zijn baan kwijtraakt. Diakenen komen dat niet zomaar te weten. Bij werklozen is er vaak een gevoel van schaamte. Het is dan goed dat andere gemeenteleden deze zorg aan de diaconie bekendmaken. Niet dat de diaconie daarna een baan of een zak met geld kan aanbieden, maar een luisterend oor is in zulke situaties al genoeg. Daarnaast mag een diaken ‘met troostelijke redenen uit het Woord van God’ hulp bewijzen. Vaak gaan we ervan uit dat een diaken wel op de hoogte is van bepaalde noden in de gemeente, maar dat blijkt niet altijd het geval te zijn. Geef de nood van anderen daarom door aan de diakenen. Beter meerdere keren gemeld, dan helemaal niet.

De naaste helpen

Een ander belangrijk onderdeel van de diaconale roeping is hulp bieden. Bij deze hulp kunnen we concreet denken aan het bezoeken van ouderen, weduwen en weduwnaars, gehandicapten en mensen die langdurig ziek zijn. Naast de bezoekjes die gemeenteleden spontaan en op eigen initiatief bij deze mensen brengen, is er in veel gemeenten een groep vrouwen die ervoor zorgt dat er structureel naar hen wordt omgezien. Jaarlijks wordt afgesproken wie er welke gemeenteleden één of meerdere malen per jaar gaat bezoeken. Ook jongeren kunnen bij dit bezoekwerk worden ingeschakeld. De diaconie is bij dit bezoekwerk betrokken en kan ook nieuwe bezoekadressen aanleveren. Bij gemeenteleden met langdurige psychische problemen kan een rooster worden opgesteld met mensen die er regelmatig even op bezoek gaan, of iets met het betreffende gemeentelid gaan ondernemen. Een andere vorm van hulp is de zogenaamde thuishulp in afwachting van of naast professionele hulp. Hierbij kan gedacht worden aan hulp in de huishouding en het verzorgen van warme maaltijden vanwege een handicap, lichamelijke zwakheden na een operatie of andere zorgen. In sommige gemeenten gebeurt dit samen met de Nederlandse Patiënten Vereniging. Mensen die op een bepaald terrein (denk bijvoorbeeld aan financiën) deskundig zijn, kunnen anderen helpen die niet ter zake kundig zijn. De diaconie heeft hierbij een coördinerende rol, bij financiële noden eventueel in overleg met een schuldhulpmaatje. Bij het zien en het helpen van de naaste is natuurlijk ook het opdragen van de naaste in het gebed van belang. Een diaconie heeft voor de omvangrijke taak het gebed van de gemeente nodig, maar niet minder moet ook voor de naaste in nood gebeden worden, juist als je eigenlijk niet meer helpen kan. Het gebed om diaconale ogen en oren en vooral een diaconaal hart om te kunnen helpen is voor iedereen nodig.

De naaste verder weg

De diaconale roeping heeft te maken met verschillende terreinen. Dat geldt in de eerste plaats voor de binnenste cirkel van de eigen gemeente. In de tweede plaats geldt dit voor de grotere cirkel van onze samenleving. Zorg voor dak- en thuislozen, verslaafden, vluchtelingen, gevangenen, enz., heeft een diaconale taak in zich in de breedte van de maatschappij. In de derde plaats is daar de buitenste cirkel van het werelddiaconaat. Te denken valt daarbij aan bijvoorbeeld (financiële) hulp bij rampen door b.v. overstromingen en aardbevingen. Ook kan men hier denken aan de (financiële) steun bij diaconale projecten in het buitenland. Sommige jongeren besteden een deel van hun vakantie om in het buitenland mee te helpen aan een diaconaal project. Bij dit onderdeel behoort ook het diaconaat op het zendingsveld en het diaconaat betreffende Israël. De hulp aan de vervolgde kerk mag juist ook in onze tijd niet ontbreken. Wie iets kent van de barmhartigheid van God, wil ook barmhartigheid aan de naaste bewijzen. Laat de opdracht van Christus: ‘Ga heen, en doe gij desgelijks’ ons aansporen om door de werking van de Heilige Geest God en de naaste te mogen dienen.

Oud-Beijerland, ds. J. Joppe

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

De diaconale roeping (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2015

Kerkblad | 24 Pagina's