Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zwijgende Borg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zwijgende Borg

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'DOCH JEZUS ZWEEG STIL.' MATTHEÜS 26:63A

Een rechtszitting, die midden in de nacht plaatsheeft!? Dan moet er ongetwijfeld een belangrijke zaak voorkomen. Dan moet er ongetwijfeld een grote misdadiger terechtstaan! Luister maar. De deuren gaan open. Alle ogen richten zich op die Ene, Die daar loopt in Zijn banden. Als een misdadiger wordt Hij binnengebracht. Kent u Hem? Persoonlijk? Zielsbevindelijk? Door Geestesopenbaring?

Schijnproces

Het proces tegen Jezus kan beginnen. De uitkomst staat op voorhand vast: des doods schuldig! Daar staan ze. Tegenover elkaar. Kajafas, de hogepriester der Joden. En Christus, de Hogepriester van het Nieuwe Verbond. Daar staat Hij, het Lam Gods, in de beklaagdenbank. Om Zich te verantwoorden voor een aardse rechter. Terwijl Hij geen zonde heeft gedaan en er geen bedrog in Zijn mond is gevonden. Terwijl Hij straks Zelf, als de Rechter van hemel en aarde, zal oordelen de levenden en de doden. Hier wordt Gods Zoon, onder de toelating van de Vader, gedaagd voor het menselijk gericht. Op alle valse getuigenissen heeft Hij gezwegen. Tot ergernis van Kajafas. Eindelijk zijn er twee, die hetzelfde lijken te getuigen. Kajafas verrijst uit zijn stoel met de vraag: ‘Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U?’ … Doch Jezus zweeg stil. Daar staan ze. Tegenover elkaar. Een vragende hogepriester, Kajafas; tegenover de zwijgende Hogepriester, Christus.

Waarom?

Jezus zwijgt. Waarom? Opdat de Schrift vervuld worde, die zegt: Als een Lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. Jezus zwijgt, omdat Hij schuldig staat. Niet tegenover de mensen, maar tegenover Zijn Vader. Omdat Hij de schuld van Zijn volk op Zich nam. Jezus zwijgt, omdat Hij straks schuldig wil worden gesteld in het gericht van God. Hij zegt niet tot Zijn Vader: Rechtvaardige Vader, dit is onrechtvaardig. Waarom zou Ik lijden voor zonden, die Ik niet heb gedaan? Nee, Christus zwijgt. Tegenover de mensen en tegenover God. Want, o Vader, Uw doen is rein en Uw vonnis gans rechtvaardig. Jezus zwijgt, omdat Zijn spreken op aarde bijna ten einde is. Vanuit de hemel zet Hij Zijn spreken echter voort. Door Zijn Woord en Geest. Heeft de zwijgende Borg zo al gesproken in uw en jouw leven?

Wat is nodig?

Toen (de eerste) Adam werd gedaagd voor Gods gericht, zweeg hij niet. Hij gaf de schuld aan zijn vrouw. En zei erbij: ‘Die Gij mij gegeven hebt.’ Zijn verontschuldiging op Gods aanklacht was dus tegelijk een beschuldiging van de Heere. Christus, als de tweede Adam, zwijgt Gode stil. Hij is onder het recht van God doorgegaan, in dat gericht omgekomen. Dat wilde Hij! Uit liefde tot Zijn Vader. Uit liefde tot Zijn Kerk. Geliefde lezer, lezeres, hebt u Christus in Zijn zwijgen nodig gekregen? Om de vrucht van Zijn zwijgen ten volle te kennen, is het nodig in de rechtszaal geweest te zijn. Nee, niet in die van Kajafas, als toeschouwer. Maar in de rechtszaal van God, als aangeklaagde. U kreeg de schuldbrief thuisbezorgd door Gods Geest: Sterven en niet leven! Want het loon op de zonde is de dood. Toen was er geen plaats voor verontschuldigingen. Want die Geest overtuigt … Het vonnis werd aanvaard. Zwijgend! Het hoofd ging op het blok. O dood’lijk uur! En tegelijkertijd: Uur van leven! Want daar kwam HIJ, de zwijgende Borg. En HIJ sprak. De sprekende Borg. Vader, IK heb verzoening gevonden. En … mijn God sprak mij vrij. De vloekende wet zweeg. De verklagende duivel bleef stom.

Zingen

Doch Jezus zweeg stil. Waarom? Opdat Hij mij zou vrijspreken in het gericht en een nieuw lied in mijn mond zou geven, een lofzang Gode. Hoor, daar zingt er één: Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt?

Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is. Zingt u al mee? Of anders, beter gevraagd: Mag u al meezingen? Met dat volk, dat vaak stom over de aarde gaat, omdat ze vanbinnen opnieuw worden aangeklaagd? En toch zijn ze gelukkig. Namelijk wanneer de Heere in die omstandigheden door Zijn Woord en Geest spreekt: En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. Dan wordt het: Mijn mond vindt tot Uw lof, gedurig ruimer stof.

Geen antwoord

Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna … het oordeel. Eenmaal … allemaal in het oordeel. Klein en groot. En dan? … Geen deel gekregen aan de zwijgende Borg? Duizend vragen … en geen antwoord? Hoe aangrijpend is de gelijkenis van de koninklijke bruiloft uit Mattheüs 22. Als de koning binnenkomt om de aanzittende gasten te overzien, dan ziet hij een mens (stel uzelf de vraag: Ben ik het, Heere?), zonder bruiloftskleed. En de koning zegt: ‘Vriend, hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed aanhebbende?’ … En hij verstomde. Geliefde lezer, lezeres, wat zal het vreselijk zijn: menen in te gaan en niet te kunnen. Altijd meegepraat, nagepraat, erover gepraat, maar nooit eruit. En hij/zij verstomde. Nooit in de rechtszaal geweest. Nooit verstaan: Sion zal door recht verlost worden. Geen bruiloftskleed.

In de bruiloftszaal

Wie komen er binnen? In de bruiloftszaal hierboven kunnen alleen mensen ingaan met een bruiloftskleed. Degenen die bekleed zijn met de klederen des heils, met de volkomen gerechtigheid van Christus Jezus. Hebt u, heb jij dat kleed? Nee!? Nóg zijn de klederen des heils te verkrijgen in de aanbieding van het Evangelie. De Geest des Heeren twist met u. Want zo zegt de Heere in Zijn Woord: Ik raad u, dat gij van Mij koopt witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde. Opdat gij in het gericht Gods niet zult verstommen.

Bruiloftsklederen. Hoe ik eraan kom? De Geest deelt die uit. En de Geest past ze toe. Iedere zondag is het openbare uitdelingsdag. Van deze klederen. En ze zijn om niet – dat wil zeggen: gratis – te verkrijgen, want het Lam heeft de dure prijs voor al de Zijnen volkomen betaald.

Ouddorp, ds. D. Zoet

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

De zwijgende Borg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2016

Kerkblad | 24 Pagina's