Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Waar moeten we de levende God aanbidden?’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Waar moeten we de levende God aanbidden?’

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'JEZUS, ZEIDE TOT HAAR: VROUW, GELOOF MIJ, DE URE KOMT, WANNEER GIJLIEDEN NOCH OP DEZE BERG, NOCH TE JERUZALEM DE VADER ZULT AANBIDDEN. MAAR DE URE KOMT EN IS NU, WANNEER DE WARE AANBIDDERS DE VADER AANBIDDEN IN GEEST EN WAARHEID: WANT DE VADER ZOEKT OOK DEZE, DIE HEM ALZO AANBIDDEN.' JOHANNES 4:21 EN 23

De laatste tijden worden gevuld met gesprekken over de kerk en alles wat zich daarin aan ons opdringt en voordoet. Veel is de inhoud van gedachten over de uiterlijke dingen van de kerk. De buitenkant om het zo eens te zeggen. Het gaat veel over voor en tegen, over wel of niet, over echt en onecht. Wat is de echte voortzetting en de planting van God? Welke kerk heeft de echte waarheid? Wie kent de juiste houding en plaats om de levende God te aanbidden? Waar wordt de zuivere belijdenis bewaard en wie is het die de volle raad Gods verkondigt in het openbaar en bij de huizen?

Deze kernachtige vraag stelt de Samaritaanse vrouw tijdens het gesprek met de Heere Jezus bij de Jakobsbron. Het was haar geleerd dat de berg Gerizim de plaats was waar je heen moest, wilde je de echte levende God aanbidden en vereren. Hierin was ze opgevoed en onderwezen. Maar ze wist ook van andere tradities, ze was er ook van op de hoogte dat de godsdienstige Joden zeiden dat de tempel in Jeruzalem de plaats was waar God aangebeden werd. En nu ze op dit onderwerp gekomen zijn tijdens dit gesprek, is ze onder de indruk gekomen van de antwoorden die ze van Jezus op haar vragen heeft gekregen. Met verbazing heeft ze de uitleg van Jezus aangehoord. ‘Heere, ik zie dat U een profeet bent.’ Jezus leert dat de plaats van waaruit Gods eer gezocht wordt, er niet toe doet. Noch op deze berg, noch in Jeruzalem, maar de ure komt en is nu! Want de Vader wordt alleen geëerd door allen die Hem aanbidden in geest en waarheid. Dit betekent dat aanbidding en eer vanuit het menselijke bestaan gewerkt wordt door de Heilige Geest die van de Vader en de Zoon uitgaat, die Heere is en levend maakt. Dat leerde Jezus immers, de Trooster, de Heilige Geest, die Ik u zenden zal, Die zal u in al de waarheid leiden, Die zal het uit het Mijne nemen en u verkondigen. Dat nu onderwijst Jezus aan haar en ons, dat zijn de ware aanbidders Die Mij en Mijn Vader eren.

Deze zoekt de Vader die Hem door de Geest aanbidden. Niet de plaats is belangrijk, maar of de Heilige Geest ons aanzet en aanspoort tot aanbidden en eren, want dat zoekt de Vader. En die eer wordt niet afgestaan aan de berg Gerizim, wordt zelfs niet afgestaan aan Jeruzalem. De ure komt en is nu dat de ware aanbidders de Vader aanbidden in geest en waarheid. U vraagt misschien: ‘Wat betekent dat dan concreet?’ Dat betekent, als we eerbiedig naar Jezus onderwijs luisteren, dat door de werking van de Heilige Geest mensen tot aanbidding worden gebracht. Dat kan aan de kant van de rivier zijn in de nabijheid van Filippi. Zoals de Heere het hart van Lydia opende. Dat kan zijn in een school van Tyrannus in Efeze waar Paulus drie jaar de gemeente onderwijst. Het gaat niet om een prachtig gebouw met handen gemaakt, waar een kerkdienst wordt gehouden. Maar de Heere zegt: ‘De hemel is Mijn troon en de aarde is de voetbank Mijner voeten, waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zou bouwen? En waar is de plaats Mijner rust? Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de Heere; maar op deze zal Ik zien, op de arme en verslagenen van geest en die voor Mijn Woord beeft.’ Jesaja 66:1-2. Dit is Gods tempel op de aarde, dit is degene die Hem dient, en dit is de dienst die Hem wordt toegebracht. De prachtige bouw van een kerk is niets, de mooiste dienst is niets, die vormelijk daaraan deelneemt is niets. Maar deze zoekt de Vader, die Hem aanbidden in geest en waarheid. En weet u wat dat betekende voor de Samaritaanse vrouw die kwam tot de ware aanbidding? Luister maar en overdenk het voor uzelf wat u leest in vers 29. ‘Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus?’ Dit is de ware aanbidding tot Gods eer en lof. Waarin de Christus geëerd wordt, waar het werk van de Heilige Geest openbaar komt, en waar het welbehagen van God de Vader op aarde gezien wordt. Waar twee of drie in deze Naam vergaderd zijn daar is Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen en het vette van Zijn huis gesmaakt. Want Zijn grondslag, Zijn onwrikbare vastigheden heeft God gelegd op bergen Hem gewijd, de HEERE Die Zich in Sions heil verblijdt, bemint het meer dan alle Jakobs steden.

Middelharnis, ds. C. Gielen

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

‘Waar moeten we de levende God aanbidden?’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2017

Kerkblad | 24 Pagina's