Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bijzondere ontmoeting over bijzonder onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bijzondere ontmoeting over bijzonder onderwijs

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP MAANDAG 16 JUNI BEZOCHT PVDA-VOORMAN ASSCHER HET REFORMATORISCH WARTBURG COLLEGE IN ROTTERDAM. DE AANLEIDING VOOR DIT BEZOEK WAS EEN INTERVIEW DAT ASSCHER IN DECEMBER 2018 GAF. DAARIN SPRAK ASSCHER UIT DAT HIJ ARTIKEL 23 VAN DE GRONDWET WIL WIJZIGEN EN DAARIN WIL LATEN OPNEMEN DAT ELK KIND GELIJKE KANSEN MOET KRIJGEN. DAARBIJ PAST HET VOLGENS HEM NIET DAT SCHOLEN VAN OUDERS EN LEERLINGEN ONDERSCHRIJVING VAN DE GRONDSLAG VRAGEN. HET RESPECTEREN VAN DE SCHOOLREGELS IS NAAR ZIJN MENING VOLDOENDE.

In het Reformatorisch Dagblad werd een dag later uitgebreid verslag van deze ontmoeting gedaan. In dat verslag is te lezen dat Asscher ook graag zou zien dat de vrijheid van scholen wordt ingeperkt als het gaat om wat ze inhoudelijk aan leerlingen meegeven. Zo vindt hij dat scholen hun leerlingen respect moeten bijbrengen voor seksuele diversiteit in de samenleving. In het artikel wordt de PvdA-voorman geciteerd: ‘als je niet op een respectvolle wijze over homoseksualiteit en geloofsafval kunt spreken, dan vraag ik me af of de overheid zo’n school moet financieren’. Bij het afscheid nemen merkt hij nog op dat ‘kinderen soms beschermd dienen te worden tegen hun ouders’. Afgaand op het verslag in het Reformatorisch Dagblad was het een bijzondere ontmoeting over bijzonder onderwijs die allerlei gedachten oproept.

Zo valt het in de PvdA-voorman te prijzen dat hij zijn gedachten en ideeën klip en klaar uitspreekt. Hetgeen wat hij in december 2018 heeft opgemerkt is blijkbaar niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. ‘De uitlatingen in het interview van vorig jaar blijven staan’, zo merkt Asscher zelf op. Asscher windt er geen doekjes om wat zijn ideeën en gedachten rondom het bijzonder onderwijs zijn. Dat geeft duidelijkheid en laat zien wat er in deze van hem en van zijn achterban te verwachten valt.

Het is in de tweede plaats wel stuitend hoe er blijkbaar over ouders wordt gedacht die hun kinderen op Bijbelse gronden over het huwelijk willen onderwijzen. In de woorden van Asscher zouden hun kinderen tegen zulke ou¬ders beschermd moeten worden. Dat lijkt in ieder geval de suggestie, alsof deze opvattingen schadelijk zouden zijn voor de vorming van de kinderen. Het maakt duidelijk vanuit welke gevoelens gesproken en gedacht wordt.

In de derde plaats bevestigen de opvattingen van Asscher een maatschappelijke ontwikkeling waarin het gelijkheidsbeginsel een centrale plaats inneemt en er vooral ‘ínclusief’ en ‘tolerant’ gedacht moet worden. Een eigen mening hebben mag, zolang de mening van een ander op zijn minst geaccepteerd wordt. Met alles wat ook maar enigszins riekt naar het afwijzen van een bepaalde levenshouding of gedachte moet korte metten worden gemaakt. De reacties op de Nashvilleverklaring spreken wat dat betreft boekdelen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat deze ‘tolerantiegedachte’ vanuit de maatschappij ook doorgevoerd moet worden binnen het onderwijs. Wat dat betreft zijn de uitgesproken gedachten van Asscher niet verwonderlijk.

Het stelt de orthodoxe scholen in de vierde plaats voor de roeping om het eenzijdige beeld dat sommigen van het bijzonder onderwijs hebben bij te stellen. Om in gesprek en door getuigenis te laten zien wat een toelatingsbeleid in de praktijk betekent. Maar ook om duidelijk te maken hoe er vanuit Gods Woord invulling wordt gegeven aan maatschappelijke trends en ontwikkelingen. Het siert het bestuur en de directie van het Wartburg College dat men dit gesprek met de heer Asscher aan wilde gaan. De ruimte om rustig af te wachten op wat komen gaat is er niet.

Asschers uitspraken maken namelijk, ten vijfde, pijnlijk duidelijk dat het bijzonder onderwijs zoals dat nu mag plaatsvinden niet langer vanzelfsprekend is. Het is een voorrecht dat er de mogelijkheid is om op basis van Schrift en belijdenis onderwijs te geven en onderwijs te ontvangen. Maar op allerlei manieren wordt aan die vrijheid van onderwijs getornd. Blijkens de uitspraken van Asscher wil de overheid graag invloed hebben op wat de scholen inhoudelijk aan de leerlingen meegeven. En die invloed moet daarin niet Bijbels maar maatschappelijk verantwoord zijn. De wijziging van de grondwet moet die invloed mogelijk maken en kan verstrekkende gevolgen hebben. Deze maatschappelijke ontwikkelingen rondom het bijzonder onderwijs zou¬den ons het voorrecht van onderwijs waarbij Gods Woord als uitgangspunt wordt genomen duidelijk moeten maken. Het is een onverdiend voorrecht dat gekoesterd mag worden. Het is daarbij maar de vraag of die waarde en betekenis van dit bijzondere onderwijs voldoende wordt beseft vanuit de reformatorische achterban. Of voldoende wordt ingezien hoe betekenisvol de drieslag kerk-gezin-school tot op deze dag is.

Dat brengt bij een volgende overweging. Het bijzondere gesprek over het bijzonder onderwijs op het Wartburgcollege laat zien hoe belangrijk het is dat leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel zich tot dit bijzondere werk geroepen weten. Om in afhankelijkheid van de Heere vanuit het Woord kinderen en jongeren in allerlei opzichten te onderwijzen. Om hen vanuit Gods Woord te vormen en toe te rusten zodat zij hun plaats in de maatschappij in kunnen nemen. Een maatschappij waarin Gods Woord op zoveel manieren onder druk staat. Het is aangrijpend om vanuit verschillende reformatorische scholen te horen dat er een lerarentekort is. Wat is het daarbij nodig om ook jongeren het werk in het onderwijs onder de aandacht te brengen en hen voor dit belangrijke werk te motiveren. Opdat zij, vanuit een levende verbondenheid aan de Heere, kinderen en jongeren in Zijn weg voor kunnen gaan.

Deze bijzondere ontmoeting over het bijzonder onderwijs maakt tot slot de noodzaak om de onderwijzers en het onderwijsondersteunend personeel biddend te omringen duidelijk. Opdat Hij ook in alle gebeurtenissen en maatschappelijke ontwikkelingen Zijn wegen zou wijzen en Zijn koninkrijk kome. Dan kunnen de zorgen soms groot zijn. Maar dan mag in dit alles ook de verwachting van Hem zijn.

Hardinxveld-Giessendam, ds. B.J. Bouman

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2019

Kerkblad | 24 Pagina's

Een bijzondere ontmoeting over bijzonder onderwijs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2019

Kerkblad | 24 Pagina's