Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tucht in de eredienst (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tucht in de eredienst (3)

Het formulier van de wederopneming

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

PROBEERT U ZICH EENS IN TE DENKEN DAT U AFGESNEDEN ZOU MOETEN WORDEN VAN DE GEMEENTE. BIJ IEDER MENS ZITTEN ALLE ZADEN VAN BOOSHEID IN HET HART, DAT ZAL BIJ U NIET ANDERS ZIJN. TOEN U OPENBARE BELIJDENIS DEED GAF U ANTWOORD OP EEN VRAAG MET DEZE STREKKING: BELOOFT U DAT U ZICH AAN DE VERMANING, TERECHTWIJZING EN KERKELIJKE TUCHT WILT ONDERWERPEN EN ONDERWORPEN ZULT ZIJN, INDIEN HET ZOU GEBEUREN (WAT GOD VERHOEDE), DAT U ZICH IN LEER OF LEVEN ZOU MISGAAN?

En dan… afgesneden worden omdat u in de zonde volhardt. Wat zou dan uw volgende stap zijn? Toegeven dat ík fout zat, is iets waar we als mens vaak te hoogmoedig voor zijn. Zou u dan maar volop in de zonde gaan leven? De afsnijding van de gemeente is dan immers een feit. Geen hoop meer. Met alles wat er geweest is, staat u dan buiten het Koninkrijk Gods.

Het is genade om te zien dat de schuld aan onze kant ligt. Genade om te zien dat ík het was die in de zonde volhardde, ondanks alle waarschuwingen. Is er dan nog een weg terug naar God? Ik bedoel het deze keer niet allereerst in geestelijke zin. Maar is er na een afsnijding nog de mogelijkheid om weer toegang te kunnen krijgen tot het Koninkrijk Gods?

De Bijbel leert ons dat er zolang we leven altijd een weg terug is. Voor een uit de gemeenschap van God en Zijn gemeente afgesneden persoon is er in een weg van berouw en schuldbelijdenis de mogelijkheid om weer toegelaten te worden tot de gemeente. Net zoals de wetslezing als schuldbelijdenis niet op zichzelf staat, maar uitloopt op genadeverkondiging en het belijden van het geloof. Zo staat ook de afsnijding niet op zichzelf, het doel is om de zondaar tot bekering te brengen, zodat hij weer opgenomen kan worden in de gemeente.

De mogelijkheid tot wederopneming is er, dit was echter formeel nog niet geregeld. De persoon was in het openbaar afgesneden, de wederopneming zou dan ook in het openbaar (dus in de eredienst) moeten zijn. Zodat ieder het zou kunnen zien: God is heilig en rechtvaardig, maar ook barmhartig en genadig.

De synode van Middelburg (1581) stelde een formulier vast voor de ban of afsnijding. Hiermee was dit punt echter niet afgerond, dit kwam tot uitdrukking op de synode te ’s Gravenhage die vijf jaar later in 1586 gehouden werd. Daar werd de volgende vraag gesteld:

14 Of het niet goed en ware een zeker Formulier te gebruiken, in die voorstellinge ende excommunicatie, als ook in die aanneming met schuldbekenninge der Poenitenten,

Tot dan was er enkel aandacht geweest voor de ban of afsnijding. Blijkbaar leefde breder de behoefte aan aanwijzingen voor de wederopneming van de afgesneden personen. In artikel 71 van de kerkorde uit 1586 werd dan ook in deze leemte voorzien:

71. Wanneer yemandt, die gheexcommuniceert is, hem wederom wil versoenen met de Ghemeente door boetvaerdicheyt: Soo sal het selfde voor de handelinghe des Avontmaels, ofte andersins nae gheleghentheyt, te vooren de Ghemeente aengheseyt werden, ten eynde hy ten naestcomende Avontmale (soo verre niemandt yet weet voort te brenghen, ter contrarie) openbaerlijck met professie zijner bekeeringhe weder opghenomen werde, volghende het formulier daer van zijnde.

Datheen stelde de formulieren voor bediening van Heilige Doop, Heilig Avondmaal en de huwelijkssluiting samen uit andere formulieren uit de Paltz en Londen. Formulieren voor ban en wederopneming bestonden nog niet en zijn dus echt op Nederlandse bodem ontstaan. Helaas is de precieze ontstaansgeschiedenis niet meer te achterhalen. Deze formulieren zijn door de bekende Dordtse synode (1618-1619) ongewijzigd overgenomen. Wel besloot men tot een andere plaatsing, eerst stonden de formulieren voor ban en wederopneming ná alle andere formulieren. De Dordtse synode besloot om ze achter het Avondmaalsformulier te plaatsen. Hiermee komt de verbondenheid met dit sacrament weer tot uitdrukking.

De relatie tot het Heilig Avondmaal bij met name de ban en wederopneming houden ons een spiegel voor.

Zien wij de gemeente nog daadwerkelijk als Avondmaalsgemeenschap? Er werd in het begin van de Nederlandse reformatie niet “zomaar” belijdenis afgelegd. Leden die afgesneden werden, waren dan ook Avondmaalgangers. Het Heilig Avondmaal is een bij uitstek zichtbaar moment dat Christus gemeenschap heeft met Zijn Kerk. Zo heilig is de God die we dienen, zo heilig dient ook Zijn gemeente te zijn.

De ban is een erg indrukwekkend moment van tucht in de eredienst. Het geeft ons er een voorproefje van dat God de zonden niet door de vingers kan zien. Ditzelfde horen we iedere zondag wanneer de wet gelezen wordt. God kan geen zonden door de vingers zien, Hij is zo neerbuigend goed om ons daar ook in de kerk mee te confronteren. Opdat we zien wie Hij is en wie wij zijn. Zo zien u en ik vanuit de kerkbank iets van God Die rechtvaardig en heilig is.

De wederopneming is echter niet minder indrukwekkend. Zelf de deur dichtgedaan, zelf volhard in de zonde en dan toch “wederom tot genade te komen”. In het groot zien we dat bij de ban en wederopneming, maar in het klein net zo bij de wetslezing: “Ook de achterliggende week weer zo vaak overtreden en afgeweken dat enkel schuld overblijft.” Tegelijkertijd wordt de weg tot vergeving gewezen en mag de gelovige kerkganger in verwondering zijn of haar geloof belijden. In de genadeverkondiging, de wederopneming en veel andere momenten in de eredienst (waar ik nu aan voorbij ga) zien we dus ook iets van Gods barmhartigheid en genade.

Als één lid lijdt, lijden alle leden. Dat geldt in het bijzonder wel van de kerk. In het artikel over de ban proefden we de pijn over de afgesneden lidmaat. In het gebed bij de wederopneming klinkt de vreugde over de bekering door; de blijdschap dat het lichaam weer compleet is:

“Goedertieren God en Vader, wij danken U door Jezus Christus, dat Gij dezen onzen medebroeder bekering hebt gegeven ten leven, en ons oorzaak verleent om in zijn wederkering verheugd te zijn. Wij bidden U, bewijs hem Uw genade, om van de vergeving zijner zonden meer en meer verzekerd te zijn in zijn gemoed, en daaruit te scheppen een onuitsprekelijke blijdschap en lust om U te dienen. En gelijkerwijs hij tevoren vele mensen heeft geërgerd door zijn zonde, wil hem alzo wederom verlenen, vele mensen door zijn bekering te stichten. Geef hem tot het einde toe volstandiglijk te wandelen in Uw wegen; en laat ons leren uit dit voorbeeld, dat bij U is genade, opdat Gij gevreesd wordt; (…).”

Zaamslag, S. Zwemer MA

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

Tucht in de eredienst (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 2018

Kerkblad | 24 Pagina's