Graven in een goudmijn

In vijf hoofdstukken behandelt de schrijver ds. G. Kater de globale inhoud van de Dordtse Leerregels. Hij doet dit aan de hand van het Engelse acronym TULIP (= tulp). Een acronym is een afkorting die als een woord wordt uitgesproken. Ik herinner mij van meer dan 10 jaar geleden, dat ds. Geoffrey Thomas uit Wales aan het einde van de jaarlijkse Banner of Truth predikantenconferentie in Leicester, in een toespraak voor het bedienende personeel in de grote eetzaal uitlegde dat alle daar aanwezige predikanten ‘tulpen’ waren. Onverstoorbaar en schijnbaar vol aandacht luisterde het voltallige personeel naar zijn betoog. Of ze het echt begrepen hebben..?

In de inleiding van zijn uitgave, die in samenwerking met de HHJO tot stand is gekomen, geeft ds. Kater een korte historische uiteenzetting van de Reformatie in West-Europa en Nederland. Daarna gaat hij in op de discussie die vanaf het jaar 1603 aan de universiteit van Leiden ontstond tussen Arminius en Gomarus en die langzaam maar zeker de Nederlandse kerk in alle hevigheid ging beheersen. Arminius’ volgelingen werden voortaan remonstranten en die van Gomarus werden contra-remonstranten genoemd. Deze discussie kwam tot een einde tijdens de nationale Synode van Dordrecht in 1618 en 1619. In de Dordtse Leerregels worden de onbijbelse opvattingen van de remonstranten weerlegd.

Maar waarover ging de discussie eigenlijk? Deze ging over de verdorvenheid van de mens, Gods verkiezing, Christus’ verzoening, het werk van de Heilige Geest en de volharding van de gelovigen. In het eerste hoofdstuk behandelt de auteur de algehele verdorvenheid van elke zondaar. Eerst zet hij in het kort uiteen wat dit betekent en laat zien dat de remonstranten aanhangers zijn van de vrije wil. Met deze wil zou de mens zelf kunnen kiezen voor het goede of het kwade. Vervolgens legt ds. Kater op heldere wijze uit dat de Bijbel hierover iets heel anders zegt. Het hoofdstuk wordt afgesloten met ‘Wat zegt dit jou?’ In dit gedeelte legt hij uit dat door vast te houden aan de totale onmacht van elk mens de oproep tot bekering en geloof niet wordt uitgeschakeld.

In de volgende hoofdstukken volgt de auteur dezelfde opbouw. Eerst zet hij kort de betekenis uiteen van de letter uit het woord TULIP, die aan de orde is. Daarna legt hij uit wat de Bijbel erover leert. Hij sluit af met het bespreken van de vraag ‘Wat zegt dit mij/jou?’.

Voor geïnteresseerde jongeren is het een begrijpelijk boekje. Het taalgebruik is niet moeilijk. Begrippen als verkiezing, verwerping, algenoegzaamheid van Christus’ offer, beperkte verzoening, uitwendige en inwendige roeping, onweerstaanbare genade van de Heilige Geest en blijvende volharding worden op aansprekende wijze uitgelegd. Zelf vond ik het laatste hoofdstuk, over de volharding der heiligen, het mooist.

Wel vroeg ik mij af waarom er voor gekozen is de Dordtse Leerregels te behandelen aan de hand van de letters van het woord TULIP. Het lijkt mij dat zowel de Engelse als de Nederlandse betekenis ervan moeilijk door een gemiddelde jongere te onthouden is. Ook komt de volgorde van de letters niet overeen met de volgorde van de hoofdstukken van de Dordtse Leerregels. Zelf zou ik deze samenvatten als de vijf V’s, en dan in de volgorde van de hoofdstukken van de Leerregels: Verkiezing, Verzoening, Verderf, Vernieuwing en Volharding.

Deze opmerking doet niets af van de waarde van het boekje dat ds. Kater schreef. Het is mijn wens dat het mag bijdragen aan het graven door onze jongeren in de goudmijn van Gods Woord en onze gereformeerde belijdenisgeschriften. Het boekje biedt in kort bestek veel, is keurig uitgevoerd in paperback met een strakke, eigentijdse letter, leest vlot en zal zijn weg ongetwijfeld wel vinden.

Ds. H. Lassche, Rijssen

GRAVEN IN EEN GOUDMIJN

Het is zwaar en moeilijk werk om te graven in een goudmijn. Toch zal elke goudzoeker zeggen dat het de moeite méér dan waard was op het moment dat hij een goudklomp vond. Dat geldt nog veel meer voor het graven in de goudmijn van Gods Woord en onze belijdenisgeschriften, die op dit Woord gegrond zijn. Het lezen en begrijpen hiervan is ook niet altijd makkelijk. Maar er is écht goud in te vinden, dat oneindig veel meer waard is dan aards goud.

In 1618-1619 vergaderde de Nationale Synode van de Gereformeerde (Hervormde) Kerk van ons land in Dordrecht. Tegen de opvattingen van Arminius ontstonden de Dordtse Leerregels of 'vijf artikelen tegen de remonstranten'. Vijf onderwerpen, ook wel de vijf punten van het calvinisme of 'the five points of calvinism' genoemd, vormen de kern.

Samengevat in het Engelse woord TULIP (tulp):
Total depravity (totale verdorvenheid)
Unconditional election (onvoorwaardelijke verkiezing)
Limited atonement (beperkte verzoening)
Irresistible grace (onweerstaanbare genade)
Perseverance of the saints (volharding van de heiligen)

Speciaal voor jongeren legt de auteur deze vijf thema's van de Dordtse Leerregels uit. Dat doet hij vanuit twee invalshoeken:
- Wat zegt de Bijbel?
- Wat zegt dit jou?

Ds. G. Kater (1978) is hersteld hervormd predikant te Waarder. Daarvoor diende hij de gemeente Hasselt-Rouveen-Zwolle.

Uitgever: Den Hertog
Prijs: €9.95
EAN-code: 9789033129438

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen