Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche huwelijkswetgeving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche huwelijkswetgeving

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het roomsche apologetische maandschrift Het Schild (jg. 15, afl. 10, 11) levert Mr. D. te L. een kritiek op onze Nederlandsche huwelijkswetgeving.
Deze kritiek is een pleidooi om die wetgeving weder een roomsch karakter te geven, in tegenstelling met het gereformeerde karakter dat zij in hare grondtrekken heden ten dage nog heeft.
Twee leeringen botsen op dit punt: volgens Rome is het huwelijk een sacrament. Het is, zoo leert men daar, „door Christus tot een sacrament verheven", dus tot een middel waardoor men genade verwerft, tot zich trekt. Het huwelijk behoort dus tot het terrein der genade, en daarom tot het terrein der Kerk.
De Overheid moge daarbij de bevoegdheid hebben, om secundaire regelingen te treffen, b.v. ten aanzien van het huwelijksgoederenrecht — haar wordt door Rome nochtans ontzegd het recht èn van wetgeving èn van rechtspraak ten aanzien van het huwelijk-zelf.
Naar Gereformeerde belijdenis echter liggen deze dingen, principieel anders. Het huwelijk is nóch sacrament nóch genademiddel, het ligt buiten het terrein der genade, ergo op het terrein van het na tuurlijk leven — reeds in het Paradijs, dus vóór er sprake was van Gods vergevende genade in Christus, werd het door God ingesteld. Hieruit volgt dat de Overheid wèl zeggenschap heeft in zake het huwelijk, beide in hare wetgeving en haar rechtspraak — (Voetius, om slechts één te noemen) spreekt dat onomwonden uit in zijn Politica Ecclesiastica ( P I , L III, T I, S I, C I qu 3 § 2).
Na de Reformatie in ons land werd het huwelijksrecht, met terzijdestelling van de Roomsche leer, door de Gereformeerde leer beheerscht. En ook, toen met de Revolutie het gereformeerde recht plaats moest maken voor het „neutrale", blééf de roomsche beschouwing daarin verworpen: allerlei bepalingen uit ons Burgerlijk Wetboek van 1838, grootendeels geput uit de Code Civil, wijzen dit overduidelijk uit. Nog is het beginsel gebleven: het huwelijk zaak der Overheid.

Het behoeft niet te verwonderen, dat deze huidige regeling een doorn is in roomsche oogen. Rome pretendeert zeggenschap, met uitsluiting van een recht der Overheid in deze, over huwelijkssluiting en huwelijksontbinding van al hare leden niet alleen, maar eigenlijk van allen die gedoopt zijn.

Vandaar, dat van roomsche zijde onvermoeid gehamerd wordt op dit aanbeeld: radicale wijziging van den huidigen toestand!

Het is slechts één der aanbeelden: processie-vrijheid, missie-vrijheid in onze Oost en andere. Waarom gaat het bij al die wenschen, en zoo ook in de Schild-artikelen van Mr. D.?

Het is duidelijk: het gaat erom dit stuk Gereformeerd karakter van ons volksleven in zijn wetgeving uit te wisschen, om daarbij dit volksleven weder een roomsche signatuur te geven.

Nemen we één punt:

Art. 136 B.W. bepaalt: Geene godsdienstige plechtigheden zullen vermogen plaats te hebben, voor dat de partijen aan den bedienaar van hunnen eeredienst zullen hebben doen blijken, dat het huwelijk ten overstaan van den ambtenaar van den burgerlijken stand is voltrokken. Dit artikel vindt zijn sanctie in art. 409 Wetboek van Strafrecht: de bedienaar van den godsdienst die, voordat partijen hem hebben doen blijken dat haar huwelijk ten overstaan van den ambtenaar van den burgerlijken stand is voltrokken, eenige godsdienstige plechtigheid daartoe betrekkelijk verricht, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Het tweede lid van dit artikel bedreigt met hechtenis van maximum twee maanden in geval deze overtreding zich binnen twee jaren herhaalt.

In deze artikelen is het gereformeerd karakter duidelijk te onderkennen: de Overheid, niet de Kerk voltrekt het huwelijk. Ze zullen dan ook wel speciaal tegen roomsche pretentie in dezen zijn geschreven.

Reeds meermalen is tegen deze aangehaalde artikelen storm geloopen. In 1923 werd van roomsche zijde op eene vergadering waarvan de dagbladen verslag gaven, beweerd, „dat binnenkort de Tweede Kamer een wetsvoorstel zal bereiken" om art. 136 B.W. zóó te wijzigen, dat voortaan „bedienaren van den godsdienst" in deze zouden mogen fungeeren als ambtenaren van den burgerlijken stand, dus zelf een huwelijk niet maar mogen inzegenen, maar voltrekken. Edoch, deze spreker, Mr. Bomans, bleek met zijn „binnenkort" abuis — tot op heden ontving de Tweede Kamer iets dergelijks nog niet! Zijn de broeders-in-depolitiek, anti-revolutionairen en christelijkhistorischen, toentertijd gepolst maar niet bereid gevonden mede te gaan?

Hoe het zij, het blijkt geraden de oógen hier wijd open te houden.

Want het gaat er niet om of een predikant er iets voor gevoelt om óók eens als ambtenaar van den burgerlijken stand te mogen fungeeren (voorloopig natuurlijk óók predikanten — Rome's aspiraties gaan vérder!),

maar het gaat om het Protestantsch karakter van ons volk, in de wetgeving mede tot uiting komende!

Dit Protestantsch karakter, met hoeveel klem ook van roomsche zijde telkens weder ontkend of bespot, zit Rome dwars — het blijkt ook weder uit Mr. D.'s Schild-artikelen, al wordt het daar natuurlijk niet met zoovele woorden uitgesproken.

Aan ons Protestanten ervoor te waken, dat het Rome dwars blijft zitten, en dat Roomsche leer aangaande het huwelijk geen vasten voet verkrijge in onze wetgeving, noch in de civiele, noch in de crimineele.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1934

De Klok | 4 Pagina's

De Nederlandsche huwelijkswetgeving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1934

De Klok | 4 Pagina's