Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten bij de heruitgave van Bavincks Magnalia Dei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten bij de heruitgave van Bavincks Magnalia Dei

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN KERKBLAD NR. 4 ZIJN ENKELE INLEIDENDE OPMERKINGEN GEMAAKT MET BETREKKING TOT MEERDERE DOGMATIEKEN DIE IN DE LAATSTE DECENNIA ZIJN VERSCHENEN EN IS OOK AANDACHT GEGEVEN AAN THEOLOGISCHE VERSCHUIVINGEN IN DE GEREFORMEERDE GEZINDTE.

De blijvende betekenis van Bavinck als dogmaticus

Herman Bavinck is in de eerste plaats bekend door zijn vierdelige Gereformeerde Dogmatiek. Het eerste deel verscheen in 1895 en het vierde in 1901. Een tweede herziene en uitgebreide druk zag tussen 1906 en 1911 het licht. Bij Bavincks leven kwam in 1918 nog een derde ongewijzigde druk uit. De Gereformeerde Dogmatiek is een standaardwerk dat allereerst voor theologen is geschreven. Zowel binnen als buiten eigen kring maakte dit werk diepe indruk. Bavinck kon niet verweten worden dat hij niet grondig van de visie van andersdenkenden had kennisgenomen. Bavincks Gereformeerde Dogmatiek blijft een ongeëvenaarde bron door de combinatie van de grote kennis van de theologie en de geschiedenis van de theologie en de hartelijke verbondenheid aan de gereformeerde belijdenis die niet in de laatste plaats blijkt uit de aanvaarding van de Bijbel als enige bron en norm van Godskennis.

Minder bekend is het feit dat Bavinck ook een beknopte gereformeerde dogmatiek schreef met de titel Magnalia Dei (Latijn voor: de grote werken van God). Deze kwam in 1907 uit. Door het gebruik van Latijnse en Griekse vaktermen is de toegankelijkheid van de Gereformeerde Dogmatiek voor hen die de klassieke talen niet beheersen, minder groot. Daarnaast is dit werk wel heel omvangrijk. Als korte dogmatiek is deze ook nu nog voor de geïnteresseerde lezer zeer toegankelijk. Daarom is het verheugend dat uitgeverij As-pekt in 2014 een fotomechanische herdruk verzorgde. Het is ook opmerkelijk, want deze uitgeverij heeft niet een fonds met een specifiek christelijk karakter. Ik kan niet nalaten de uitgever te prijzen voor deze publicatie.

Evenals bij zijn Gereformeerde Dogmatiek het geval is, valt ook in Magnalia Dei op dat Bavinck de loci van de dogmatiek uiteenzet aan de hand van tal van Bijbelteksten. Dat is een duidelijk verschil met zowel het Christelijk Geloof van Berkhof als de Christelijke Dogmatiek van Van den Brink en Van der Kooi. Het verschil in visie op het karakter van theologie en de aard van het Schriftgezag blijkt op dit punt heel concreet. Bavinck is een van de voormannen van het Nederlandse neocalvinisme. De beweging die het calvinisme in rapport wilde brengen met de eigen tijd. Een verschilpunt met het klassieke calvinisme is dat het cultuurmandaat een zekere en soms zelfs behoorlijke zelfstandigheid krijgt. Bavincks neocalvinisme is in zijn vierdelige Gereformeerde Dogmatiek zichtbaar in zijn uiteenzetting over het beeld van God. Ook in de cultuurontwikkeling blijkt Bavinck iets te zien van een herstel van het beeld van God.


Dat Christus reeds in het paradijs begon met het vergaderen van Zijn kerk en daarmee doorging via Seth, Noach, Abraham enz. aanvaardt hij als een historische werkelijkheid.


In Magnalia Dei, een werk dat ik eerlijk gezegd onlangs pas voor het eerst heb gelezen, is deze neocalvinistische trek niet tot nauwelijks aanwijsbaar. Meer nog dan bij het lezen van de Gereformeerde Dogmatiek viel mij hier het bevindelijke karakter van Bavincks theologie op. De constatering dat Bavincks theologie blijvend is gestempeld door de godsvrucht en sobere levensstijl van de Afscheiding. De verwereldlijking in levensstijl maakte dat hij zich aan het einde van zijn leven niet meer geheel thuis voelde in de kring waarvan hij jarenlang een van de beeldbepalende figuren was geweest.

Bavinck was een breed en synthetisch figuur. Dat was zijn kracht. Het was soms ook zijn zwakte. Echter wie Magnalia Dei leest, moet ook met eigen ogen constateren hoezeer Bavinck een gereformeerd theoloog was voor wie theologie in dienst stond van de kerk en van de ver-borgen omgang met God. Bij alle winst die de Reformatie heeft gebracht zag Bavinck het als een schaduwzijde dat de zichtbare eenheid van de Kerk in het Westen werd verbroken. Voor Bavinck was, evenals voor zijn Amerikaanse tijdgenoot en geestverwant B.B. Warfield, de gereformeerde theologie de diepste samenvatting van de Bijbelse boodschap en is de presbyteriaanse vorm van kerkregering de vorm die het meest recht doet aan de nieuw-testamentische Schriftgegevens over de ordening van het kerkelijke leven.

Hij wist ook dat wij de Kerk van Christus niet tot één zichtbare verschijningsvorm mogen beperken. Een dergelijke houding doet tekort aan de katholiciteit van het christendom en van de Kerk. Vooral ook was hij ervan overtuigd dat alle kinderen Gods – van welke richting zij ook zijn – weten van hun uit genade geschonken toegang tot God door Jezus Christus. Zo kon hij zeggen dat elk kind van God in ieder geval op zijn knieën een calvinist is. Daarmee bedoelde hij dat iemands geestelijk leven meer in overeenstemming met de Schrift kan zijn dan zijn dogmatische inzichten zouden doen vermoeden.

Grondlijnen van Magnalia Dei

Bavincks kijk op de aard van de theologie en zijn overtuiging dat wij de Bijbel als Gods stem dienen te horen, kwamen reeds ter sprake. Wanneer Bavinck over de schepping spreekt, is duidelijk dat ook hij wist van vragen die nog altijd spelen. Hoe verhoudt zich het Bijbelse scheppingsgetuigenis met de zienswijze van de evolutie? Bavincks constatering dat de evolutieleer geen verklaring kan geven voor zedelijk bewustzijn, rede, taal en godsdienst is nog altijd van kracht. In de historische tijd valt op dit punt geen ontwikkeling waar te nemen. Alles wat men daarover zegt, is hypothese en geen feit. Menigeen beseft dat al te weinig. Bavincks besef van de beperktheid van onze kennis klinkt door in zijn opmerking dat het niet eenvoudig is een voorstelling te vormen van de aard van de dagen van de scheppingsweek. Hij spreekt van werkdagen van God. Het wezenlijke verschil tussen mens en dier dat in het Schriftgetuigenis over de schepping onderstreept wordt, blijkt in de praktijk. Wetenschap en Schrift verschillen niet in de zienswijze dat tenslotte de mens zijn intrede in de werkelijkheid en de geschiedenis doet.

Dat het paradijs een werkelijke plaats is geweest en Adam en Eva het eerste mensenpaar, leidt voor Bavinck geen twijfel. Dat geldt ook voor de dood van de mens en dat niet alleen in religieus-ethische zin maar ook als lichamelijke dood. Wel merkt Bavinck terecht op dat Adam vóór de zondeval slechts een voorlopige onsterfelijkheid bezat. Slechts als hij God zou gehoorzamen, zou de dood niet intreden. Bavinck gaat van de historische realiteit van wat ons in Genesis wordt meegedeeld uit en dan niet alleen met betrekking tot de geschiedenis van de aartsvaderen, maar ook als het gaat om de eerste helft van Genesis. Van een evolutionistische kijk op de ontwikkeling van de godsdienst van Israël vinden we bij hem geen spoor. Dat Christus reeds in het paradijs begon met het vergaderen van Zijn kerk en daarmee doorging via Seth, Noach, Abraham enz. aanvaardt hij als een historische werkelijkheid.

Boven Hardinxveld, dr. P. de Vries


N.a.v. H. Bavinck, Magnalia Dei. Onderwijzing in de christelijke religie naar gereformeerde belijdenis, Aspekt, Soesterberg 2014; ISBN 978-9461535818; pb. 659 pp., prijs € 29,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

Gedachten bij de heruitgave van Bavincks Magnalia Dei

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2016

Kerkblad | 24 Pagina's