Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Bijbel II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Bijbel II

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hier geven wij het tweede deel van de Bijbelrede van Prof. Aalders bij de herdenking van de 300-jarige Statenvertaling. Ik leg andermaal mijn hand op dezen Staten-Bijbel, als Kerk-Bijbel en daarmede als Bijbel der Kerk. Dit beteekent, dat de Bijbel een breedere plaats beschrijft dan het leven van den enkele of van eene bepaalde kerk of generatie, dat hij geldt voor allen en voor alle kerken en tijden tcgader. Daarom is de Bijbel zoo rijk, over-rijk en treedt nu eens het eene, dan weer het andere gedeelte uit dien rijkdom te voorschijn. Wat nu zwijgt kan morgen spreken; wat nu spreekt kan morgen zwijgen. De Bijbel heeft het Woord van één tijd van alle tijden. Onze vaderen wisten wel wat zij deden, toen zij, reeds in hunne eerste, sluiksgewijze gehouden Synode ender het kruis, hunne belijdenis telkens weer stelden onder de tucht van den Bijbel om te zien of er iets was te veranderen of te verbeteren. Daarom draagt de predikant van oudsher den titel van Verbi Divini Minister, Bedienaar des Goddelijken Woords, en is de doctor der H. Godgeleerdheid tegelijk doctor der Heilige Schrift. Dus binding aan den Bijbel in zijn boven- persoonlijk- en tijdelijk karakter, beteekent niet eene beperking, maar eene verruiming, niet een verenging, maar een verbreeding. Het is van ontzagqelijk belang, dat alle kerken tezamen een Bijbel, één Bijbel hebben, die hen allen in gemeenschappelijke afhankelijkheid verbindt. En wat voor de Kerk geldt, geldt ook voor de school. Maar de Bijbel van kerk en school en huisgezin is waardeloos, als hij ook niet is de Bijbel van den enkele, die in de behoeften van zijn persoonlijk leven vraagt om een woord van God, die het verband tusschen zijn leven in al zijn verhoudingen en den wil van God als het eerst en tenslotte het eenig noodige beseft. Ubi Christus, ibi ecclesia, waar Christus is. is de Kerk. Ook daar waar de enkele zijn Bijbel opent om de stem van God te hooren, het aangezicht van Jezus Christus te zien en de leiding van den Heiligen Geest te ontvangen, daar is de Kerk. Zoo is de Bijbel, het Boek van de Gemeenschap en van den enkele, van den enkele en van de Gemeenschap, als Kerkbijbel, als schoolbijbel, als gezinsbijbel en als zakbijbel in eenen. Ik leg voor de derde maal mijn hand op den Statenbijbel. Deze Bijbel voelt hard aan. Hij is, zooals hij hier ligt stof, niet geest. Hij draagt een tijdelijk en een ruimtelijk karakter. Dit geldt niet slechts van het materiaal, waaruit dit boek. ie Statenbijbel vervaardigd is. Het geldt ook van het Boek, als Statenvertaling, zelf. Wij, protestanten kennen geen vulgaat, geen editio vulgata, geen vertaling, die eens voor altijd vast gaat. Wij zijn ons bewust, dat vorm en inhoud nooit samen vallen, dat taal en voorstelling bewegelijke en vergankelijke grootheden zijn. Men heeft te allen tijde aan den Bijbel, ook aan zijn vertaling als Statenvertaling, en aan het boek zelf, groote eer bewezen. Hij werd gedrukt in groot formaat, met kloeke letters, op sterk papier. Men beschutte den band met eiken plakken en koperen hoeken. Men maakte hem vast met sloten van glanzend metaal. Dit is alsof men de Staten-vertaling als boek, wilde verduurzamen en vereeuwigen.

Ik kan eerbied hebben voor deze vereering van den Bijbel, ook in den vorm der Statenvertaling, maar mijn eerbied vindt zijn grens in het besef, dat wij den goddelijken schat hebben in aarden vaten, en dat, zooal zonder het vat de schat niet kan worden bezeten en overgedragen, toch het vat er slechts is, om de schat, het broze vat om den duurzamen inhoud, het tijdelijke om het eeuwige, de mensch om God. Als wij dus de Staten-vertaling herdenken, is het niet om afgoderij te plegen met dit gewrocht van de godsvrucht en de geleerdheid onzer vaderen, maar om het te eeren, als het middel waarvan het God zoolang en zoo veel geliefd heeft z:ch te bedienen om zijn woord te spreken tot de zonen van het Nederlandsche volk. de leden der Nederlandsche kerken. De Statenvertaling is niet het laatste of het eenige. Zij verwijst zelf naar iets dat meer is dan zij, van de vertaling naar het oorspronkelijke, van het geschreven woord naar het gesproken woord, van het woord tot den spreker, van de mensch tot God. De Staten-Bijbel, zooals elke Bijbel, predikt niet zichzelf, maar Hem, van Wien hij de vergankelijke en gebrekkige tolk, als die de sprake van God overbrengt aan den mensch. Hij is het middel, niet doel, Hij is voorbijgaande, niet duurzame. Hij zal door andere vertalingen worden vervangen. Hij behoort met deze en tenslotte met den bijbel zelf, tot de bedeeling, die voorbij gaat. Als God en mensch elkaar eenmaal volkomen zullen hebben gevonden en verstaan, als de aardsche beaeeling der voorbereiding wegnevelt, als het geloof, d.i. de indirecte, door tusschenkomst ook van Bijbel bestaande betrekking, is verzwolgen door het aanschouwen, dit is, de onmiddellijke vereeniging van God en mensch, zal het Woord van den bijbel ook voor den Bijbel gelden: ,,Hetzij profetieën, zij zullen teniet gedaan worden, hetzij talen, zij zullen ophouden, hetzij kennis, zij zal teniet gedaan worden. Want wij kennen ten deele en wij profeteeren ten deele, doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten deele is, teniet gedaan worden." Zoo zingt elke lofzang ook op het edelste der schepping zijn eigen doodszang. En beide zangen strekken ter eere van den Schepper alleen. Ik leg voor de laatste maal mijn hand op den Statenbijbel. Meer doe ik niet. Er zijn kerken, waarin de geestelijke, eer hij uit den Bijbel voorleest, het Heilige Boek kust. Er zijn landen waarin, als iemand een eed, zweert, zijn hand op den Bijbel moet rusten. Wij Nederlandsche protestanten zijn sober in vormen en symbolische handelingen, maar ik noodig u uit mij te machtigen in naam van u allen, die hier aanwezig zijn, evenals in naam van hen, die, van verre of nabij, op de golven van het geluid met ons verbonden zijn, mijn hand op dezen bijbel te leggen en eenparig in Gods huis en voor zijn aangezicht, als vertegenwoordigers van zoovele geledingen van ons volk en vormen van onze kerk, in eene mengeling van dankbaarheid en verantwoordelijkheidsbesef, nu wij het driehonderd-jarig bestaan der Statenvertaling herdenken, trouw te beloven aan den Bijbel, waaraan deze vertaling zoo klassieke vorm heeft gegeven. Wij gedenken hunner, die voor ons uit dezen Bijbel hebben geleefd en met hem zijn gestorven; wij verbinden onszelve, die thans leven, aan hun Bijbel, die ook de onze is; wij zien uit naar hen, die na ons komen zullen en voor wie deze Bijbel, zij het al in andere vertalingen, mede moge zijn een lamp voor hun voet en een licht op hun pad. Wij beroepen ons voorts op het Woord der Statenvertaling zelf, als die op aandrang der kerk door den Staat is tot stand gebracht, als wij de duurzame waarde van den Bijbel, zoowel van het kerkelijke, als van het Staatsleven bepleiten. Zoo vaart deze herdenking boven zich zelve uit, gelijk elke herdenking, die in Gods naam geschiedt. Zoo wordt zij transparant en vol perspectieven, wijde en lichtende, in elke richting; naar achteren, om ons heen, en naar voren. Maar allermeest naar boven, in de richting van Hem, door Wiens Geest wij den Bijbel als Woord van God belijden. Zoo wordt onze herdenking belijdenis, onze belijdenis dankzegging, en vatten wij alles wat wij over Kerk en Bijbel mogen hebben gedacht en gezegd, samen in de woorden van het kerklied:

Woord van God gegeven,
Woord van eeuwig leven.
Zalig, die dit hoort.
Dat ons, Heer,
Den troost dier leer
Geene twijfling ooit ontrooven
Sterk ons door 't geloove.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1937

De Klok | 4 Pagina's

Onze Bijbel II

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1937

De Klok | 4 Pagina's