Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ECCE REX.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ECCE REX.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziet, uw Koning! Joh. 19 vs. 14.

..Regem habemus" d.w.z. wii hebben een koning, zoo antwoordde admiraal de Coligny, de verdediger van St. Quentin, op het voorstel van de Spaansche belegeraars om de vesting over te geven. Het was een verleidelijk voorstel, want er heerschte honger en gebrek binnen de muren en de Spanjaarden beloofden den belegerden lijfsbehoud als zij zich overgaven. Maar het antwoord van de Coligny luidde zeer beslist: ..Wij hebben een koning." Hij bedoelde daarmede: Wij zijn niet onze eigen meester, wij staan in dienst van onzen vorst en hem behoort ons leven en ook deze stad. Daarom mogen wij de vesting niet prijsgeven. ,,Wij hebben een koning" zoo belijdt de gemeente des Heeren in veel verhevener zin. De gemeente vergeet wel eens, dat haar Heiland niet alleen is redder van de ziel van den enkeling, maar dat Hij Koning is, d.w.z. dat Hem alle macht in hemel en op aarde gegeven is. Omdat Hij koning is, eischt Hij eerbiediging van Zijn gezag. Hij zendt Zijne dienaren uit om de volken te doopen en te brengen onder de heerschappij van Zijn Woord. De gemeente is dikwijls zoo zelfgenoegzaam en zoo weinig imperialistisch. Zij laat de wereld te veel met rust. Dat komt omdat zij geen volle ernst maakt met het koningschap van Christus. De tekst, die boven deze overdenking staat, herinnert er ons aan dat wij een koning hebben. Maar deze tekst herinnert er ons tevens aan, dat wij Hem in deze wereld zien in Zijn lijdensgestalte. Het rijk van Christus is niet van deze wereld. Het is niet in deze wereld ontstaan en het draagt een ander karakter dan de rijken der wereld. Het stuit hier op de tegenstand van een ander rijk, dat der wereld, dat van den booze. Vandaar dat de Christus moest lijden. De gemeente van Christus wordt er in deze weken telkens aan herinnerd, dat haar Koning is een koning in lijdensgestalte. Christus vindt tegenover zich de wereldsche wereld, waarvan Pilatus de vertegenwoordiger is, het Romeinsche rijk dat zich zelf vergoodt, en evenzeer de godsdienstige wereld, waarvoor de hoogepriester Kajafas onkomt, de Joodsche gemeenschap, die zegt God te dienen, doch metterdaad God dienstbaar maakt aan haar belangen en (Prof. Aalders in ,,De roep der kerk".) Christus verliest hét, Pilatus wint het naar het schijnt, Maar in werkelijkheid wint Christus het. Tegen Zijn koninkrijk, moeten alle rijken der wereld het afleggen. Het rijk waarvan Pilatus de vertegenwoordiger is, is al lang onder het stof der eeuwen begraven, maar het rijk van Koning Jezus is onvergankelijk. Pilatus staat aan de grens van dat rijk. Hij aarzelt even. Hij komt in een zware verzoeking. Het gaat om een van beiden: Vriend van den keizer of vriend van Christus. De gunst van den keizer is hem tenslotte meer waard, dan het welbehagen des Heeren, het lichaam meer dan de ziel, de aardsche toekomst dan de eeuwige toekomst. De verzoeking van Pilatus is een zware verzoeking. In deze verzoeking staan wij, als het gaat om het Woord van God of menschelijke berekening. Mijn koninkrijk is niet van deze wereld, dat heeft de kerk van Rome vergeten. Zij wil rijk van deze wereld zijn, zich uitbreiden en zich staande houden met aardsche middelen. Daartoe heeft zij ziel laten inrichten naar het model van den Romeinschen staat. Zooals hier alle macht culmineerde in den als god vereerden keizer, zoo heeft zij aan het hoofd van haar organisatie gesteld een mensch als stedehouder van Christus, bekleed met onfeilbaar gezag. De Roomsche kerk kan nooit zingen: ,,Geen aardsche macht begeeren wij." Zij is kerk der wereld geworden (Kohlbrugge). Maar ook de Protestantsche kerk dreigt het telkens weer te vergeten, dat het rijk van Christus niet is van deze wereld. Ook zij komt telkens in verzoeking om vleesch tot haar arm te stellen en te strijdeji met vleeschelijke wapenen. Maar dan wordt zij gestraft met door de wereld overwonnen te worden. Vergeten wij nooit Pilatus woord: ziet uw Koning, Om onze zonde, om de zonde der wereld werd Jezus tot een spotbeeld. Buigen wij ens voor den Koning met de doornenkroon met de belijdenis:


Ja, ik kost Hem die slagen,
Die smarten en die hoon;
Ik doe dat kleed Hem dragen,
Dat riet, die doornenkroon
Ik sloeg Hem al die wonden,
Voor mij moet Hij daar staan
Ik deed door mijne zonden
Hem al die jamren aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1937

De Klok | 4 Pagina's

ECCE REX.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1937

De Klok | 4 Pagina's