Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De sola’s van de Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De sola’s van de Reformatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE REFORMATIE MOET ALLEREERST EN BOVENAL WORDEN GEZIEN ALS EEN BEWEGING DIE DE KERK VAN CHRISTUS IN EUROPA WILDE TERUG VOEREN NAAR HET WOORD EN NAAR HET EVANGELIE VAN GODS GENADE DAT DAARIN TOT ONS KOMT. ONLOSMAKELIJK IS DE REFORMATIE VERBONDEN MET DE NAAM VAN MAARTEN LUTHER. WE MOGEN HEM ALS DE PIONIER VAN DE REFORMATIE EREN. IN 1505 TREEDT HIJ IN IN HET AUGUSTIJNER KLOOSTER TE ERFURT EN ZIJN DIEPSTE WENS IS OM ZO EEN GENADIG GOD TE MOGEN VINDEN.

Op aandrang van Von Staupitz, de vicaris-generaal van de augustijner orde in Duitsland, promoveert Luther in 1512 tot doctor in de theologie. Zo wordt de weg gebaand voor het professoraat in de theologie aan de universiteit van Wittenberg. Daar begint Luther in het voorjaar van 1513 met het uitleggen van de Psalmen. Deze colleges weerspiegelen het begin van wat wel genoemd wordt de reformatorische wending van Luther. Over de precieze datum van zijn doorbraak is onzekerheid. Luther zelf heeft die in 1519 gedateerd en hij geeft meerdere details zodat het moeilijk is eraan te twijfelen. Luther geeft aan dat hij zich nu meer geschikt voelde de Psalmen uit te leggen. Zijn tweede serie colleges over de Psalmen begon in 1519. In een worsteling om God te vinden en de Bijbel te verstaan (twee zaken die voor Luther onlosmakelijk met elkaar waren verbonden) is voor hem het licht opgegaan. Wie hoeven niet te twijfelen aan de realiteit van Luthers getuigenis over een doorbraak. Deze doorbraak is echter niet in het luchtledige ontstaan. In een weg van aanvechting, strijd, Schriftstudie en gebed heeft Luther meer en meer de Schrift leren verstaan en werd hij van de ene conclusie naar de andere getrokken.

Meer en meer begint Luther te begrijpen dat zijn verstaan van de Schrift ingaat tegen kerkelijke inzichten. Zelfs inzichten die door concilies waren verdedigd. Het algemene gevoelen was dat als de Kerk bijeenkomt in een concilie zij door de Heilige Geest wordt geleid. Luther gaat echter betuigen dat ook concilies kunnen dwalen. Op de rijksdag in Worms, waar Luther ontboden was om zijn inzichten te herroepen, heeft Luther de volgende woorden gesproken: “Wanneer ik niet door het getuigenis van de Schrift of de duidelijke rede wederlegd wordt, (want ik geloof noch de paus noch concilies alleen, daar ze dikwijls gedwaald hebben en elkaar tegenspreken), ben ik door de Bijbelplaatsen die ik aanhaalde, overwonnen en mijn geweten is gevangen in het Woord van God.”

Luther heeft betuigd dat alleen het Woord van God de bron en norm van ons geloof mag zijn. Zij vormt de uiteindelijke toetssteen waaraan alle inzichten moeten worden beoordeeld. Luther en ook de andere reformatoren hebben als het ging om de Bijbel als toetssteen vaak het woord ‘alleen’ gebruikt. In het Latijn is dat ‘sola’. Zo komen wij aan de uitdrukking ‘sola scriptura’ (de Schrift alleen)

De Bijbel is de stem van de Heilige Geest

Terwijl Rome de stem van de Heilige Geest aan de kerk en dan in het bijzonder aan de pauselijke stoel bond, was er onder doopsgezinden op zijn minst de tendens om de Geest los te maken van het Woord. Tegen deze twee fronten hebben de reformatoren het ‘sola scriptura’ beleden. In Zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus wordt beleden dat het eerste element van een waar geloof is dat wij zonder enige reserve alles aanvaarden wat God ons in Zijn Woord heeft geopenbaard. Wij geloven en weten dat Christus werkelijk geboren is uit de maagd Maria en is opgestaan uit de doden. Ook al kunnen deze feiten niet binnen een natuurwetenschappelijk kader worden geplaatst, zij zijn wel echt gebeurd. Wij geloven en weten dat de dood van de mens niet een natuurgegeven is, maar een gevolg van de zondeval van het eerste mensenpaar Adam en Eva van wie de hele mensheid afstamt.

In onze dagen zien we dat de gedachte veld wint dat de Bijbel slechts indirect de stem is van de levende God. Het is de neerslag van inzichten, ervaringen en opvattingen over God van vroegere gelovigen die weliswaar funderende betekenis hebben ten opzichte van latere inzichten en ervaringen, maar waarvan niet zondermeer kan worden gezegd dat God daardoor rechtstreeks tot ons spreekt. De Bijbelschrijvers worden niet langer als secretarissen van de Heilige Geest gezien zoals de Kerk dat al vanaf het begin van haar ontstaan heeft beleden. Wat wij in onze tijd nodig hebben, zou niet een vasthouden aan en een terugkeren zijn tot de wetenschap dat de Bijbel het absoluut gezaghebbende en onfeilbare Woord van God is, maar het volgen van de Heilige Geest. Zo worden bijvoorbeeld de aanvaarding van de vrouw in het ambt en van homoseksuele relaties (iets waarmee het zevende gebod wordt ontkracht en de Bijbelse ethiek tot in de diepste kern wordt aangetast) gelegitimeerd.

Het beroep op de Heilige Geest blijkt te functioneren als ondergraving van het gezag van de Schrift. Dan kunnen we zeker weten dat de geest waarover men spreekt niet de Heilige Geest is, maar een dwaalgeest. De Heilige Geest spreekt tot ons door het Woord en om dat Woord op de goede wijze te verstaan hebben we de Heilige Geest nodig. Laten wij daar dagelijks om vragen

De sola’s van de Reformatie. Sola scriptura, sola fide en sola gratia

Drie of vijf sola’s

In de eeuw van de Reformatie zelf sprak men niet over de sola’s ervan. Wel hebben de reformatoren, niet alleen in relatie met de Schrift maar ook met het geloof in Christus en de genade van God, vaak het woord ‘alleen’ (sola) gebruikt. Veelzeggend in dat Luther ook in zijn vertaling van Rom. 3:28 het woord ‘alleen’ toevoegde: “Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof alleen gerechtvaardigd wordt”. Op de tegenwerping dat het woord ‘alleen’ niet in de Griekse brontekst van het Nieuwe Testament voorkwam, heeft Luther geantwoord dat de Heilige Geest het zo wel had bedoeld en dat hij het woord daarom voor alle duidelijkheid had toegevoegd.

Vanaf de negentiende eeuw is men gaan spreken over de sola’s van de Reformatie om daarmee de boodschap en betekenis van de Reformatie aan te geven en samen te vatten. Dit spreken sluit zondermeer aan bij het taalgebruik van de reformatoren zelf. Veelal waren dat drie sola’s, namelijk sola scriptura (de Schrift alleen), sola fide (door het geloof alleen) en sola gratia (door genade alleen). Soms werden er nog twee sola’s aan toegevoegd en wel solus Christus (Christus alleen) en soli Deo gloria (alleen aan God de eer). Immers Christus is de kern en inhoud van de zaligheid. Alleen door Hem krijgen we toegang tot God en in de zaligheid krijgt niet de mens maar God alle eer.

Boven Hardinxveld, ds. P. de Vries

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

De sola’s van de Reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2017

Kerkblad | 24 Pagina's