Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop, belijdenis en avondmaal (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop, belijdenis en avondmaal (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERVOLG OP KERKBLAD NR. 11 WAAR AANDACHT IS BESTEED AAN DE RELATIE TUSSEN DOOP, BELIJDENIS EN AVONDMAAL, AAN DE ACHTERGROND VAN HET DOEN VAN BELIJDENIS EN WAT HET, VOOR HEN DIE ALS KIND ZIJN GEDOOPT, BETEKENT OM BELIJDENIS TE DOEN.

Wie zijn leden van de Kerk van Christus?

De doop is het teken van inplanting en lidmaatschap van de christelijke kerk. Wij dopen daarom niet alleen volwassenen die het christelijk geloof belijden, maar ook de kinderen van christenouders. Dat gebeurt omdat wij weten en geloven dat ook deze kinderen lidmaat van de Kerk van Christus zijn. Bij het opgroeien is het de vraag of kinderen ook de kenmerken van geloof en bekering gaan vertonen. Immers de doop is bedoeld tot versterking daarvan. Dan is wel de vraag of van geloof en bekering sprake is. In de weg van geloof en bekering opent God de toegang tot het avondmaal en zal er ook een verlangen ontstaan de dood des Heeren te verkondigen totdat Hij komt. Calvijn kan zeggen dat wij hen als leden van de Kerk moeten erkennen die door deelgenootschap aan de sacramenten God in Christus als de God van zaligheid belijden. Dat heeft een aantal puriteinen ertoe gebracht om degenen die wel gedoopt waren maar niet aan het avondmaal gingen, als onvolledige leden van de Kerk te zien en zo te noemen. Dat gold dus in ieder geval de kinderen. Voetius, een van de grote voormannen van de Nadere Reformatie, heeft dit spraakgebruik overgenomen. Je vindt het ook in de Schotse presbyteriaanse kerken. Deze maken een verschil tussen degenen die de Kerk toebehoren (adherents) en de leden in volle gemeenschap van de Kerk (members in full communion). Bij de laatsten gaat het om de avondmaalgangers.

In de Schotse kerken wordt het trouwens zo geformuleerd – en naar mijn diepe overtuiging is dat juist – dat de kerkenraad aan hen die een kerkelijk recht begeren om tot het avondmaal toe te treden, na gedaan onderzoek toestemming geeft belijdend lid te worden. Men kent daar niet de belijdenisdiensten zoals wij die in Nederland hebben. Een belijdend lid ben je als je toetreedt tot het avondmaal. De eerste avondmaalsgang maakt je tot een belijdend lid van de kerk. Het betekent ook dat als iemand – afgezien van ziekte, verblijf in het buitenland enz. – niet meer aan het avondmaal deelneemt, hij niet meer tot de belijdende leden wordt gerekend. Men kan dan ook geen aanspraak meer maken op de voorrechten die daaraan zijn verbonden.

Ook als men moeite heeft met de uitdrukking onvolledige leden, dan blijft nog staan dat het gebruik van het avondmaal de door Christus ingestelde weg is om het geloof telkens weer te belijden. Het avondmaal is evenals de doop bedoeld ter versterking van het geloof. Het is toch echter ook een belijdenis. Wie aan het avondmaal gaat, belijdt – met alle strijd en aanvechting die er is – dat hij Christus toebehoort. Wie niet aan het avondmaal gaat, geeft aan – bij alle godsdienstige verrichtingen en gevoelens die er kunnen zijn – dat hij buiten staat. Dat betekent overigens niet dat elke avondmaalganger Christus werkelijk toebehoort of dat onder degenen die niet aan het avondmaal gaan geen ware kinderen van God kunnen zijn. Echter de Bijbelse norm is dat alleen kinderen van God aan het avondmaal mogen gaan en ook dat alle kinderen van God – afgezien van hen die de volwassenheid nog niet hebben bereikt – aan het avondmaal behoren te gaan. Dat maakt de heilige spanning van de bediening en praktijk van het avondmaal uit.


Een belijdend lid ben je als je toetreedt tot het avondmaal. De eerste avondmaalsgang maakt je tot een belijdend lid van de kerk.


Wie mogen aan het avondmaal gaan?

De Heere kent degenen die de Zijnen zijn. Hij schenkt heel persoonlijk het goddelijke recht van toegang tot het avondmaal. Daar komen geen mensen aan te pas. De kerkenraad verleent het kerkelijk recht om het avondmaal te gebruiken. Het kerkelijk recht is geen goddelijk recht. Dit onderscheid is een Bijbels onderscheid. Wij, mensen, zien aan wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan. Dat betekent echter niet dat het kerkelijk recht om aan het avondmaal te gaan zomaar aan iedereen die als kind gedoopt is en als volwassene trouw naar de kerk gaat, mag en moet worden gegeven. De puriteinen en de mannen van de Nadere Reformatie hebben het belang van grondige catechese benadrukt. Zij wensten dat degenen die toegang tot het avondmaal ontvingen de Bijbelse leer niet alleen grondig kenden, maar ook van harte beleden en die leer met een godzalige levenswandel gepaard deden gaan. Het feit dat degenen die het kerkelijk recht hebben om het avondmaal te ontvangen zichzelf moeten beproeven, voordat zij aan het avondmaal gaan, doet niets af aan de noodzaak van een eerlijk, liefdevol maar toch grondig ambtelijk onderzoek. Dat is iets waarin de mannen van de Nadere Reformatie en de puriteinen nog altijd actueel zijn.

Een godzalige wandel

Een echt godzalige levenswandel is een vrucht van de inenting in Christus. Anders kan er ten diepste nooit meer zijn dan een rijke-jongelingsgodsdienst. Toch stel ik allereerst het toetsen van de levenswandel door de kerkenraad aan de orde. Immers de levenswandel is uiterlijk zichtbaar en de boom wordt aan zijn vruchten gekend. Als ik mij beperk tot de levenswandel, kan ik helaas alleen maar constateren dat ook in de rechterflank van de gereformeerde gezindte meer dan eens het kerkelijk recht om aan het avondmaal te gaan gegeven wordt aan hen die dit kerkelijk recht niet toekomt. Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop men zich presenteert op Facebook, in de muziekkeuze, het bekijken van films waarin alle geboden van God worden overtreden (een goede richtlijn is trouwens hoe dan ook geen speelfilms te bekijken) en ook kleding. De Bijbel wijst erop dat vrouwen en meisjes eerbaar gekleed moeten gaan. Helaas moeten we over de hele linie van de gereformeerde gezindte constateren dat dit vaak niet het geval is. Dan kunnen we een voorbeeld nemen aan christenen in Oost-Europa en in Azië.

Een leraar van een reformatorische middelbare school vertelde mij dat hij zijn leerlingen voorafgaande aan een excursie moest vertellen dat zij in de kleding waarin zij naar school kwamen, de Sint Pieter in Rome niet mochten betreden. Een leerlinge die dacht dat dit overdreven was, had geen rekening met het gegeven kledingadvies gehouden, maar zij mocht toch echt de Sint Pieter niet in. Hoe dan ook laten velen in de gereformeerde gezindte in hun leven zien dat zij Christus niet toebehoren en de waarde van hun doop niet kennen. Hoe kan hun dan een kerkelijk recht om avondmaal te vieren worden gegeven?! Nu weet ik dat er ook jongelui zijn van wie geldt dat zij de ernst van de zonde hebben leren kennen, dat Christus hun hart heeft genomen en zij daarom tot Gods eer willen leven. Afgaande op de vruchten vormen zij helaas toch echt een minderheid en meer dan eens zelfs een kleine minderheid. Er zijn gelukkig ook kerkenraden die ernst maken met het toetsen van de levenswandel van degenen die belijdenis van het geloof willen afleggen. Er zijn echter ook kerkenraden voor wie het genoeg is als zij weten dat de jongelui trouw de diensten bezoeken. Soms wordt dan met trouw eenmaal op een zondag verstaan. Zondagsheiliging in de zin van Zondag 38 blijkt dan geen criterium voor het doen van belijdenis te zijn.

Wordt vervolgd.

Boven-Hardinxveld, ds. P. de Vries

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

Doop, belijdenis en avondmaal (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2016

Kerkblad | 24 Pagina's