Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

John Owen over inwonende zonde (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Owen over inwonende zonde (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

WIE WEL EENS IN CALIFORNIË IS GEWEEST, WEET DAT DAAR ENORME BOMEN GROEIEN, ZOGENAAMDE ‘REDWOODS’. DEZE REUSACHTIGE BOMEN ZIJN SOMS WEL 110 METER HOOG EN HEBBEN EEN OMTREK VAN MEER DAN 18 METER. ZE ZIJN BESTAND TEGEN VUUR EN STORM. JAMES I. PACKER, DOOR ALISTER MCGRATH DE “LAATSTE DER PURITEINEN” GENOEMD (WAT INHOUDELIJK WELLICHT KLOPT, MAAR QUA DATERING NATUURLIJK NIET), HEEFT DE PURITEINEN VERGELEKEN MET DEZE BOMEN. EEN VAN DEZE PURITEINEN, JOHN OWEN, STAAT IN DEZE KORTE ARTIKELENSERIE CENTRAAL. HET ZAL VOORAL GAAN OM ZIJN WERKEN OVER DE INWONENDE ZONDE EN DE KRUISIGING ERVAN.

In algemene zin is het vruchtbaar en verootmoedigend om puriteinse werken te lezen. Dat geldt in bijzondere zin voor de werken van John Owen (1616-1683). We zijn dunne en kleine boompjes, vergeleken bij deze ‘Redwood’, John Owen. Hij pretendeerde overigens zelf niet dat hij een geestelijke reus was. Integendeel, zelfkennis en een blijvende indruk van eigen zondigheid, hielden hem nederig. Vooral in zijn werken over de “inwonende zonde” en de “kruisiging van de zonde” ontmoeten we Owen zoals hij is. Hij heeft nederige gedachten over zichzelf, maar schrijft groots over Zijn Meester. Wat hij schrijft over inwonende zonde en de kruisiging ervan is doorleefd. Owen was ook begiftigd met intellectuele gaven om dit onderwerp te doordenken en te beschrijven. Maar zijn eigen ervaring geeft aan het werk een eigensoortige diepgang, die wij vandaag zelden in boeken aantreffen.

We laten hem zelf aan het woord: “Ik beeld me niet in dat ik een juiste kennis van een geloofsartikel heb, en zal het zeker niet publiceren, tenzij ik door de Heilige Geest in geestelijke zin de waarheid van dat geloofsartikel geproefd heb, zodat ik kan zeggen met de psalm: “Ik heb geloofd, en daarom spreek ik”” (Owen, Works X, 488). Zou dat de reden zijn geweest waarom de Schotse John Duncan (1796-1870), wanneer hij zijn studenten aanbeveelt om Owens Indwelling Sin (‘Over de inwonende zonde’) te lezen, zegt: “Pas op voor het mes!” Dat kon hij alleen maar zeggen omdat hij bij het lezen van John Owen ervoer: hier schrijft een man die zelf ervaren heeft wat hij anderen voorhoudt. Owen is geen dokter die de theorie uit handboeken kent en patiënten met theoretische beschouwingen over ziekte en de bestrijding ervan naar huis stuurt. Zijn instructies zijn doorleefd, omdat hij zijn eigen hart kent, de listen van de satan kent, de genade van Christus kent en het verlangen om heilig voor God te leven. Daarom schrijft een biograaf over hem: “Wanneer Owen de Bijbel opendoet, legt hij tegelijk zijn eigen hart bloot en zijn eigen levensgeschiedenis, zodat hij kon spreken als een die wist en getuigde wat hij zelf gezien en ervaren had” (Owen, Works I, p. lxxxiv).

Voordat we overgaan tot een bespreking van de genoemde werken, eerst nog enkele opmerkingen over Owen zelf. Er is in Engeland een monument te vinden, waarop verschillende dingen geschreven staan die een typering geven van zijn persoon. Zo lezen we op dit monument dat hij een zeer bekwaam theoloog was in de diepste zin van het Woord. Hij was een begaafd theoloog, wiens grote intellectuele gaven door God geheiligd werden. Zo werd hij ook een productief schrijver. Met recht kan zijn theologische werk (16 delen, een uitgebreide verklaring op de Brief aan de Hebreeën en een later uitgegeven Bijbelse Theologie) uitputtend genoemd worden. Uitputtend, zowel in de brede zin van het woord (Owen schreef dogmatische werken, praktisch-theologische verhandelingen en bijbels-theologische opstellen) als in de diepe zin van het Woord. Wie Owen leest, weet namelijk dat het voorliggende onderwerp uitputtend wordt behandeld. Of je nu een praktisch werk over de levensheiliging leest, of naar de verklaring van Psalm 130 grijpt, Owen graaft diep, tot op het fundament. Owen publiceerde geen vlugschriften, maar diepborende verhandelingen, waarvoor je echt moet gaan zitten. Zelfs C.H. Spurgeon zegt over de werken van Owen dat je een lange adem moet hebben om Owen te (blijven) lezen. Gelukkig zijn de Nederlandse vertalingen van diverse werken van Owen over het algemeen goed leesbaar en toegankelijk vertaald.

John Owen is niet de enige die geschreven heeft over het onderwerp “inwonende zonde”. In de puriteinse traditie zijn meer werken verschenen over de zonde. Zo schreven ook Thomas Goodwin, Samuel Bolton, William Bridge, Jeremiah Burroughs, Ralph Venning en vele anderen over dit thema (zie voor een goed overzicht het prachtige boek van Joel R. Beeke, A Puritan Theology (Grand Rapids 2012), 203v.). We richten ons in deze korte artikelenserie echter op twee werken van John Owen. Het gaat om Of the Mortification of Sin in Believers (1656) en The Nature, Power, Deceit, and Prevalency of Indwelling Sin (1667) (Nederlandse vertaling: ‘Over de doding van de zonde in gelovigen’ en ‘De aard, kracht, verleiding en invloed van de inwonende zonde’). Het werk Of Temptation: The Nature and Power of It (1658; ‘Over verleiding: de aard en de kracht ervan’) laat ik in dit verband rusten.

Genoemde werken zijn ontstaan uit preken voor jonge studenten. Een gevolg daarvan is de concrete stijl van schrijven. Voor hem zaten jonge mensen die de verleiding, de kracht, de bedrieglijkheid van de zonde heel concreet ondervonden. Het zou goed kunnen dat met name jongere personen Owen hebben gedrongen deze preken uit te geven en deze preken om te zetten in een boek. Owen was hun mentor op dit terrein. We lezen in een voorwoord op het werk over de kruisiging van de zonde: “Toen ik met zegen gepreekt had over dit onderwerp, door de genade van Hem, die het zaad geeft aan de zaaier, werd ik door verschillende personen, in wier harten de wegen des Heeren zijn, aangemoedigd om te publiceren wat ik had gepreekt”.

In hetzelfde artikel voert Packer het ontroerende getuigenis aan van een gevangene die Owens boek over de kruisiging van de zonde op het toilet vond. Nadat hij het gelezen had, viel hij in zijn cel op zijn knieën en bad God om verlossing van zonde. Door Gods genade werd hij ontdekt aan zijn verdorvenheid en riep hij om verlossing. Het lezen van het boek van Owen bracht deze crimineel tot de kennis van de Heere Jezus. John Owen is een van de vele geloofsgetuigen die spreken nadat zij gestorven zijn.

Abbenbroek, ds. A.A.F. van de Weg

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

John Owen over inwonende zonde (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 2018

Kerkblad | 24 Pagina's