De vreze des HEEREN

Wat betekent nu eigenlijk die bekende uitdrukking “de vreze des HEEREN”? Dat is niet zomaar met één woord te zeggen. In ons taalgebruik gebruiken wij het woord vrezen vaak als we ergens bang voor zijn: “Ik vrees dat…”. Is dat ook de betekenis van het vrezen van God? Moeten we dan bang zijn voor God? In de Bijbel zien we deze betekenis bijvoorbeeld bij Adam na de zondeval, als hij tegen God zegt: “Ik hoorde Uw stem in de hof en ik vreesde, want ik ben naakt”. Als God Zich openbaart in Zijn majesteit en heerlijkheid, dan roept dat vrees op bij de mens. Immers, wie zijn wij in het licht van Gods grootheid en heerlijkheid? Denken wij niet vaak veel te gering, veel te menselijk van God? Als Jesaja de Heere ziet in Zijn heerlijkheid, dan roept hij het uit: “Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben”. De vreze des HEEREN. Nee, dat is niet de vrees voor God als een wrede despoot. Maar wel het heilige ontzag voor Gods Majesteit.

Is dat ook zo in uw leven? Bent u wel eens bang voor de HEERE? Geloof jij dat God buiten Christus een verterend vuur is bij Wie niemand wonen kan? Als je nog zonder Christus leeft, Zijn bloed niet nodig hebt tot vergeving, dan mag je met recht bang zijn voor God. Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Of herkent u iets van die belijdenis van Jesaja? Als je ziet op wie je zelf bent? Een godsdienstig mens, die zo vaak zichzelf zoekt? Boordevol met hoogmoed? Een mens die zich helemaal niet bekommert of God verheerlijkt wordt in het leven? Als het licht vanuit het Woord van God door de Heilige Geest ons iets laat zien van ons natuurlijk hart en de werkelijkheid van ons bestaan ontdekt, dan begrijp je Jesaja. Dan ga je God vrezen. Nee, niet in die zin dat je angstig bij Hem vandaan vlucht. Maar waar we God vrezen, vluchten we juist naar Hem toe. In het licht van Gods heerlijkheid en heiligheid niet alleen je eigen onheiligheid verstaan, maar die ook aan Zijn voeten belijden. Van harte! ‘k Verborg geen kwaad dat in mij werd gevonden. Dat is God vrezen.

Zo zien we ook een volgend aspect van de vreze des HEEREN oplichten. Het is ontzag voor een heilig God, Die je lief hebt gekregen. Immers, vrees voor God, zonder liefde, dat leidt tot wanhoop. De liefde vormt de dragende grond van de vreze des HEEREN. Dan is dat eerst de liefde die van de HEERE uitgaat. Het is verbondsliefde. Een liefde die we nooit los kunnen en mogen denken van Christus. Immers, alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Gegeven voor de wereld. Voor mensen die de wereld in hun eigen hart ontdekten. De vreze des HEEREN gaat nooit buiten de kennis van Christus om. Maleachi sprak daar al van: “Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen”. De vreze des HEEREN doet met alle zonde, met alle schuld, de toevlucht nemen tot het kruis van Christus. Tot Zijn bloed. In Hem alleen ligt immers het leven.

Hebt u dat leven mogen vinden in Hem? Of zoekt u het leven nog in uw godsdienst? In uw trouwe kerkgang? Of misschien nog serieuzer: zoekt u het leven in uw eigen gebeden, in uw tranen, in uw gevoelige aandoeningen? O, weet, dat is niet de vreze des HEEREN. Ik zal niet zeggen dat het er buiten om gaat, maar het leven, de rust, is er niet in te vinden. Toch? Niet alleen uw ongerechtigheden, maar ook uw gerechtigheden zijn een wegwerpelijk kleed. En zo met lege handen, met al uw schuldige onmacht, en met al uw schuldige onwil tot Christus mogen vluchten? Als een vijand? Als een onwaardige? Tot Hem Die gekomen is om vijanden met God te verzoenen? Hebt u in Jezus het leven mogen vinden? In Zijn offer vergeving leren zoeken? Ook mogen vinden? Dat is God vrezen. Daarin bestaat de vreze des HEEREN.

Als we die liefde van God in Christus hebben leren kennen, dan kan het niet anders of dan hebben we ook God lief. Hoe kun je nu weten of je de HEERE mag vrezen? Dat komt openbaar in je leven. “De vreze des HEEREN is te haten het kwade, de hovaardigheid, en de hoogmoed en de kwaden weg.” Het leven in de vreze des HEEREN is een teer leven voor Gods aangezicht. Een leven waarin de zonde niet meer aan de hand gehouden kan worden. Dan wordt je een vijand van alle zonde. Dan is het je voortdurend gebed: “O, Zoon, maak mij Uw beeld gelijk”.

Het is nog te krijgen! Hoe? Door Christus alleen! Van Hem sprak Jesaja: “En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, (…), de Geest der kennis en der vreze des HEEREN.” Wat u mist, dat heeft Hij! Op Hem rust de Geest des HEEREN. Die Geest wil het u leren. Wie u ook bent. Hij nodigt u uit in Psalm 34 door de mond van David: “Komt gij kinderen, hoort naar mij; ik zal u des HEEREN vreze leren”. O, bestorm dan de hemel! Roep tot God: “Neig mijn hart en voeg het saam tot de vrees van Uwen Naam”.

Wijk en Aalburg, ds. W.M. Mulder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen