Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sara Nevius: ‘Een aandachtige leerling van de Heere Jezus’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sara Nevius: ‘Een aandachtige leerling van de Heere Jezus’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOR MIJ LIGT TER BESPREKING EEN BOEK VAN EEN VROUW DIE NA HAAR OVERLIJDEN DOOR HAAR MAN OP LIEFDEVOLLE WIJZE GEËERD WORDT MET DE NAAM VAN PRISCILLA. DAT WIL ZEGGEN MET DE NAAM VAN DE VROUWELIJKE WEDERHELFT VAN HET JOODSE ECHTPAAR DAT IN DE JAREN 49/50 NA CHRISTUS DOOR KEIZER CLAUDIUS I UIT ROME VERDREVEN WORDT, TEZAMEN MET AL DE ANDERE JODEN DIE DAN OOK IN DEZE STAD WONEN.

Uit Handelingen 18 blijkt, dat zij naar de Griekse havenstad Korinthe getrokken zijn, want als de apostel Paulus op zijn tweede zendingsreis vanuit Athene in Korinthe komt, neemt hij – zij het tijdelijk – bij hen zijn intrek en helpt hen bij het uitoefenen van hun beroep, namelijk het maken van tenten. Wanneer Paulus na twee jaar weer afreist naar Jeruzalem, gaan zij – Priscilla en Aquila – met hem mee, althans tot Éfeze. Hier blijven zij achter en zijn vervolgens een middel in Gods hand om een zekere Apollos ‘den weg Gods’ dieper en breder uiteen te zetten. Door Gods genade hebben zij in hun omgeving zoveel mogen betekenen voor de prediking en de verbreiding van het Evangelie, dat Paulus hen in Romeinen 16:3 zijn ‘medewerkers in Christus Jezus’ noemt. Hierbij plaatst hij zelfs Priscilla voorop, terwijl de kanttekening haar roemt als een ‘zeer kloeke en godzalige vrouw’.

Uit dit alles blijkt dus wel hoezeer ds. Wilhelmus à Brakel zijn vrouw Sara Nevius hoogacht. Bijna tweeënveertig jaar is hij met haar gehuwd geweest. Echter, hoe nauw ze ook in hun huwelijksleven met elkaar verbonden zijn geweest – en niet in het minst geestelijk gezien – toch is hij meer dan verrast als hij na haar overlijden van een bijzondere vriendin van zijn vrouw hoort, dat er persoonlijke aantekeningen moeten zijn uit haar geestelijk leven. Zij vraagt hem om het geschrift, dat ze van zijn vrouw te leen heeft gehad, nog een keer te mogen inzien, daar de inhoud haar zeer aangenaam was geweest. Ze weet nog hoe het geschrift eruitzag en om ds. Wilhelmus à Brakel het zoeken te vergemakkelijken geeft ze hem zowel een beschrijving van de vorm alsook van de inhoud.

Bovendien vertelt ze hem, dat Sara op haar sterfbed haar heeft toevertrouwd hoe zij tot het schrijven gekomen is. Dat was rond 1673 in Harlingen, toen hij daar als een van de vier predikanten in deze havenplaats aan de toenmalige Zuiderzee werkzaam was. In deze tijd liep zij met vragen met betrekking tot de geestelijke staat van haar ziel en om op die vragen een antwoord te krijgen ging zij daarmee naar een collega van haar man, namelijk naar ds. Herman Witsius die toen nog als predikant in Leeuwarden stond. Onwillekeurig komt hierbij de vraag naar voren waarom zij niet met haar zielennood tot haar man gegaan is. Echter, hoe het ook zij, het heeft Wilhelmus à Brakel niet gehinderd. Integendeel, zonder enige terughoudendheid geeft hij de verhaalde gebeurtenis weer in zijn voorrede op het door hem op eigen kosten uitgegeven werkje van zijn vrouw. Zo deelt hij mee, dat ds. Herman Witsius zijn vrouw had geantwoord: ‘Waarom vraagt u mij? Vraag het de Heere Jezus Zelf.’ Dit antwoord kwam met zo’n kracht in haar ziel, dat ze vanaf die tijd met al haar vragen tot de Heere haar toevlucht nam om Hem om raad te vragen. En … ze vroeg nooit tevergeefs.

Dit verklaart zowel de titel als de ondertitel, waaronder Wilhelmus à Brakel in 1706 in een eerste uitgave de meditaties van zijn vrouw uitgaf: ‘Een aandachtige leerling, Wordende van de HEERE JESUS selve geleert, sonder hulpe van menschen’. Het zijn – ongeveer – de woorden, waarmee Sara Nevius in dit geschrift haar meditaties aanvangt. Daar deze openingszin gedachten kan oproepen omtrent geestdrijverij, neemt Wilhelmus à Brakel haar in zijn voorrede al bij voorbaat in bescherming tegen eventuele beschuldigingen in deze richting. Met nadruk wijst hij erop, dat ‘als iemand tegen de geestdrijverij was, dan was zij het!’ De meditaties laten zien hoe de Bijbel ‘haar enige regel en haar dagelijks voedsel’ was. Echter, hoe hoog zij ook ‘de dienst van getrouwe leraren in de openbare eredienst’ achtte, toch waren ze niets vergeleken met die ‘uitnemende Leermeester’, de Heere Jezus Christus. ‘Hij is de wijsheid Gods’ en ‘Alles wat Hij leert, haalt Hij uit Zijn eigen schatkamer’.

Wilhelmus à Brakel vindt de inhoud van deze nagelaten meditatiën zo belangrijk, dat hij voor het gereedmaken daarvan voor de drukker zijn eigen werkzaamheden voor een nieuwe en vermeerderde uitgave van de Redelijke Godsdienst opschort. Dit gegeven alleen al, maakt een aanbeveling onzerzijds overbodig. Veel zou er nog aan toegevoegd kunnen worden, ook wetenschappelijk bezien, maar ik wil nu niet verder gaan, dan waartoe dit werk – na zoveel herdrukken – nu hertaald en uitgegeven is, namelijk om de rijke inhoud ervan toegankelijk te maken voor de hedendaagse lezer. Wie zich hierbij bovendien nog de moeite wil nemen om al lezende en overdenkende zich ook in haar leven te verdiepen, zal zich verwonderen dat een vrouw die vanaf haar derde levensjaar al zoveel heeft meegemaakt zonder enige verbittering in af- en aanhankelijkheid mag opzien tot de Heere. Terwijl ze aan de ene kant van zichzelf moet zeggen: ‘Ik ben niets, ik verdien niets, ik heb niets en ik kan niets, zelfs tot het minste toe niets’, mag ze aan de andere kant ook getuigen van haar sterk verlangen naar de Heere. In al de overdenkingen komt heel sterk naar voren, dat het haar alleen om Hem te doen is! Wat zou het groot zijn, wanneer na ruim 300 jaar deze geestelijke nalatenschap van Sara Nevius ook ons tot zegen zou mogen zijn. En dit tot eer van Hem uit Wie, door Wie en tot Wie alle dingen zijn.

Gameren, ds. A.C. Rijken


N.a.v. Sara Nevius, Een aandachtige leerling van de Heere Jezus
Hertaald door drs. P.A. Zevenbergen en C. Bregman
Uitgever: Den Hertog B.V., 2016
ISBN 978 90 331 2746 5,
prijs € 19,90


In al de overdenkingen komt heel sterk naar voren, dat het haar alleen om Hem te doen is!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

Sara Nevius: ‘Een aandachtige leerling van de Heere Jezus’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 2016

Kerkblad | 24 Pagina's