Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET AVE MARIA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET AVE MARIA

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met verbazing kunt ge telkens waarnemen, hoe gemakkelijk de roomsche theologie buiten-schriftuurlijke vindingen een „schriftuurlijken" grond weet te geven. Als de engel Gabriël aan Maria verschijnt, begroet hij haar, gelijk menschen gewoon zijn op wellevende wijze gegroet te worden door den binnenkomende. Zijn woorden luiden: „Wees gegroet, gij begenadigde! de Heere is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen."

Een eenvoudige begroeting dus, waarbij de engel Maria niet aanziet in haar mensch-zijn-zonder-meer, maar in den glans van de genade, welke God haar heeft gegeven.

Tusschen zulk een begroeting en het gebed, waarmede de ziel van een mensch zich uitstort en overgeeft, ligt een zeer groote afstand. Het verband tusschen deze beide ontgaat ons zelfs geheel en al. Met de grootste welwillendheid is het ons niet mogelijk in te zien, hoe de vermelding dezer begroeting door den Evangelist Lucas de grondslag kan worden voor een gebed, dat Maria aanroept.

De roomsche gedachtengang echter schijnt hier geen moeilijkheden aan te treffen. Onder hetgeen de kerk aan Lukas heeft te danken, meldt de St. Gerardusklok van 16 October allereerst het Ave Maria „de grootsche aanhef van het voornaamste gebed na het Onze Vader".

Noch de engel Gabriël, noch de Evangelist Lukas zullen wel ooit gedacht hebben, dat het „wees gegroet, gij begenadigde" nog eenmaal zou uitgroeien tot een Ave Maria als aanhef des gebeds Niet minder schokkend is het te lezen, dat het gebed met dezen aanhef de eerste plaats bekleedt na het gebed, dat aanvangt met de woorden: „Onze Vader, die in de hemelen zijt."

Blijkbaar is er nog een afstand niet groot: de afstand tusschen den Vader in de hemelen, God eeuwig en volheerlijk in zichzelven, en Maria, de begenadigde mensch.... Hoe gemakkelijk aanvaarden de leeken van Rome's kerk deze voorstellingen en uitspraken. Zij zijn immers van jongsaf opgevoed tot een onbepaald vertrouwen in wat de geestelijkheid hun voorzet als waarheid. Twijfel daaraan is reeds een zondige ongehoorzaamheid. En zij hanteeren den bijbel niet, het zwaard des Geestes, het Woord, dat op aarde is gegeven, opdat de waarheid van den leugen worde onderscheiden.

Tot de Wet en tot de Getuigenis, zoo er dageraad zijn zal! Dragen wij zorg, onzen bijbel te kennen, om tegen de dwaling gewapend te zijn. Wie eenmaal het Woord verlaat, en zich laat sleepen op den weg der dwaling, is in staat tot een schokkende uitspraak als de hierboven geciteerde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1931

De Klok | 4 Pagina's

HET AVE MARIA

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1931

De Klok | 4 Pagina's