Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jona erkent

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jona erkent

LEZEN: JONA 2:1-10

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De HEERE heeft Jona op wonderlijke wijze gered van de dood. Hij beschikte een vis die het leven van Jona redde (Jona 1:17). Jona erkent in deze redding de hand van de HEERE. Dat blijkt uit het feit dat hij gaat bidden als hij daar in het ingewand van de vis verblijft. De ware dankbaarheid leidt altijd tot gebed (vgl. H.C. vr. en antw. 116).

Op het moment dat Jona onderging in de golven, wist hij niet dat een vis hem zou inslokken en zou redden. Zijn ervaring was dat hij juist onderging in het oordeel dat God over hem liet komen. Toen hij die machtige storm zag, waarin het schip terecht was gekomen, besefte hij dat God hem tegenkwam op zijn vlucht. Daarom zegt hij in dit gebed ook niet dat de scheepslieden hem overboord hebben gegooid, maar erkent hij Gods hand daarin (vs. 3).

Jona worstelt in deze hoofdstukken met Gods barmhartigheid over de stad Ninevé. Hij kan niet accepteren dat God barmhartig is voor zulke heidenen. Maar deze beperkte gedachten over barmhartigheid raken nu ook zijn eigen leven. Nu God hem in het oordeel tegenkomt, kan hij zich niet voorstellen dat God ook nog barmhartig is over hem. En daarom denkt hij dat God hem uitgestoten heeft buiten de gemeenschap met Hem (vs. 4). De zonde van de ongehoorzaamheid leidt voor Jona één op één tot het ondergaan in het oordeel. De zonde heeft het zicht op Gods genade verduisterd.

Het tweede deel van vers 5 stelt ons voor een vertaalprobleem. Op basis van de Masoretische tekst1 moet men – zoals de Statenvertaling doet – deze zin vertalen met een tegenstelling ten opzichte van het eerste deel van het vers. Vanuit het ongevocaliseerde Hebreeuws kan men echter ook tot een vertaling komen die tegengesteld is aan de Statenvertaling. Dan moet deze zin worden vertaald met een vraag: hoe zal ik de tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen? Voor deze mogelijkheid kiezen vele andere vertalers.

Beide vertalingen zijn dus mogelijk. De keuze voor de vertaling hangt af van het lezen van de context. Wie de nadruk legt op de verlossing (vs. 9b), proeft in deze woorden de diepte van Jona’s ervaring van verwerping. Uitgestoten van voor Gods ogen betekent dan dat er geen weg meer terug is naar de verzoening. Daarbij kan dan ook verwezen worden naar het vervolg waarin het oordeel verder door Jona wordt verhaald. Wie de keuze van de Statenvertalers volgt, ziet in deze woorden het geloof van Jona. Te midden van het oordeel grijpt hij zich dan vast aan God. Het oordeel voor de juiste vertaling zij aan de lezer.

In de verzen 5 en 6 wordt duidelijk dat Jona de diepte van het oordeel heeft geproefd. Het water bedreigt zijn leven (ziel) en de dood (afgrond) houdt hem in haar greep. Het oordeel gaat zo diep dat hij zich in de diepte van de aarde als een gevangene voelt. Er leek naar menselijke gedachten geen weg meer terug te zijn tot het leven.

Waar mensen echter denken dat er geen weg terug meer is, daar kan God nog ingrijpen. Dat erkent Jona ook als hij zegt dat God zijn leven uit het verderf heeft opgevoerd (vs. 6b). Dwars door de dood heen werkt Hij het leven. Te midden van het oordeel houdt God het leven van Zijn dienstknecht Jona in de hand en laat hem niet ondergaan. Daarom eindigt Jona dit gebed met de belijdenis: Het heil is van de HEERE. Hij erkent in zijn redding Gods hand. Daarom wil hij de HEERE ook zijn dank bewijzen door offers te brengen en te betalen wat hij God heeft beloofd.

Het is echter niet vanzelfsprekend dat Gods reddende hand leidt tot de dank aan God. Jona wijst erop dat degenen die in de nood de afgoden aanroepen (valse ijdelheden onderhouden), juist de afgoden zullen danken voor de redding. Het zijn echter niet de afgoden geweest die hen dan hebben gered. Die macht heeft alleen de HEERE, de God van Israël. Daarom is het gepast Hem de dank daarvoor te betalen.

Jona erkent dat het heil van de HEERE komt. Dat is de les die hij heeft geleerd in het ingewand van de vis. We zullen in het vervolg zien dat hij deze les wel op zichzelf heeft toegepast, maar deze niet toegepast heeft op de Ninevieten. De HEERE duwt echter door middel van de vis Zijn dienstknecht wel de juiste richting uit. Jona had het plan bedacht om bij Ninevé vandaan te vluchten, maar de vis brengt hem terug naar de oever van het vasteland. Nu kan Jona alsnog zijn opdracht van de HEERE volbrengen. Gods barmhartigheid over Ninevé moet namelijk tot vervulling komen. Die barmhartigheid laat Hij niet door de plannen van één van Zijn dienstknechten doorkruisen. Hij volvoert Zijn raad.

Andelst, ds. J. Kommerie


Voetnoot

1. De tekst van het Oude Testament bestaat uit zogenaamde consonanten (medeklinkers). De Masoreten hebben ervoor gezorgd dat er door middel van tekens klinkers aan de tekst werden toegevoegd. Hierbij hebben zij soms keuzes moeten maken tussen verschillende mogelijkheden om de tekst te lezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

Jona erkent

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2017

Kerkblad | 24 Pagina's