Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zelfhandhaving en zelfverloochening (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zelfhandhaving en zelfverloochening (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kruisdragen

Op één ding wil ik nog de aandacht vestigen. De zelfverloochening wordt volgens Calvijn in het bijzonder geoefend onder het kruis. Ik denk aan het woord van de overste Kruisdrager: “Wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis op, en volge Mij”. De weg achter Christus is de weg van het kruis. Waarbij die oude mens en zijn begeerlijkheden hoe langer hoe meer gekruisigd worden. Er gaat een kruis door dat oude bestaan. Er gaat een kruis door mijn ‘ik’. Om te leren het hoe langer hoe meer alleen van Hem te verwachten. Om te meer op God geworpen te zijn.

Allen die de Heere aangenomen heeft “moeten zich voorbereiden tot een hard, inspannend, onrustig en met zeer vele en verschillende soorten van rampspoed vervuld leven” (Institutie, III.VIII.1). Zoals God Zijn eniggeboren Zoon geoefend heeft door gedurig kruisdragen, zo oefent Hij ook Zijn aangenomen kinderen. Door de gemeenschap aan Zijn lijden worden zij meer en meer de kracht van Zijn opstanding gewaar! U weet wellicht uit uw eigen leven: het kruis dat je te dragen krijgt, ontdekt ons aan onze eigen zwakte en broosheid; anders zouden we op onszelf vertrouwen. Nu leren we – hoe langer hoe meer – onszelf te verloochenen! Door het kruis gedrukt, leren we Zijn kracht in te roepen. Door het kruis leren we te steunen op God alleen. Want: de verdrukking werkt lijdzaamheid, lijdzaamheid bevinding, bevinding hoop (Rom. 5:3). Dat is: in die weg van druk ervaar je dat de Heere werkelijk een Hulp in benauwdheden is, dat er maar één werkelijk Rustpunt voor je hart is.

En zo verbindt de Heere temeer aan Zichzelf. Calvijn zou zeggen: “Deze beproefdheid geeft meerder gehoorzaamheid”. Onder het kruis leert een christen meer en meer niet naar zijn eigen wil, maar naar Gods wil te leven. Omdat dát de Heere tot eer strekt; en hijzelf bijzonder teer en krachtig, zoet en rijk Gods vertroosting ondervindt. Het kruis legt zijn zondige vlees aan banden. De Heere loutert hem erdoor, zodat hij niet met de wereld veroordeeld wordt, maar bereid gemaakt voor de heerlijkheid. Het kruis bindt temeer aan Hem. Het stuwt naar het Vaderhuis. Het leert een christen om hoe langer hoe meer “niets te weten en niets te willen van zichzelf, maar slechts de Heere te volgen, waar Hij voorgaat”. Anders gezegd: onder het kruis oefent hij te meer zelfverloochening.

Opwekking

De eerste van de vier bijdragen begonnen we met de vaststelling dat we over deze dingen niet vrijblijvend kunnen nadenken. We bedenken dat in deze laatste bijdrage nóg eens. Dit is de weg voor ieder die begeert achter Hem te komen! Mag ik u en jou dat aan het hart leggen…? Wij die van onszelf een leven leiden dat aan de ijdelheid onderworpen is. Het is een verwelkend leven. Alles wat uit stof is neemt een eind, de mens incluis, én alles wat zijn sporen draagt. Zijn positie, zijn eer, zijn bezit, zijn naam, zijn invloed. Het is wankel, het vervaagt, het verdwijnt. Maar, nu heeft de Heere iets veel beters weggelegd! Voor allen die Zijn naam ootmoedig vrezen. Die komen tot die belijdenis: Wij zijn niet van onszelf…, maar wij zijn van Hem! En behalve dat dat je de echte rijkdom aanbrengt, is Hij het zo waard! Dat wij in plaats van Hem, onszelf verloochenen. En in plaats van onszelf, Hem dienen.

Om dan toch nog iets te noemen van de vrucht. Ik noem er met À Brakel twee met name: de vrede en de vrijmoedigheid. Allereerst de vrede, als vrucht van de zelfverloochening. Waar we niet meer leven op ons zondige kompas, niet meer van onszelf zijn en niet meer voor onszelf bestaan, genieten we vrede. Immers “alle onrust”, het zijn de woorden van À Brakel, “ontstaat uit het zoeken van uzelf”. Wie met alle angstvalligheid zijn eigen geluk zoekt, door zijn eigen weg te gaan – de weg van zelfhandhaving – die vindt veel bezorgdheid. En uiteindelijk blijft hij in eeuwige armoede steken. “Het verloochende hart”, zo zegt hij, “heeft veel vrede, het vergenoegt zich met Jezus”. Dat is de vrede van de zelfverloochening: je hebt genoeg aan Hem, zonder ooit genoeg te krijgen van Hem. Dat hart wordt geleid door Hem, het geeft zich over aan Hem. Ik zie Ezau en Jakob voor me. Op de dag dat ze elkaar na jaren weer ontmoeten. En dan zie ik het verschil… Ezau, een mens in zelfhandhaving, kan zeggen: “Ik heb veel…”. Jakob, die zelfverloochening geleerd heeft, mag daar tegenover stellen: “Ik heb alles…” . Hij kent die vrede. Niet meer van jezelf te zijn, maar van Hem te zijn. In Zijn hand te zijn, die je getroost en veilig doet gaan.

Psalm 131 zingt daar op zo tere wijze van. “Heb ik mijn ziel niet stil gezet, en mij verloochend naar Uw wet…”. En: “Mijn ziel die naar de vrede haakt…, is in mij als een kind gespeend, en heeft zich met Uw wil vereend”. “Hoe voornaam is dat als we bedenken”, zegt Calvijn, “aan hoeveel toevalligheden wij onderworpen zijn”. En dan legt hij ook uit wat hij met die “toevalligheden” bedoelt. Hij noemt: pest, oorlog, onvruchtbaarheid door vorst of hagel en dus armoede; onze vrouw, kinderen, verwanten worden door de dood weggerukt, ons huis brandt af… De ziel die de zelfverloochening oefent, mag dan rusten in Zijn schaduw! Hij schrijft: “… toch zijn wij in de hoede des Heeren, en schapen, in Zijn weiden opgevoed”.

Behalve de vrede, noemt À Brakel de vrijmoedigheid als vrucht van de zelfverloochening. Waar de oude mens gekruisigd wordt, komt meer opening in het gebed. Het is juist het omgekeerde van wat zelfhandhaving doet in het leven met de Heere: daarmee komen zonde en onreinheid tussen God en je ziel! Trouwens, de mens die daarin volhardt: hij zal “niet het kleinste deeltje geluk smaken” (Calvijn). Zie op Jezus. Die in deze weg de Zijnen voorgaat. Hoe rijk was Hij? Hoe arm werd Hij? Zelfverloochening. Hij leerde gehoorzaamheid, zegt de Schrift, uit hetgeen Hij heeft geleden. Hoe zal Zijn Kerk het dan anders vergaan? Maar…, zij zijn zalig! “Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen het aardrijk beërven.”

Zijn wij zulke mensen? Werden wij zulke mensen? Als Mozes, de meest zachtmoedige. Maar, in welke weg? In Egypte nam hij het recht nog in eigen hand; hij sloeg eigenhandig een Egyptenaar dood. Mozes ging een woestijnweg. Een weg van zelfverloochening. En let eens op de man die we aan het eind van die weg ontmoeten… Hij is het helemaal eens met de Heere. Hij heeft vrede. Geen spoor van bitterheid of teleurstelling. Zelfs als de deur van het aardse Kanaän voor hem op slot gaat. Hij mag rusten in de schaduw van de Rots Wiens werk volkomen is. “Wie achter Mij wil komen…” Die lijdt een leven onder het kruis. Met een kruis door de eigen wijsheid, de eigen wil, de eigen weg, de eigen eer… “Die beleeft hier de vreemdelingschap”, zo zegt Calvijn “opdat de hemelse erfenis ons niet ontga of ontvalle.”

Sommelsdijk, dr. P.C. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

Zelfhandhaving en zelfverloochening (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2018

Kerkblad | 24 Pagina's