Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrijdagmiddag 1 Dec. kwam te Amsterdam in het A.M.V.J.-gebouw de Afdeeling- Nederland van den Wereldbond der Kerken onder voorzitterschap van den eere-voorzitter prof. dr. J. A .Cramer, in jaarvergadering bijeen.
Hoofdschotel van het vergaderagendum was de rede van prof. dr. Ph. Kohnstamm over ,.De(n) kerkelijke(n) toestand in Duitschland", een uitermate belangwekkend en actueel onderwerp, dat ook niet naliet groote belangstelling te trekken. Spr. begon met er op te wijzen, hoe moeilijk het is te midden van den ernstigen tijd in den boezem der Duitsche Evangelische Kerk, een objectief oordeel uit te spreken. Om dit zooveel mogelijk te benaderen zal hij zich uitsluitend baseeren op officieele of gepubliceerde en controleerbare mededeelingen, hem door het Ned. Chr. Persbureau toegezonden.
Spr. brengt dan in herinnering, dat de thans heerschende groep, de z.g.n. Duitsche Christenen met hun program voor het eerst in het publiek zijn opgetreden op 3 en 4 April. Van de daar genomen besluiten en geuite dreigementen zeide ,,de Tagliche Rundschau" van 5 April: ,.Als deze besluiten bevestigd en met de machtsmiddelen van den staat ten uitvoer gebracht worden, beteekent dat het einde van de kerken der reformatie in Duitschland". Dit sloeg vooral op de uitzonderingspositie van niet-Arische Christenen en den eisch van „gelijkschakeling" van het geheele kerkbestuur en „uitschakeling" van tegenstrevende predikanten.
Het zou onbillijk zijn te zeggen, dat de sedert ingevoerde reorganisatie inderdaad, „met de machtsmiddelen van den staat" aan een onwillige kerk is opgelegd. Weliswaar hebben de door den staat benoemde commissarissen dezen zomer kerkelijke verkiezingen uitgeschreven, waarvan dr. Von Brdelschwingh in een brief aan bisschop Muller met nadruk volhoudt, dat ze ,,in ontelbare gemeenten onder druk en dwang" hebben p'aats gehad, maar het komt spr. voor, dat het resultaat toch anders ware uitgevallen, wanneer een waarlijk bijbelvaste en bijbeltrouwe gemeente aan de kerkelijke stembus wnre verschenen. Met tal van persberichten toont hij aan hoe sterken ingang de beweging van de ,,Duit?che Christenen" heeft gevonden die het O.T. wil afschaffen en het N.T. wil herzien in den zin van de heldhaftige vroomheid, van den Duitschen mensch. Hoe nauw deze wereldbeschouwing samenhanat met de Duitsche wijsbegeerte der 19e eeuw, in het bijzonder met Nietzsche licht spr. nader toe. Nietzsche's volgeling Klages kan dan ook als de meest karakteristieke denker van het huidige Duitschland gelden, ook in de kringen, die grooten invloed hebben op de leiding der kerk.
Evenwel tracht de laatste al te ver gaande excessen te voorkomen. Zoo heeft de rijksbisschop den gouwleider der Duitsche Christenen in Berlijn, Krause — waarschijnlijk dezelfde die het eerst op de Ariërparagraaf heeft Voorgesteld en de Ariërparagraaf heeftv oorgesteld en doen aannemen — wegens al te radicale uitingen uit zijn kerkelijke ambten ontslagen. Dat ook bisschop Hossenfelden, die blijkens een interview in de Rotterdammer, in Mei 1.1. zich nog heftig verzette tegen „de Joodsche zienswijze van Karl Barth" en daartegenover „den germaanschen gedachtengang van Alfred Rcsenberg" aanprees, zich thans in een zeer scherpen brief tegen Krause richt, bewijst wel, dat het getij eenigszins aan het terugloopen is. Ook het Gereformeerde lid van het hoogste besturende college, kerkminister Otto Weber, heeft een speciaal voor de Ned. pers bestemde verklaring afgelegd, mede met de bedoeling de Nederlandsche Calvinisten gerust te stellen omtrent de opvattingen der huidige leiders. Vermoedelijk had hij toen nog niet kennis genomen met het jonqste felle protest van „De Standaard" tegen de leer van den totalitairen staat en haar volstrekte onvereenigbaarheid met de Gereformeerde beginselen. Althans zijn verklaring zwijgt hierover.
Ongetwijfeld hangt de kentering bij enkele der leiders samen met groeiend binnenlandsch en buitenlandsch protest. Aan het laatste heeft, in buitengewoon ernstigen en waardigen vorm, de bisschop van Chichester als leider van de Stockholmbeweging uiting gegeven: het eerste condentreert en organiseert zich in de snel groeiende beweginq. die thans den naam van Notbund für Evangelium und Kirche heeft aangenomen. Terwijl deze beweging in Aug. nog slechts enkele honderdtallen telde, was zij tijdens de Wittenberger synode tot ruim tweeduizend gegroeid. Thans melden de persberichten wekelijks, hoezeer zij toeneemt. Scheen het eerst bijv. alsof een piëtistisch land als Würtemberg zijn oude bijbeltraditie geheel had losgelaten, de laatste berichten melden, dat nog slechts een honderdtal predikanten bij de „Duitsche Christenen" zijn overgebleven.
Om deze beweging van den Notbond wél te verstaan, moet men zich echter goed realiseeren, dat zij haar eenheid vindt in kerkelijk-theologische, niet in politieke of economische overtuigingen. Zij mag dan ook allerminst als een „reactionaire"- groep beschouwd worden, die zich bijv. zou kanten tegen de maatschappelijk-economische plannen van het nieuwe bewind. Integendeel dringen velen van haar leden aan op verwezenlijking van een ..Duitsch socialisme", d.w.z. invoering van een productiestelsel, waarin niet streven naar winst, maar naar arbeid en behoeftebevrediging de productie leidt. Ook is men in haar kring dankbaar voor maatregelen der tegenwoordige regeering tegen zedenverwildering. Toch mag men in dit laatste opzicht niet te optimistisch zijn. gelijk blijkt uit den bekenden Erlass gegen das Muckertum van stafchef Röhm en de opvattingen van minister Darré, dat het Christendom de zedelijke grondslagen heeft vernietigd, waarop eertijds germaansche zedelijkheid de volkskracht opbouwde. Blijft daartegenover de Notbund op het standpunt der Duitsche kerkelijke traditie staan, ten opzichte van de opvattingen omtrent de verhouding van kerk en staat meent spr. onder den invloed van de ervaringen met den „totalen staat'' een verschuiving van oud-Luthersche naar meer Calvinistische zijde te mogen constateeren. Hoe de strijd binnen de kerk nu verder zal loopen, kan thans nog niemand voorspellen, te minder omdat de berichten vaak zoo tegenstrijdig zijn. Zoo deelde kerkminister Weber in het reeds genoemde persgesprek mede, dat de Ariërparagrafen voorloopig buiten werking waren gesteld. Daarentegen geeft de Korr. des Ev. Presseverbandes für Brandenburg een tekst der desbetreffende bepalingen, waarvan § 2 luidt, dat de rechtsgeldigheid van beslissingen in bijzondere gevallen (einzelner Massnahmen) op grond van de reeds aangenomen bepalingen niet wordt aangetast. Daar het aantal Joodsch- Christelijke ambtsdragers zeker niet groot is, zullen zij allen wel onder de bijzondere gevallen te brengen zijn. (Deze § 2 beduidt, dat de opschorting van de Ariërparagraphen in de kerk geen terugwerkende kracht heeft, red.)

En in hoeverre het nationaal-socialisme dat immers naar Adolf Hitier te Neurenberg opnieuw uitdrukkelijk bevestigd heeft, niet een politieke partij, maar een wereldbeschouwing is, met de Christelijke kerk in vrede zal kunnen leven, moet de toekomst nog leeren. Reeds is, naar het Hbld. 11 Sept. 1.1. meldde, aan de R.K. kerk een nadere exegese van het concordaat toegezegd, waardoor zal komen vast te staan de vrijheid der Duitsche Katholieken en het recht der Katholieke pers om beginselen van het Katholieke geloof en van de Katholieke zedeleer te verkondigen. Laat ons bidden, dat spoedig dat recht, in het land der reformatie, voor het reformatorische Christendom eveneens weer in vollen omvang zal zijn gewaarborgd. En laat ons God danken, dat Hij in den Notbund een doelbewuste schare van krachtige en moedige strijders daartoe heeft .aangegord.

Protestvergadering te Dortmund.

Te Dortmund in Duischland vond Zaterdag 18 Nov. een groote protestvergadering plaats, waarin o.a. dr. Fr. von Bodelschwingh het woord voerde en waarin de gebeurtenissen rondom de afzetting van dr. Krause en handhaving van Schrift en belijdenis door den rijksbisschop besproken werden. Typisch is ter kenschetsing van de reactie welke thans van orthodoxe zijde tegen de liberale theologie in Duitschland wakker geroepen is, dat de vergadering eenige resoluties publiceerde, vragende, dat de rijksbisschop het beschermheerschap van de geloofsbeweging der Duitsche Christenen neerleggen zal, verwijdering uit de leiding der kerk van diegenen die bij de rede van dr. Krause in het Sportpaleis te Berlijn tegenwoordig waren en toen niet direct protesteerden (dit richt zich tegen den kerkminister bisschop Hossenfelder, rijksleider van de geloofsbeweging der Duitsche Christenen, die wel later met den rijksbisschop mede zich tegen dr. Krause keerde, maar in het Sportpaleis zelve toch niet tot protest overging, red.), nietigverklaring door de kerkregeering van elke de ambtsdragers der kerk bindende verklaring buiten de H. Schrift en de belijdenisschriften der kerk (dit richt zich tegen de richtliniën o.a. der leden van de geloofsbeweging der Duitsche Christenen, red.) en herroeping van eiken smaad over kerkleden die geen „Duitsche Christenen" zijn, als zouden deze voor den nationaal-socialistischen staat minder betrouwbaar zijn.

Deze protestvergadering die blijkbaar het vrije woord niet schuwt, zal wel niet haar wenschen precies vervuld zien, maar teekent toch af, hoe in geheel Duitschland, merkwaardigerwijze onder leiding van den rijksbisschop orthodoxe reactie op al te radicale „völkische" eischen van een deel der overheerschende „Duitsche Christenen" ontstaan is. Wij ontvangen ook uit andere deelen van Duitschland gelijkluidende berichten. De deze bijzondere kleur door de actieve Dortmunder vergadering heeft onder deelneming van dr. Fr. von Bodelschwingh. V

an de vele andere vermelden we nog een splitsing in de geloofsbeweging der Duitsche Christenen in Württemberg, waar onder leiding van den directeur van het Christelijk Persbureau te Stuttgart dr. Pressel e.a. 170 predikanten zich van bedoelde beweging afscheidden, dadelijk aangroeiend tot een groep van 400 predikanten, welke de rijksleiding van bisschop Hossenfelder verwerpen en in naam der orthodoxie zich tegen het radicalisme richten. De geloofsbeweging hield in Württemberg nu nog slechts 100 predikanten als leden over.
De Jong-reformatorische groep „Kerk en Evangelie" groeit thans zeer sterk aan. In dit verband is mede kenteekenend, dat de eerst onlangs 13 Nov. j.1.) geschorste leiders dezer groep te Berlijn ds. Niemöller, dr. Von Rabenau en ds. Scharfe, thans weer in hun ambt hersteld zijn. Het is dus zeer duidelijk, dat de wind den radicalen in de kerk ongunstig geworden is, dat de geloofsbeweging der Duitsche Christenen hiervan de ongunstige gevolgen ondervindt en dat de kerkelijke verhouding door opleving der orthodoxie bezig zijn een algeheele wijziging te ondergaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1934

De Klok | 4 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1934

De Klok | 4 Pagina's