Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere Jezusen Petrus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere Jezusen Petrus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“EN DE HEERE, ZICH OMKERENDE, ZAG PETRUS AAN” (LUKAS 22:61A).

Alle discipelen zijn bij Hem weggevlucht. Maar dan opeens is daar toch weer een discipel die Jezus volgt. Hij volgt Hem tot in het huis van de hogepriester. Hij zit nog maar net in hun midden en dan ziet een dienstmeisje hem bij het vuur zitten. Een slavin van de hogepriester. Een collega van Malchus dus. Ze kijkt naar Petrus en blijft naar hem kijken. Ze komt tot de conclusie: “Ook deze was met Hem”.

Dan doet Petrus zijn mond open. Die man die zojuist nog te vuur en te zwaard voor Jezus was gegaan. Die man ligt nu op de zeef van satan. En hij verloochent zijn Meester. “Vrouw, ik ken Hem niet”. Het gaat van kwaad tot erger. Opnieuw gaat Petrus in de fout. “Mens, ik ben niet”. Daarna is het een uur stil. Tijd om na te denken. Maar er verandert niets. Na een uur horen we Petrus zeggen: “Mens, ik weet niet, wat gij zegt”. En dan? Terstond. Direct. Op datzelfde ogenblik. Terwijl hij nog spreekt, kraait de haan. Iedere morgen kraaide de haan. Maar het bijzondere is dat die haan juist op dat moment kraait. Terwijl Petrus nog spreekt. Nu weet Petrus hoe laat het is.

Als die haan gekraaid heeft, gebeurt er iets. Niet met Petrus allereerst, maar met Jezus. Ook bij de verloochening van Petrus draait het niet om Petrus, maar om de Heere Jezus. Om dat wat Jezus in de ontmoeting met Petrus over Zichzelf openbaart. Het is opmerkelijk dat Jezus hier Heere wordt genoemd. Zijn Koninklijke Naam. Hij is gebonden, maar ondertussen aan het werk. Terwijl Petrus zich van de Heere heeft afgewend, keert de Heere Zich naar Hem toe. En Hij kijkt Petrus aan. Heel bewust zoekt Jezus Petrus’ ogen. En als Hij die gevonden heeft, spreekt Hij niet, maar blijft Hij kijken. En die ogen spreken boekdelen. Meer dan woorden kunnen zeggen is daar in die ogen te lezen.

Eerst had het dienstmeisje naar Petrus gekeken, hem goed bestudeerd en hem toen beschuldigd. Nu kijkt de Heere. Hij bestudeert hem goed, maar beschuldigt hem niet. Integendeel. Hij zoekt het contact dat Petrus verbrak. ‘Al schaam je je voor Mij. Ik schaam Mij niet voor jou. Ik zal je nooit verraden. Ik zal nu niet spreken. Want als Ik nu zou spreken, komen zij erachter dat je wel bij Mij hoort. Ik zal alleen kijken. Om je te sparen.’ Petrus moet het in die ogen gezien hebben. Hoe de Heiland bitter lijdt. In een dieper dal van eenzaamheid is Hij nu weggezonken. De discipelen die wegvluchtten riepen door hun vlucht: ‘Wij kennen Hem en daarom vluchten wij nu weg’. Maar Petrus zegt met zijn verloochening: ‘Ik ken Hem niet en daarom mag ik in jullie midden verblijven’.

Ondanks dat ook Jezus de haan heeft horen kraaien. En ook Jezus weet hoe laat het is. Dat het op deze dag gebeuren gaat. Over enkele uren zal Hij worden weggeleid om gekruisigd te worden. Ondanks dat alles keert Hij zich naar Petrus toe. Voordat Petrus de zaal verlaat moet hij de ogen van de Heiland zien. ‘Petrus, kijk maar in Mijn ogen. Onthoud één ding: jij redt het niet, maar Ik red jou wel’. Het is een blik om nooit te vergeten. Een blik die inslaat als een bom. Nu herinnert Petrus zich het woord van de Heere. Het woord over die haan. Nu knakt er iets bij Petrus. Niet voordat, maar nadat hij Jezus’ ogen heeft gezien. Deze liefde kan hij niet aan. Liefde op zijn zonde.

“De blik van de Heere, was die toornig? O gelooft het niet. Die was zacht, zeer zacht, vrede uitstralend, Petrus, Petrus!… Genade schenkend. Dat is het ook wat Petrus het hart zo verbroken heeft”, zegt Kohlbrugge. Niet onder de wet breekt zijn hart, maar onder het Evangelie. Het Evangelie is niet dat wij eerst verbroken moeten zijn voordat God ons genadig kan zijn. Het Evangelie is dat God in Christus genadig is voor zondaren. En die Evangelieboodschap moet ons aller hart verbreken. Het zien op Jezus. Dat is het wat het hart van die diepgezonken discipel van de Heere Jezus verbrijzelt. Gezondigd tegen liefde.

Petrus stort ze uit. Bittere tranen. En Jezus zal ze drinken. Een beker vol bitter lijden. Zie hoe Hij aan ons lijdt, voor ons strijdt, de beker drinkt. Maar straks zal het klinken: “Zegt Zijn discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien”. Petrus heeft Jezus wel losgelaten. Maar Jezus heeft Petrus niet losgelaten. “Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude”. En dat doet Hij nog steeds. Voor allen die met Petrus belijden: “Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb”.

Schiedam, ds. L. Krooneman

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

De Heere Jezusen Petrus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2018

Kerkblad | 24 Pagina's