Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kardinaal van Roey en koningin Astrid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kardinaal van Roey en koningin Astrid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kortgeleden schreven wij over „Söderblom en Koningin Astrid". En dat in verband met de mededeeling in Fransche bladen, zooals het heette gedaan door de weduwe van Söderblom, dat Söderblom zóó ruimhartig was en zóó oecumenisch voelde, dat hij Koningin Astrid, toen nog Prinses, alvorens zich naar het Brusselsche hof te begeven, onderwees in de leer en gebruiken der Roomsche Kerk. Of deze berichten in de Fransche pers ook onder de oogen van Kardinaal van Roeij, aartsbisschop van Mechelen, zijn gekomen, weten wij niet. Men zou het haast veronderstellen, want de Kardinaal in hoogsteigen persoon heeft zich geroepen gevoeld in een artikel in één van België's voornaamste tijdschriften, de Revue Générale, zijn licht te laten schijnen over den overgang van de Koningin tot zijne Kerk.
In elk geval achtte de Kardinaal het noodig, nu onder het publiek allerlei onjuistheden en legenden omtrent dezen overgang de rondte deden, de zaak tot de juiste verhoudingen terug te brengen. Zijne mededeelingen, die men in dezen als authentiek mag aanmerken, komen dan hier op neer. Begin September 1926 ontving de Kardinaal het verzoek van de toenmalige Koningin Elisabeth, ten paleize te komen. Zij vertelde van de huwelijksplannen van haar zoon, den tegenwoordigen Koning van België, met de Zweedsche Prinses. Beide families waren met deze plannen ingenomen. Maar de Prinses was van Protestantschen huize. De Prinses had geen bezwaar tegen het Roomsche geloof; ze wilde het huwelijk volgens den Roomschen ritus laten voltrekken en de kinderen, uit het huwelijk geboren, in dien zin ook laten doopen en opvoeden. — Derhalve, nog geen overgang. — Pauselijke dispensatie voor het gemengd huwelijk kwam 27 September 1926 af, mits op de gebruikelijke wijze en met schriftelijke belofte de voorgeschreven voorwaarden werden aanvaard. Op 13 October stelde de toenmalige Prins Leopold persoonlijk den Kardinaal het door Prinses Astrid te Stockholm geteekende en door hem gecontrasigneerde document ter hand.
Daarna had de dubbele huwelijksplechtigheid plaats; eerst het burgerlijk huwelijk te Stockholm, zes dagen later het kerkelijke huwelijk in Brussels hoofdkerk. De inzegening aldaar geschiedde geheel met de traditioneele ceremoniën; alleen werd de Mis niet gecelebreerd. Verder vertelt dan de Kardinaal, dat Prinses Astrid, niet bekend met den Roomschen eeredienst, daarvoor van den beginne groote belangstelling toonde. Ze ging geregeld met haar gemaal naar de Zondagsmis. Twee jaar na haar komst in haar nieuwe vaderland, in 1928, verzocht zij den Kardinaal een geestelijke aan te vijzen om haar dieper in de Roomsche le k in te leiden. Kanunnik Dessain werd hiervoor aangewezen.
Zoo ging dan 5 Augustus 1930 te vier uur Priitses Astrid in de kapel van het aartsbisschoppelijk paleis te Mechelen over tot de Roomsche Kerk. De Prins, haar gemaal, twee secretarissen van den Kardinaal en Mej. Dessain als meter waren tegenwoordig. Den volgenden dag celebreerde de Kanunnik de Mis in de koninklijke kapel van het kasteel te Laeken. In een kort communiqué, aan de bladen verstrekt, werd het Belgische volk van dezen overgang op de hoogte gebracht. Ziedaar de feiten, door Kardinaal van Roeij meegedeeld.
Deze feiten sluiten echter nog geenszins uit, dat Söderblom, de Luthersche aartsbisschop van Zweden zich beschikbaar stelde om Prinses Astrid te onderwijzen in de Roomsche leer en gebruiken. Evenwel, dat de Kardinaal van Mechelen zelf de pen ter hand nam om een relaas van den overgang en wat daaraan voorafging, te geven, dat hij uitvoerig vertelt hoe Kanunnik Dessain de aangewezene was om de Prinses te onderwijzen, geeft toch wel den indruk, dat de Kerk van Rome zelfs van den arbeid van Söderblom, — gesteld dat de berichten in de Fransche pers waarheid bevatten — allerminst is gediend, 't Is, alsof de Kardinaal in korte woorden zeggen wil: als wij bekeerlingen hebben, dan hebben we de hulp van Protestantsche hulptroepen geenszins van noode; dan zullen wijzelf hen wel klaar maken voor de alleen zaligmakende Kerk.
Waaruit derhalve de slotsom mag worden getrokken, dat Rome's kerk nog altijd staat op het standpunt, dat ze innam, toen haar het verzoek bereikte om ook mee te doen aan het oecumenische concilie van Stockholm, en weigerde hare afgezanten derwaarts te zenden. De Mechelsche conferenties in de dagen van Kardinaal Mercier, den voorganger van Kardinaal van Roeij, hebben wel duidelijk in het licht gesteld, dat Rome hereeniging met de Protestantsche kérken wil onder voorwaarde, dat het primaat en de onfeilbaarheid des Pausen worden erkend; m.a.w. dat men zich van Protestantsche zijde onvoorwaardelijk aan het leergezag der Roomsche Kerk onderwerpt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1936

De Klok | 4 Pagina's

Kardinaal van Roey en koningin Astrid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1936

De Klok | 4 Pagina's