Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De betekenis van Constantijn de Grote

Over Constantijn de Grote en zijn betekenis voor de christelijke kerk zijn tal van studies geschreven. In 312 won Constantijn de slag bij de Milvische brug van Maxentius. Een jaar daarna kondigen Constantijn als keizer van het westelijk deel en Licentius als keizer van het oostelijke deel van het Romeinse rijk, in het edict van Milaan, godsdienstvrijheid voor christenen in het gehele Romeinse rijk aan. In 324 werd het gehele rijk onder Constantijn verenigd. Er was sprake van een christelijk geïnspireerde wetgeving. Zo werden wetten ter bevordering van de zondagrust aangenomen. Meer en meer werd de christelijke kerk begunstigd. Vlak vóór zijn dood liet Constantijn zich dopen.

Over heel deze ontwikkeling is zeer verschillend geoordeeld. Eusebius van Caesarea, de eerste christelijke kerkhistoricus, heeft een zeer positief beeld van Constantijn geschetst en zag in de regering van Constantijn zelfs iets van het duizendjarige rijk oplichten. Vanaf de twintigste eeuw is echter wel gesproken van de zondeval van het christendom. De verwereldlijking van de kerk en de vermenging van kerk en politiek zou toen begonnen zijn. Bij de oprechtheid van de gehechtheid van Constantijn aan het christelijk geloof zijn ook vragen gesteld.

Er worden echter ook andere geluiden gehoord. Peter J. Leithart die als senior fellow verbonden is aan het New Saint Andrews College in Moscow, Idaho, heeft in Defending Constantine: The Twilight of an Empire and the Dawn of Christendom gedocumenteerd aangetoond dat reeds vóór de slag bij de Milvische brug de christelijke kerk een dusdanige omvang had gekregen en het heidendom dermate op haar retour was dat ook zonder Constantijn het Romeinse rijk een christelijk karakter gekregen zou hebben. Kwalijke ontwikkelingen, waarbij de christelijke kerk aan de staat onderworpen werd, dateren daarentegen pas van na Constantijn. Leithart geeft aan dat het beeld dat Eusebius van Constantijn geschetst heeft wel heel rooskleurig is maar dat, afgaande op uitlatingen van Constantijn zelf, aan de oprechtheid van zijn begeerte een christen te zijn niet kan worden getwijfeld. Zeker heeft zijn optreden kennelijke vlekken en rimpels vertoond, maar dat houdt niet in dat zijn keuze voor het christelijk geloof enkel een zaak van berekening was.

Voor een belangrijk deel eenzelfde geluid als dat van Leithart is in ons vaderland gegeven door Henk Singor, docent oude geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Zijn studie is nog gedocumenteerder dan die van Leithart. Evenals Leithart wijst hij erop dat voor de bevolking van Rome een duidelijk signaal geweest moet zijn dat hij niet, zoals gebruikelijk was, offers bracht aan Jupiter, als hij als overwinnaar Rome is binnengetrokken. Meer dan Leithart laat Singor zien dat reeds Constantijn zelf, en niet pas zijn opvolgers, heel duidelijk de maatschappelijke ruimte voor niet-christenen of niet-orthodoxe christenen beperkte en zichzelf als een bijzonder instrument in Gods hand zag. Singor laat in een slotbeschouwing de immense invloed van het christelijk geloof op de westerse cultuur zien. Nog altijd zijn een aantal christelijke kernwaarden, zoals het gebod tot naastenliefde, diep verankerd in de westerse cultuur, zij het dat menigeen de schatplichtigheid hiervan aan het christelijk geloof niet onderkent. Singor schreef een zeer belangwekkende studie. Wie meer van Constantijn de Grote en zijn betekenis voor de geschiedenis na hem wil weten, moet dit boek niet ongelezen laten.


N.a.v. Henk Singor, Constantijn en de christelijke revolutie in het Romeinse rijk, Ambo-Anthos, Amsterdam 2014; ISBN 978-90-263-2479-6; pb. 492 pp., prijs € 29,99 en Peter J. Leithart, Defending Constantine: The Twilight of an Empire and the Dawn of Christendom, IVP Academic, Downers Grove, Illinois 2010; ISBN 978-0-8308-2722-0; pb. 373 pp., prijs $ 28,-.


Geloof en rechtvaardiging

Om het Koninkrijk van God te kunnen binnengaan is voor ons nodig dat onze zonden ons worden vergeven en wij ons tot God bekeren. Onze relatie met God die sinds de zondeval is verbroken, moet worden hersteld en onze natuur die sinds de zondeval is verdorven, moet worden vernieuwd. Calvijn sprak daarom ook over Gods tweevoudige genade. Als God aan een zondaar genade bewijst, rechtvaardigt Hij hem en gaat Hij hem heiligen. In de geschiedenis van de theologie heeft pas de Reformatie rechtvaardiging en heiliging nadrukkelijk van elkaar onderscheiden. Augustinus dacht bij de rechtvaardiging aan het herstel van het beeld van God in ons. Voor hem betekent dat wij uit genade gerechtvaardigd worden dat wij enkel uit genade tot eer van God leren leven. De Reformatie heeft dat laatste bepaald niet ontkend. Integendeel, maar zij heeft geleerd dat rechtvaardiging betekent dat God de zondaar op grond van het werk van Christus vrijspreekt in Zijn gericht. Wij krijgen deel aan deze vrijspraak door geloof. De grond van de rechtvaardiging ligt helemaal buiten ons.

Als een kind van God op zichzelf ziet, kan hij vaak heel moeilijk of helemaal niet geloven dat hij rechtvaardig voor God is. De bedoeling is dat wij zien op Christus. Zijn gerechtigheid die God enkel uit genade toerekent, is en blijft de enige grond van rechtvaardiging en vrijspraak. Heel pastoraal hebben in de zeventiende eeuw puriteinen over het geloof in relatie tot de rechtvaardiging geschreven.

Ik noem Thomas Goodwin (1600-1680). Bij zijn studie in Cambridge raakte hij onder de invloed van Richard Sibbes en John Preston. Hij werd een geliefd prediker. Meer dan eens preekte hij voor het Engelse parlement. Van de door het Engelse parlement samengeroepen synode van Westminster was hij een prominent lid. Als master van het Magdalen College in Oxford werkte hij nauw samen met John Owen die deken van Christ Church en vicekanselier van de universiteit van Oxford was. Na het herstel van de monarchie in 1660 bracht Goodwin in Londen de laatste twintig jaar van zijn leven door met preken, schrijven van traktaten en pastoraal werk.

Een van Goodwins meest geliefde geschriften gaat over de relatie tussen geloof en rechtvaardiging, namelijk Christ set Forth as the Cause of Justification and as the Source of Justifying Faith (Christus voorgesteld als de oorzaak van de rechtvaardiging en de bron van rechtvaardigend geloof). Dit werk zag voor het eerst in 1642 het licht. Bij de Banner of Truth in Edinburgh verscheen in 2015 een heruitgave in de serie Puritan Paperbacks. Het feit dat de tekst opnieuw is gezet, komt de leesbaarheid zeer ten goede. Goodwin neemt zijn uitgangspunt in Romeinen 8:34: ‘Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt.’ Goodwin gaat het uitgebreidst in op de voorbede van Christus. Zijn kruisdood en opstanding liggen achter ons. Als Christus ons gepredikt en voorgesteld wordt, is het als Middelaar Die op grond van het werk dat Hij op aarde deed, bidt voor allen die door Hem tot God naderen. Met het doel dat mensen dat leren doen wordt het Evangelie verkondigd.

Goodwin schreef Christ set Forth met het doel om christenen die geloofszekerheid missen, aan te sporen en de vrijmoedigheid te geven om door Christus tot God te naderen om zo de troost te smaken dat zij in Christus voor God rechtvaardig zijn. Geloof omschrijft hij als een komen tot God door Christus tot zaligheid. Hij brengt naar voren dat het gebrek aan zekerheid dat God ons Zijn genade wil geven of dat wij Christus toebehoren, ons niet moet verhinderen om tot Hem te gaan. Het geloof is een komen tot God door Christus. Christus is namelijk het eerste voorwerp van het geloof. Het geloof richt zich op Hem opdat Hij ons tot de Vader leidt.

Wij kunnen uit het boekje van Goodwin leren dat wij om de troost van de rechtvaardiging te kennen ons hart en ons geloof op Christus Zelf dienen te richten. Wie allereerst naar de ken-merken van genade in zichzelf zoekt, zal altijd tekorten en gebreken constateren. Wie door het geloof komt tot Christus, vindt in Hem telkens weer de enige en volkomen Zaligmaker. Nooit kunnen we te veel uit Christus leven en te zwaar op Hem leunen.


N.a.v. Thomas Goodwin, Christ set Forth as the Cause of Justification and as the Source of Justifying Faith, Banner of Truth, Edinburgh 2015; ISBN 978-1-84871-558-5; pb. 242 pp., prijs £5,75.


Boven-Hardinxveld, ds. P. de Vries

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2016

Kerkblad | 24 Pagina's