Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de voetstappen van de Meester

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de voetstappen van de Meester

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

WANT HIERTOE ZIJT GIJ GEROEPEN, DEWIJL OOK CHRISTUS VOOR ONS GELEDEN HEEFT, ONS EEN VOORBEELD NALATENDE, OPDAT GIJ ZIJN VOETSTAPPEN ZOUDT NAVOLGEN. 1 PETRUS 2:21

Petrus treedt in de voetsporen van zijn Meester. Eerst liep hij Christus nog weleens vóór de voeten. Gaandeweg heeft hij leren volgen. In het geloof, maar ook in het lijden. Eens heeft Petrus uit de mond van zijn Meester gehoord: ‘Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.’ Van Hem geleerd, mag hij nu anderen onderwijzen. Hij weet zich geroepen en roept ook anderen op. Geroepen is een woord dat Petrus al eerder in zijn brief gebruikt heeft, namelijk in vers 9, waar hij zegt: ‘… Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.’

Petrus heeft met onze tekstwoorden de slaven op het oog. We lezen in vers 18: ‘Gij huisknechten, zijt met alle vreze onderdanig den heren, niet alleen de goeden en bescheidenen, maar ook de harden.’ Deze slaven behoorden ook tot de gemeente. De slaven moesten zich onderwerpen aan hun heren. En dat viel hun soms moeilijk. Voor velen betekende dat een weg van lijden. Maar de oorzaak van dit lijden was verschillend. Het kon zijn dat slaven leden, omdat zij hun werk slecht deden. Dan werden zij geslagen. Maar als een slaaf zijn werk gewoon goed deed en er was niets op hem aan te merken, kon hij ook geslagen worden. Bijvoorbeeld uit vijandschap, omdat hij een christen was. Dan was er sprake van een lijden ‘om Christus’ wil’. Vandaar dat Petrus in vers 19 en 20 zegt: ‘Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte. Want wat lof is het, indien gij verdraagt, als gij zondigt, en daarover geslagen wordt? Maar indien gij verdraagt, als gij weldoet, en daarover lijdt, dat is genade bij God.’

Lijden is een sleutelwoord in de eerste Petrusbrief en wordt gebruikt om zowel het lijden van Christus, als van Zijn volgelingen aan te geven. U en ik zijn ook geroepen tot navolging van de lijdende Borg. Christus heeft plaatsbekledend geleden. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen. Wat een diepte ligt er in deze woorden. Christus leed vrijwillig, niet voor Zichzelf, maar voor ons, zegt Petrus. Het wijst ten eerste op het éénmalig verzoenend lijden van de Zaligmaker. In vers 24: ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt.’ Je voelt grote verwondering. ‘Dewijl ook Christus voor ons geleden heeft.’

Ten tweede heeft Christus’ lijden ook een voorbeeldfunctie. ‘Ons een voorbeeld nalatende.’ Niet om het voorbeeld na te bootsen. Ook niet om een bijdrage te leveren aan de zaligheid. Petrus zegt nadrukkelijk tegen de geroepenen dat Christus voor ons, dat is ten behoeve van ons, geleden heeft. En nu zijn allen die in een levend geloof aan Hem verbonden zijn, ook geroepen Hem daarin te volgen. Het Griekse woord voor voorbeeld heeft betrekking op letters die door een leerling moeten worden nageschreven. Of een schets die door een leerling wordt nagetekend. En zo werkt en tekent de Heilige Geest het voorbeeld van de Heere Jezus in ons leven uit. Om ‘het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn’.

Waarin hebben we Christus na te volgen? Denk aan de geschiedenis van de voetwassing. ‘Want Ik heb u een voor beeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.’ Christus is een voorbeeld in dienende liefde. In de catechismus lezen we: ‘de gemeenschap der heiligen is, dat elk van Gods kinderen zich verplicht weet zijn gaven tot nut en tot zaligheid van de andere leden van Christus’ geestelijk lichaam gewillig en met vreugde aan te wenden.’

Petrus geeft in dit tekstgedeelte ook enkele voorbeelden, waarin we Christus moeten navolgen. Laten we het zelf praktisch leren toepassen. We lezen in vers 22 en 23: ‘Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden; Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardig oordeelt.’

Petrus wil leren hoe onze innerlijke houding moet zijn in het lijden om Christus’ wil. Kunnen we die houding vanuit onszelf volbrengen? Petrus eindigt zijn brief met een belofte: ‘De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden.’ Gods kinderen worden opgeroepen tot de ‘Imitatio Christi’, tot navolging van Christus.

Veenendaal, ds. H. van der Ziel

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

In de voetstappen van de Meester

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2016

Kerkblad | 24 Pagina's