Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omgekomen en alzo voor eeuwig thuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omgekomen en alzo voor eeuwig thuis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP NOG GEEN 500 METER VAN HET ONS INMIDDELS BEKENDE KAPPEL AM ALBIS LIGT EEN DORPJE MET DE NAAM NÄFENHAUSEN. MISSCHIEN DAT DEZE NAAM IEMAND VAN ONS IETS ZEGT, MAAR HET OVERGROTE DEEL VAN KERKELIJK NEDERLAND ZAL – NAAR IK VERWACHT – NOG NOOIT VAN DIT DORPJE GEHOORD HEBBEN. EN TOCH STAAT BINNEN DE GRENZEN VAN DIT GEHUCHT EEN GEDENKSTEEN, DIE DOOR HET OPSCHRIFT EEN GEBEURTENIS IN HERINNERING ROEPT WAARVAN DE MEESTEN VAN ONS ONGETWIJFELD WELEENS GEHOORD ZULLEN HEBBEN.

Op deze grote gedenksteen van drie meter hoog en twee meter breed staat namelijk zowel in het Duits als in het Latijn te lezen, dat – vrij weergegeven – men wel het lichaam kan doden, maar de ziel niet. (Letterlijk: ‘Het lichaam kunnen zij doden, echter de ziel niet’) Het zijn de woorden, waarmee de grote reformator van Zwitserland, Huldrych Zwingli, in de avonduren van 11 oktober 1531, te midden van vele zwaargewonde en reeds gesneuvelde soldaten, ook zelf is neergestort. Of het nu precies op de plaats gebeurd is waar nu de gedenksteen staat, is moeilijk te achterhalen. Wel is zeker, dat enige tijd later in de buurt van deze steen Zwingli door een soldaat uit het vijandelijke leger is omgebracht.

Over deze aangrijpende gebeurtenis is veel geschreven, zowel over de aanloop alsook over het verloop en de afloop ervan. Wat de aanloop betreft kunnen we kort zijn, daar we daar al in vorige afleveringen uitvoerig over geschreven hebben. Kort samengevat: bij de vrede van de Eerste Kappeler oorlog bleven er nog zoveel problemen onopgelost, dat een nieuw treffen tussen de katholieke en protestantse kantons onvermijdelijk was. Zij het dat door onderlinge meningsverschillen in het protestantse kamp Zürich uiteindelijk alleen kwam te staan. Het opmerkelijke hierbij was wel, dat ondanks het besef aan beide zijden dat een nieuwe oorlog slechts een kwestie van tijd zou zijn, het rooms-katholieke kamp in het begin van oktober 1531 ongemerkt een legermacht kon samentrekken bij Zug, de hoofdstad van de gelijknamige kanton. Hoe snel ook de geruchten over dit samentrekken Zürich bereikten, aanvankelijk wilde men het hier niet geloven. Echter op 9 oktober waren deze geruchten niet meer te ontkennen, zodat er met gezwinde spoed een soort ‘voorhoede-legertje’ van zo’n 1000 man gevormd werd, dat al de volgende dag in de richting van Kappel werd uitgezonden. Dit legertje stond onder leiding van een zekere Georg Göldli. Daar echter – op zijn zachtst gezegd – zijn gehele familie niet tot de vriendenkring van Zwingli behoorde en zijn broer zich bovendien nog aangesloten had bij het vijandelijke leger, werd ook hij niet vertrouwd. Zo was Zürich niet alleen niet eensgezind, maar er heerste onderling ook veel verwarring. De toestand in de stad overziende, is het niet verwonderlijk dat men zeer slecht voorbereid was op een nieuw treffen met de rooms-katholieke tegenstanders. Er was zowel een gebrek aan soldaten alsook aan paarden om het geschut naar het slagveld te brengen. De legercommandant Rudolf Lavater was dan ook met grote zorgen vervuld, maar hij had geen keus en hij kon nu niet anders dan vanuit Zürich de vijand tegemoet trekken.

Enkele dagen later, namelijk op 11 oktober, voegde zich ook Zwingli bij het leger. Met enkele andere predikers begaf hij zich te midden van de soldaten. Niet alleen om straks in de slag geestelijke bijstand te verlenen aan de gewonden en stervenden, maar ook … om mee te vechten. Naast de Bijbel had hij ook een zwaard bij zich. Om zich daadwerkelijk in de strijd te kunnen mengen, had hij ook een harnas aangedaan en een helm opgezet. Toch lag zijn vertrouwen niet in zijn uitrusting. Integendeel, op weg naar het slagveld mocht hij door middel van het gebed Gods aangezicht zoeken om voor de komende strijd Gods hulp en bijstand af te smeken.

In de loop van de middag voegde men zich bij Kappel bij het vooruit gezonden legertje van Georg Göldli. Terwijl men nog uit andere plaatsen versterking verwachtte, telde het legertje van Zürich op dat moment slechts zo’n 1700 soldaten. Wat kon dit legertje uitrichten tegenover het leger van de zogenaamde ‘5 Orte’, dat wil zeggen van de vijf rooms-katholieke kantons? Dit leger telde wel zo’n 8000 soldaten! Het was wel duidelijk, dat de Zürichers tegenover zo’n grote overmacht niet als eersten de strijd zouden aanvangen. Bovendien was het al laat en zou het niet lang meer duren voordat de schemering zou invallen. Maar in het rooms-katholieke kamp wilde men niet wachten. Zij kwamen dan ook direct in beweging en vielen nog – ondanks het late tijdstip – met man en macht aan. Na een korte, hevige slag met daarin ook man-tegen-man-gevechten werd al spoedig duidelijk dat de Zürichers tegen zo’n grote overmacht het onderspit moesten delven. Zij werden dan ook verpletterend verslagen met vele doden en gewonden als gevolg.


‘Het lichaam kunnen zij doden, echter de ziel niet'


Zoals we aan het begin reeds schreven was ook Zwingli een van de velen, die op dat slagveld bij Kappel zijn omgekomen. Toen de rooms-katholieke partij de aanval inzette, bevond ook hij zich te midden van de strijd. Ondanks het feit, dat de strijd voor Zürichers hopeloos was, wilde hij niet opgeven. Integendeel, hij vuurde de mannen om hem heen aan om stand te houden: ‘Weest niet bang. Beveelt u Gode aan! God zal voor ons zorgen en ook voor de onzen thuis’ (zie H. Veldman, Huldrich Zwingli, Goes 1984, p. 205). Zwingli zelf werd ook getroffen: eerst in zijn been en vervolgens – nadat hij was opgestaan – in zijn bovenbeen. Nog gaf hij de strijd niet op en bleef hij zich verweren totdat hij – na een slag op zijn helm – bloedend en zwaargewond op het slagveld ter aarde stortte en daarbij de woorden sprak, die op de gedenksteen te lezen zijn: ‘Het lichaam kunnen ze doden, maar de ziel niet’.

Intussen ging de strijd voort en lette men niet op de stervenden en gewonden. Pas toen er geen ‘ketter’ meer op het slagveld was overgebleven, keerden de rooms-katholieke overwinnaars terug. Zoekend naar buit kwam een soldaat uit het vijandelijke leger ook bij Zwingli en … hij herkende hem niet. Op zijn vraag of er nog een priester moest komen, schudde Zwingli van nee. Evenmin had hij nog behoefte om te biechten. Hierop werd hem de ‘genadestoot’ gegeven, zodat hij stierf. De volgende dag werd Zwingli echter herkend en velen uit het vijandelijke leger kwamen om hem nog te zien en zich over zijn dood te verblijden (zie onder andere voor een uitvoerig verslag van al deze gebeurtenissen Heinrich Bullinger, Reformationsgeschichte, deel III, Zürich 1985). Na een kort overleg besloot men zijn lichaam in vieren te delen en te verbranden. Daar hiermee hun wraakzucht nog niet bekoeld was, werden vervolgens ook stukken vlees van een zwijn verast en met de as van Zwingli vermengd. Om te voorkomen dat er in Zürich een soort verering zou ontstaan rond de as van Zwingli, werd ten slotte al wat over was op het slagveld uitgestort.

Echter, dit alles kon niet verhinderen, dat daar op het slagveld in Näfenhausen Zwingli een goede ruil mocht doen. Op 47-jarige leeftijd mocht hij die rust ontvangen, die – naar het woord van de apostel Paulus – overblijft voor het volk van God. En – naar de mens gesproken – hoe groot verlies dit sterven van Zwingli voor de zaak der Hervorming in Zwitserland geweest is, de Heere gaat door. In en door de toen nog slechts 27-jarige Heinrich Bullinger zal Hij dit werk voortzetten, want Zijn Raad zal bestaan. Ook in Zwitserland.

Gameren, ds. A.C. Rijken

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

Omgekomen en alzo voor eeuwig thuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2016

Kerkblad | 24 Pagina's