Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De visie op kerkscheuring van Petrus Martyr Vermigli (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De visie op kerkscheuring van Petrus Martyr Vermigli (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN EEN EERDER ARTIKEL GAVEN WIJ EEN KORT OVERZICHT VAN ZIJN LEVEN, MET NAME DE ITALIAANSE PERIODE. THANS WILLEN WIJ ZIJN PUBLICATIE OVER KERKSCHEURING BESPREKEN.

Ter inleiding behandelen wij eerst de criteria om te beoordelen of een kerk zuiver is. Calvijn noemt hiervoor in zijn Institutie, vierde boek, hoofdstuk 1:12 twee kenmerken: de reine dienst van Gods Woord en van de sacramenten. Martin Bucer is een van de eersten die in 1544 een derde kenmerk – de tucht – toevoegt. Dit kenmerk wordt door zijn toenmalige Straatsburgse collega Martyr nader uitgewerkt: “Kerkelijke tucht is niets anders dan de macht die God aan de kerk gegeven heeft, waardoor de wil en de handelingen van gelovigen aan de Wet van God worden onderworpen, hetgeen wordt gedaan door de leer, waarschuwingen, correctie en uiteindelijk door straf en door uitsluiting indien dit noodzakelijk is”.1

Dit derde element is later ook door Guido de Brès opgenomen in artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis van 1561. Daarbij wordt vervolgens gesteld dat het niemand toekomt zich van de ware kerk te scheiden. In zijn traktaat over “Kerkscheuring en de Ware Kerk” stelt Martyr dat de roomse kerk geen ware kerk is en dat afscheiding hiervan geboden is. Hij werkt dit uit aan de hand van de volgende drie stellingen:
A. Onze afscheiding was op grond van geldige redenen.
B. Deze afscheiding was voor ons noodzakelijk.
C. Wij hebben de kerk niet verlaten, maar zijn naar haar teruggekeerd.

Ad A. Dit vormt het grootste deel van zijn boek. Martyr somt elf “gerechtvaardigde oorzaken” op om zich af te scheiden van de kerk van Rome:
1. Eenheid in de kerk is alleen mogelijk met hen die haar geloof bewaren. Onze tegenstanders hebben het geloof verlaten, omdat zij het Woord van God opzij gezet hebben en zich gebonden hebben aan tradities (Romeinen 10:17).
2. Er is geen eenheid mogelijk met hen die ons tegen onze wil op tirannieke wijze lasten opleggen die zwaarder en onverdraaglijker zijn dan de valse apostelen wilden opleggen aan tot het christendom bekeerde heidenen.
3. Onze tegenstanders eigenen zich een autoriteit toe die Paulus en Petrus voor zichzelf niet wilden claimen (2 Korinthe 1:24 respectievelijk 1 Petrus 5:3). Petrus wijst heerschappij voeren over het erfdeel des Heeren af. De kerk is een lichaam van Christus, maar heeft veel delen – plaatselijke kerken – welke genoemd worden het erfdeel des Heeren.
4. De papisten willen ons niet toestaan het vrije Evangelie te verkondigen en de sacramenten te bedienen zoals Christus die heeft ingesteld.
5. De papisten verafschuwen ons en doen ons jaarlijks opnieuw in de ban. Hoe kunnen wij dan aan hen verbonden blijven als zij ons met zoveel wreedheid afwijzen?
6. Wanneer wij ons aan hen verbinden worden wij afgesneden van het grootste deel van de wereld, want zij beschouwen de kerken van Afrika, Egypte, Syrië, het Oosten, Azië en Griekenland als afgescheidenen, omdat zij zich niet aan de stoel – of beter gezegd de tirannie – van Rome willen onderwerpen.
7. Niet tevreden zijnde met de opgelegde kerkban en vervloekingen worden personen die getrouw het evangelie belijden vervolgd en met afgrijselijke wreedheid behandeld, zelfs met de vuurdood.
8. Het is voor vrome mensen passend dat zij met zondaars spreken zolang zij bereid zijn om te luisteren. Maar zij hebben hun oren als adders toegesloten. Zij hebben erkend dat er in de loop van de tijd veel dwalingen in de kerk zijn binnengeslopen, maar zij willen niets corrigeren. De ervaring leert dat het aanblijven onder hen alleen de waarheid zou verduisteren en verzwakken in plaats van een verbetering bewerkstelligen.
9. Velen hebben gehoopt dat aan deze ellendige situatie een einde zou komen door de bijeenroeping van een algemeen en vrij concilie, waarin beide partijen aandachtig zouden worden aangehoord en de verschillen zorgvuldig zouden worden afgewogen. Dit hebben zij steeds afgewezen. Om niet al te negatief over te komen waren zij slechts bereid om alleen hen tot het concilie toe te laten die bereid waren van te voren te zweren dat zij onderdanig zouden zijn aan de paus.
10. In de kerk kunnen we een onderscheid maken in dingen die noodzakelijk zijn, dingen naar keuze en kwade dingen. Onder de dingen die wij noodzakelijk achten rekenen wij de leer, de bediening van de sacramenten en daaraan gekoppeld een heilig en deugdzaam leven. Zij hebben de leer vervalst, omdat zij ontkennen wat de Schrift bevestigt: dat wij gerechtvaardigd worden door het geloof alleen. De bediening van de sacramenten hebben zij misvormd door veel zaken toe te voegen of weg te laten. Wat betreft het dagelijks leven hebben zij de tucht verslapt. Dingen die naar keuze behoorden te zijn, hebben zij vervangen door regels omtrent vasten in tegenspraak met Kolossenzen 2:16 en Galaten 5:1. Het huwelijk voor geestelijken wordt verboden. Ambtsgewaden worden voorgeschreven.
11. Zij weigeren gemeenschap met een ieder die niet de universele katholieke kerk verbindt met die van Rome, terwijl de roomse kerk een plaatselijke kerk is. De donatisten werden door Augustinus berispt omdat zij de katholieke kerk beperkten tot een kleine uithoek van Afrika. Doen de papisten niet hetzelfde als zij geen andere kerken erkennen als behorende tot Christus dan alleen die welke Rome als hun koninklijk hoofd erkennen?

Ad B. Martyr onderscheidt drie noodzakelijke redenen voor afscheiding:
1. Afscheiding is nodig, omdat het Gods gebod is (Romeinen 16:17). Dit argument is voor godzaligen van het grootste gewicht om deze stap te zetten.
2. Afscheiding is nodig opdat verstand en geweten niet bevlekt worden door de afgoderij en zieke leer van onze tegenstanders (1 Korinthe 5:11, 2 Korinthe 6:14 - 17, Efeze 5:11, 1 Timotheüs 6:5). Het pausdom met verering van beelden, brood en wijn tezamen met aanroeping van doden wordt terecht ten laste gelegd afgodisch te zijn.
3. Afscheiding is nodig om niet getroffen te worden door de toorn en straffen van God die boven hun hoofd hangen (Openbaring 18:4).

Ad C. Als laatste stelt Martyr dat er geen sprake is van kerkverlating, maar van herstel. Zich afscheiden van de kerk is een grote zonde. Ten tijde van de apostelen beroemden de joden zich erop dat zij tot de kerk behoorden, maar toch verwierpen zij het Evangelie van Gods Zoon. Terecht onttrokken de apostelen zich van hen. De kerk is ook niet aan één plaats verbonden. De fysieke locatie is niet essentieel (Jeremia 7:4). Onder Nebukadnézar verhuisde de kerk der joden naar Babel.

Martyr stelt dat wij ons hebben afgescheiden van hen die gezag aan zichzelf toekennen in plaats van aan het Goddelijk Woord, van hen die de sacramenten bevuilen, die de uitsluiting misbruiken en die de goddelijke tucht ontberen. Een kerk met twee hoofden, een kerk van kwaadwilligen, een kerk van uitvinders van nieuwe sacramenten, een kerk waarvan de eenheid ligt in externe ceremonies in plaats van in het geloof. Door van hen te scheiden hebben wij niet de kerk verlaten, maar zijn gevlucht voor een ondraaglijk juk en samenzwering tegen de leer van het Evangelie.

Hoe actueel zijn de bezwaren van Martyr? De roomse kerk houdt nog altijd vast aan de paus als hoofd van de kerk, het gezag van de tradities en aan sacramenten die niet door God zijn ingesteld. Het heil kan volgens de roomse kerk alleen via uitdeling van sacramenten door de priester worden verkregen. Daarom kan zij ook nu nog een valse kerk worden genoemd.

Katwijk aan den Rijn, C.L. Freeke


Voetnoot

1. Robert M. Kingdon, 'Peter Martyr Vermigli and the marks of the true church' in: F. Forrester Church and Timothy George (ed.), Continuity and Discontinuity in Church History (Leiden 1979) 198 - 214, aldaar: 207.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

De visie op kerkscheuring van Petrus Martyr Vermigli (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 2017

Kerkblad | 24 Pagina's